On body and soul — Een film over vleselijke lusten in een slachthuis
Samenvatting
Terwijl het sneeuwt, lopen er twee herten door het bos, een mannetje met groot gewei en een wijfje. Vanaf het begin is duidelijk dat ze bij elkaar horen. Het ene moment buigt het mannetje met zijn hals over de rug van de hinde, het andere moment is er meer afstand en kijken ze verschrikt om zich heen. Het is koud, het hert snuift en takjes knarsen onder zijn hoeven. De warmte van hun twee grote lijven, het geluid van hun asem en het fijne ritselen vormen direct de sensorische ervaring die deze film onder andere teweegbrengt.
Van het bos verplaatst de camera zich naar een abattoir, waar het personeel ogenschijnlijk kalm en routineus het werk verricht: het slachten van koeien. Het bloed op laarzen, schorten en tegels wordt dag in dag uit met water weggespoten. Tijdens de pauzes in de kantine en op de binnenplaats is de sfeer broeierig. De financieel directeur Endre, een man met een lamme arm, laat de zon eens goed op zijn gezicht schijnen. Hij lijkt wat krachteloos door het leven te gaan, totdat er op een dag ter vervanging van een zwangere collega een nieuwe medewerker kwaliteitscontrole aantreedt: Maria maakt een zonderlinge indruk met haar mechanische tred, starende blik en een voorkeur om alleen te eten of in het donker van een koelruimte haar data te analyseren. Het vlees krijgt predikaat B van haar, tot ontzetting van Endre. Desgevraagd legt Maria hem uit dat er twee tot drie millimeter te veel vet aan het vlees zit en dat ze de regels exact volgt. ‹Je bent wel een pietje-precies›, brengt Endre uit, wiens ergernis snel plaats maakt voor fascinatie. Thuis speelt Maria de interactie met Endre na met een peper-en-zoutstelletje, elke zin woordelijk herhaald. Haar huis oogt kaal, ontdaan van elke franje. Het voedsel op haar bord heeft ze nauw afgemeten en de vissticks in een waaier met precisie om de aardappelpuree heen gelegd.
Dan wordt Endres rust opnieuw verstoord als hij kennismaakt met een nieuwe slachter, een gespierde man, die vertelt dat hij in feite te veel energie heeft, die hij kwijt wil raken in dit werk. ‹Denk je weleens na over de beesten, vind je hen wel eens zielig?› vraagt Endre hem. Niet bepaald, zo blijkt. Endre zegt tegen hem dat hij het werk dan niet zal kunnen volhouden en raadt hem aan om een andere baan te zoeken. De man blijft echter. Endre observeert hem op een binnenplaats, waar de nieuweling indruk maakt op de vrouwen. Als er op een dag een flacon met verboden geneesmiddelen — een fokmiddel — verdwijnt, komt de politie onderzoek doen. Wat doet dat middel daar in een slachthuis? Het is een moeilijke vraag, waar Endre vooral geen problemen door wil krijgen. Hij zegt niet wie hij verdenkt en geeft de politieman maar eens een groot pak vlees, wat in goede aarde valt.
Er volgen gesprekken met alle werknemers door een psychologe, ingehuurd door het rechercheteam. Haar diepe decolleté leidt Endre eventjes helemaal af, totdat ze hem hierop wijst. Ze stelt vervolgens zonder omhaal vragen over de seksuele ontwikkeling en activiteit, waar hij bijzonder boos op reageert, waardoor hij juist haar aandacht trekt. Uit deze vragenronde blijkt vervolgens dat Endre en Maria iedere nacht hetzelfde dromen. Tot dan toe leek er geen hoop op meer toenadering, maar als ze dit over elkaar vernemen, lijken ze een formule te vinden om elkaar eindelijk te bereiken. De blik van Maria krijgt dan diepte, die van Endre verliest zijn dofheid. Verwachtingsvol vraagt Maria: ‹Zien we elkaar vannacht weer?›
Tijdens een lunch met Endre bekent een collega, een oudgediende, die hem altijd heeft overladen met grote verhalen over zijn potentie, dat hij het fokmiddel ontvreemd heeft. Endre biedt de nieuwe collega, die hij eerst verdacht, vervolgens zijn excuses aan.
Maria koopt een mobiele telefoon om contact met Endre te kunnen hebben buiten het werk om. Ze wendt zich tot haar therapeut, die haar al vanaf haar kindertijd kent en die zichtbaar in verlegenheid gebracht wordt door haar vragen over sensualiteit. Eerst stelt hij haar voor om toch eindelijk naar een therapeut voor volwassenen te gaan, maar uiteindelijk zegt hij toch nog dat ze moet beginnen met oefenen via het strelen van haar eigen gezicht.
Ze geeft zich dan over aan verschillende tactiele ervaringen, zoals liggen in groen gras totdat de sproeiers plotseling aan gaan en haar van alle kanten nat maken. Of heel zacht de ruwe stoppels op de rug van een koe betasten, door de tralies van het hok heen, terwijl een groepje collega's haar gniffelend bespiedt. In een muziekshop probeert ze een cd uit te kiezen met romantische muziek, maar ook nadat ze er minutieus tientallen heeft beluisterd, kan ze nog niet tot een keuze komen. De verkoopster helpt haar dan aan ‹muziek voor verliefde mensen›, waarop het personeel eindelijk naar huis kan.
Eerst bellen ze elkaar voor het slapengaan, dan slapen ze bij elkaar, hij op een luchtbed naast zijn bed, waar Maria in gaat liggen. Maar ze kunnen geen van beiden de slaap vatten en gaan dan maar een potje kaarten. 's Nachts zien we het mannetjeshert hard door het bos draven, de hinde is even uit beeld.
Endre vrijt plotseling met een van zijn vele exen, die hij na de daad abrupt zijn huis wil uitzetten, waar de vrouw zich tegen verzet. Even later zegt hij tegen Maria dat ze maar moeten afzien van nader contact. Het is dan alsof de bodem onder Maria's voeten verdwijnt en haar wanhoop is intens. Gelukkig bekent Endre haar net op tijd zijn liefde en lijken beiden gered. Hun vrijen vervolgens verloopt traag, lusteloos haast, en Maria wendt zich vermoeid af.
Twee eenzame, dolende mensen kiezen juist elkaar, terwijl de een geen intrusie kan verdragen van haar autistische binnenwereld en de ander om zijn eigen redenen ook als de dood is voor nabijheid. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden