Freud helpt: respecteer uw onbehagen
Samenvatting
De uitslag van de Duitse verkiezingen was nog niet bekend; dat onbehagen daarin een rol zou spelen wel, én we weten dat Freud op dat vlak expertise bezat. Dat de titel Scheurende democratie een Freudfestival eind september 2017 op en top actueel zou maken, dat kon je dus helemaal zien aankomen.
Verslag van
Freudfestival Scheurende Democratie [Amsterdam, 22-23 september 2017]
De grote specialist in onbehagen staat dit jaar volop in de schijnwerpers: de psychoanalyse is in Nederland een eeuw oud. Freud publiceerde zijn essay Das Unbehagen in der Kultur twee jaar voor de verkiezingszege van Hitler, 87 jaar voor de electorale doorbraak van de Alternative für Deutschland (AfD) en 86 jaar voor de verkiezing van Trump. Op het Freudfestival Scheurende Democratie zeggen ze het zo: ‹Je voelt dat je met Freud zicht krijgt op wat er aan de gang is›.
Een probleem voor mensen die Freud er in 2017 bijhalen, is dat hij behalve een erg invloedrijke ook een erg verguisde wetenschapper is — een woord dat in combinatie met zijn naam tegenwoordig vaak tussen aanhalingstekens staat. Emeritus hoogleraar psychiatrie Jan Swinkels vermeldt in zijn openingsrede, op een prachtig podium met divan in de Amsterdamse centrale bibliotheek, daarom maar meteen het probleem van het ‹Freud bashen›: het is goedkoop om Freud steeds weer af te rekenen op geraaskal over penisnijd en vaginale orgasmes. ‹Je kunt Newton en Einstein ook op blunders gaan afrekenen. Newton was een alchemist die van lood goud wilde maken en bij toeval de wet van de zwaartekracht ontdekte›.
Het gaat erom wat Freud wél goed zag. Neem nou dat onbehagen in de cultuur. Kan hij ons helpen in tijden van onbehagen onze democratie overeind te houden?
Wie Freud om hulp vraagt, moet weten dat hij anders werkt dan contemporaine hulpverleners. Die proberen ons op te lappen, Freud ‹helpt› liever door naar het verdrongene, het onbewuste, te zoeken. Uit Das Unbehagen in der Kultur leren we dat ook in ver geëvolueerde samenlevingen onbehagen zal blijven gieren. In de mens leeft en gist een amalgaam aan lust, annex levensdriften, haat, annex doodsdrift waarvan hij zich nauwelijks bewust is. Voor je het weet dringen al die driften door een flinterdun laagje beschaving heen en voor je het weet gedragen mensen zich volledig irrationeel en zie je barsten in de democratie. Bas Heijne verklaarde onlangs aan de hand van Freuds Unbehagen de stem van arme Amerikanen op Trump. Die waren zo gefrustreerd — door het verlies van huizen, banen en pensioenen — en gekrenkt in hun beeld van zichzelf, dat ze irrationeel werden, op Trump stemden en van de regen in de drup belandden.
Van psychoanalyticus en emeritus hoogleraar Antoine Mooij leren we op het Freudfestival dat de mens als lustwezen in deze tijd zwaar op de proef wordt gesteld. We leven in een excessieve beeldcultuur, constant wordt er heel direct aan onze behoeften geappeleerd, alles schreeuwt om onmiddellijke bevrediging, erkenning en heel veel likes. Dat kan niet anders dan tot frustratie leiden, ook al omdat genieten ‹het hoogste bevel› is. Democratie staat of valt met frustratietolerantie van ingezetenen, een vermogen tot incasseren en een vermogen tot symboliseren. Een besef van ‹het fundamentele tekort›, zegt Mooij, moet ergens in de belevingswereld van mensen resoneren.
Kan Freud ze daarbij helpen? Jawel, weet je als je luistert naar de Vlaamse filosoof Marc De Kesel. Hij ontmantelt op het divanpodium met freudiaanse hulp de o zo gevaarlijke illusie dat we samenvallen met ‹een authentiek zelf›. We hebben geen authentiek zelf, we zijn gespleten, we houden van onszelf en we haten onszelf. Helaas zijn we slecht in het verdragen van die zelfhaat. We neigen ernaar die haat ‹even uit te besteden› door anderen te gaan haten. De sarcastische Freud wist in 1930 dat de joden zich als haatobject ‹verdienstelijk hebben gemaakt voor de culturen van hun gastvolkeren›. Tegenwoordig vind je dergelijke ‹verdienstelijke minderheden› vaak in de moskee. In plaats van onze haat te rationaliseren of te ontkennen, is het beter deze onder ogen te zien. ‹Uw haat is de uwe, u moet er een beetje respect voor hebben›, vat De Kesel een en ander samen. Een minstens zo gevaarlijke illusie als ‹het authentieke zelf› is ‹het authentieke volk›. Dat volk is immers net zo gespleten als de mens. Die gespletenheid zadelt ingezetenen van de moderne democratie op met flink wat onbehagen. De Kesel vat het probleem van de democratie kort en krachtig samen op een sheet: ‹Wij allen zijn het volk›. Op die sheet staat ook de oplossing die mensen vinden voor hun onbehagen: ‹Wij zijn het volk›. Dat schrappen van ‹allen› is de dood van de democratie, die bestaat bij de gratie van het feit ‹dat het uitgeslotene ingesloten wordt›.
René Foqué, emeritus hoogleraar Rechtswetenschappen uit Leuven, zegt het op het divanpodium zo: ‹Elke samenleving is een verdeelde samenleving. Democratie veréist dat je je onthecht van je eigen cultuur. Pluriformiteit heeft alles te maken met recht doen aan de gespletenheid van het volk›. In dat proces moeten we accepteren dat het niet altijd aangenaam is wat we uit de monden van andere ingezetenen van de democratie horen rollen. Vergelijk het gerust met de psychoanalyse. ‹Als je iemand bezig hoort op de divan, is dat ook niet altijd proper›, zegt de Leuvense rechtsgeleerde.
De gespleten samenleving kan niet zonder een instantie die ‹de verdeeldheid in regie neemt›. Foqué zegt het niet met zoveel woorden, maar de rechtsstaat is een beetje de psychiater van Patiënt Politiek die op de divan ligt: ‹Het is de taak van de rechtsstaat de politiek tegen zijn eigen willekeur te beschermen; te zorgen dat de heterogeniteit van de samenleving door de politiek geen geweld wordt aangedaan›.
Zo is het maar net. Maar in tijden van jihadisten en aanslagen met vrachtwagens ligt de vraag op veler lippen hoe je voorkomt dat antiwesterse krachten onze heterogeniteit met geweld kapotmaken. Foqué weet dat we ons het beste beschermen door niet zo te worden als de barbaren die het op ons gemunt hebben. We kunnen veel leren van de Poolse filosoof Leszek Kolakowski. In zijn essay Op zoek naar de barbaar stelde Kolakowski dat ‹de barbaren daar schuilen waar mensen niet in staat zijn zichzelf onder kritiek te stellen›. Het is dat vermogen jezelf onder kritiek te stellen dat de Europese traditie onderscheidt. De weerbare samenleving is de zelfkritische samenleving; beschaafd is de mens die zichzelf kritisch bekijkt.
De belangrijkste westerse leider schiet op dat vlak nog enigszins tekort. Zeg gerust dat de letters 'TRUMP' als een wolk vol driften boven het freudiaanse slotdebat hangen. Wie is er immers niet bang dat westerse kiezers, gefnuikt in lusten en driften, hun democratie blijvende schade zullen toebrengen?
Het slotdebat is een slotreflectie. ‹Debatteren, dat ontaardt in snijden›, zeggen de organisatoren.Voor je het weet nemen driften het over en beuk je net zo op elkaar in als twitteraars, en als Donald Trump op Kim Jung-un. Bijna alle emiriti hoogleraren en jongere freudianen onderkennen dat de representativiteit van onze huidige democratieën te wensen overlaat. Democratieën behoren te evolueren en zijn voortdurend voor verbetering vatbaar. Of je ze op deze manier beschermt tegen alles wat leeft en gist in de mens, dat mogen we betwijfelen. Eén ding zal namelijk ook de meest geavanceerde democratieën eigen blijven: een democratisch tekort. Niets gevaarlijkers dan de aandrang dat tekort op te heffen en al het onbehagen de wereld uit te helpen. Zo'n hemel op aarde wordt altijd een hel. René Foqué: ‹Een tekort is iets wat móét. Een democratisch tekort is iets heel anders dan een financieel tekort›.
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden