Drives, drives, drives …
Samenvatting
De auteur, hoogleraar filosofie aan de Katholieke Universiteit Leuven, windt er geen doekjes om: schizofrenie bestaat! Moyaert expliceert in het eerste deel heel duidelijk zijn uitgangspunt. Ervan uitgaande dat waanzin een zichzelf structurerende en dynamische werkelijkheid is, impliceert dit een immanente en dynamische wezensanalyse van waanzin. Immanent in de betekenis van eigen aan het wezenlijke; dit in tegenstelling tot etiologische verklaringen en klassieke classificaties die (te) uitwendig zijn. Dynamisch, want waanzin is an sich een dynamisch ziekteproces. Een negatieve beoordeling van schizofrenie (vergelijk ‹negatieve› symptomen) is bijgevolg uit den boze. De auteur kiest voor een positieve opvatting; dit in het voetspoor van Gilles Deleuze (1925-1995). Deze Franse filosoof is een van de grote inspiratoren van Moyaert om schizofrenie wezenlijk te begrijpen.
Bespreking van
Paul Moyaert (2017). Schizofrenie — Een filosofisch essay over waanzin. Nijmegen: Van Tilt Uitgeverij. ISBN 978 94 600 4315 4, 244 pp., € 19,95
In het tweede deel dient Freuds essay over de memoires van Daniel Paul Schreber als basis om schizofrenie te begrijpen. Moyaert gaat uitgebreid in op de waanstemming van de Weltuntergang, met dank aan de bijdrage van de existentiële psychiatrie om dit onwerkelijk worden van de wereld beter te kunnen begrijpen. De blijvende discussie of Schreber aan paranoïde schizofrenie of paranoia leed biedt de auteur de gelegenheid om onderscheid tussen deze beide ziektebeelden te maken. In schizofrenie is het lichaam aangedaan; dit in tegenstelling tot paranoia. Zelfs meer: in de schizofrenie lijdt het lichaam aan de driften: ‹Ze [schizofrenie] kent driften van binnenuit als krachten die niets geven om het welzijn van lichaam en geest, en het lichamelijke zelf aanvallen› (p. 230). Niet de inhoud (het quid) van de driften, maar het driftmatige zelf (het quod) vormt het onleefbare van schizofrenie. Freud stelde de inhoud centraal, maar dit is dus niet het wezenlijke. De driften áls driften, daar gaat het over.
Het derde deel van het boek is — logischerwijze — een uitgebreide uitwerking van de drift en hoe in het bijzonder het woeden van de doodsdrift een vernietigende werking op het zelf heeft. Zeer toepasselijk gebruikt de auteur regelmatig het clusterbombardement als metafoor om de psychotische crisis te beschrijven. De wijze waarop schizofrenie zich redt uit het onleefbare is iets dat totaal ontbreekt in de klassieke werken over schizofrenie. Moyaert hecht er terecht veel belang aan. Daarin levert hij een originele bijdrage. Lacan expliciteert waanzin vertrekkend vanuit zijn gekende driedeling (het Reële, het Imaginaire en het Symbolische). Moyaert neemt dit als opstap om twee wijzen waarop schizofrenie zich redt uit te werken, namelijk het genot aan het ritme van klanken en een eigen orde scheppen met de elementaire principes van het Symbolische. Wat de eerste wijze betreft: het genot maakt deel uit van de psychose: ‹Psychotici houden van hun waan, meer dan van zichzelf› (p. 167). En het ritme van klanken maakt het onleefbare draaglijk: ‹Wat er in de plaats komt, is een dansende stroming: gestroomlijnde of, juister, in elkaar overvloeiende klanken zonder inhoud, klanken die je lichaam niet aanvallen› (p. 168). Dit inzicht heeft verstrekkende gevolgen voor de therapeutische praktijk. Zo bijvoorbeeld dienen muziektherapie en creatieve therapie hun rechtmatige plaats op zijn minst te behouden of in elk geval te krijgen. Wat de tweede wijze betreft is deze zin verhelderend: ‹De neurose vecht met de heersende orde, de psychose niet, want die moet zelf orde scheppen›.
Schizofrenie werkt ook nog op een andere wijze aan een eigen orde. Ze creëert levensnoodzakelijke onderscheidingen, tussen binnen en buiten, open en gesloten, dichtbij en veraf, plus en min (p. 231). Dit behoort tot de kern van de schizofrenie, samen met het te dicht op de huid zitten van driften die lichaam en geest aanvallen. Schizofrenie is als geen ander één met (het geweld van) de driften. De auteur beargumenteert dit als volgt: schizofrenie heeft een intieme en oorspronkelijke kennis van de driften, wat tegelijkertijd ook het ondraaglijke lijden uitmaakt. Immers, het is een pijnlijke blootstelling aan de driften.
Het werk van Gilles Deleuze laat toe om dit verder te denken en — opnieuw — originele inzichten te genereren. Deleuze schrijft over de taal van de schizofrene Wolfson en spreekt onder andere over ‹het lichaam zonder organen›. Dit complexe begrip is in feite een universeel menselijk gegeven en niet typisch voor schizofrenie. Moyaert beschrijft het metaforisch voor schizofrenie als volgt: ‹[…] een vlak waarop bewegingen en combinaties vloeiender en beweeglijker worden› (p. 205). Het is een verademing in het geweld van de dissociatieve, ontbindende krachten die in schizofrenie werkzaam zijn. Het is een vlak dat de chaos doormidden klieft, zonder dat de chaos verdwijnt. Het maakt enigszins leven mogelijk in de chaos. Het is dus een therapeutische kracht! Dit is dus een andere benadering dan die van de psychoanalyse. Moyaert wijst erop dat beide — de schizoanalyse van Deleuze en de psychoanalyse — ‹elkaar niet kunnen omarmen›. Deleuziaanse begrippen leiden daarbij tot een ander concept van gezondheid, een andere gezondheid dan de ‹normale› opvatting, namelijk als afwezigheid van symptomen: ‹[…] er is een gezondheid mogelijk in de schizofrenie, die erin bestaat zich te bewegen in haar waanzin› (p. 233).
Waarin bestaat de originaliteit van dit werk, want origineel is het in elk geval? Moyaert wil ten eerste schizofrenie vanuit haar (immanente en dynamische) kern begrijpen. Even terzijde: om uit de discussie over de term schizofrenie te geraken, pleit ik ervoor om Kretschmers begrip Kernpsychose nieuw leven in te blazen. Naar de kern, enkel zo kan er recht gedaan worden aan deze ernstige pathologie en haar behandeling. Ten tweede is schizofrenie — laten we deze term nog even verder gebruiken — de aandoening bij uitstek waar de driften als driften in het geding zijn. Zonder meer is dat de bijdrage bij uitstek van de auteur aan een (ver)nieuw(end) denken over, jawel, schizofrenie.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden