Bion als supervisor
Samenvatting
Bion en Lacan: men wordt vaak getroffen door de gelijkenissen in hun stijl en visie. Filosofisch geïnteresseerd en geïnspireerd, beklemtonen ze allebei het belang van het socratische niet-weten van de psychoanalyticus. Beide auteurs hebben hun tot de verbeelding sprekende concepten en theorieën geformuleerd in een literaire, maar soms moeilijk toegankelijke stijl. Men kan zich afvragen of beide auteurs zich nog laten invoegen in het freudiaanse paradigma. Wat Lacan betreft kan men ongetwijfeld stellen dat zijn ‹retour à Freud› een geheel nieuw universum heeft gecreëerd, dat nog nauwelijks verband houdt met het freudiaanse paradigma. Alleen sommige lacanianen zijn zich hiervan niet bewust.
Bespreking van
Jose Americo Junqueira de Mattos, Gisele de Mattos Brito & Howard Levine (Eds.). (2017). Bion in Brazil — Supervisions and commentaries. London: Karnac Books. ISBN 978 1 78220 3209 , 300 pp., £ 23,99
De vraag stelt zich of ook het denken van Bion een geheel zelfstandig paradigma heeft ontwikkeld: is Bion nog een freudiaan? De vraag stellen veronderstelt een positief antwoord op de vraag of Melanie Klein nog wel een freudiaan was. Ook over die vraag zou men uiteraard lang kunnen debatteren, maar hier kan ik alleen stellen dat naar mijn overtuiging de geniale bijdrage van Klein zich perfect laat integreren met het denken van Freud. Indien Bion een kleiniaan genoemd kan worden, dan ook een freudiaan.
In zijn voorwoord stelt Braga dat dit boek illustreert hoe Bion, in het bijzonder de late Bion, het freudiaans-kleiniaans universum verlaat om een geheel nieuwe visie op psychoanalyse te starten: ‹a new vision of psychoanalysis waiting for development and pointing to the future› (p. xviii). Waar een groter deel van de psychoanalytische gemeenschap Bions werk ziet als een toevoeging aan, en uitbreiding van, het freudiaans-kleiniaans denken, is er in Brazilië sprake van ‹Bionization›, waarin Freud en Klein in het beste geval bekeken worden door de bioniaanse lens. Braga verwijst daarbij naar de Vermote-Taylor-controverse in de International Journal in 2011. Terwijl Vermote het grensverleggende van Bions late werk verdedigt, blijft Taylor gereserveerder over de betekenis van dit late werk. Braga sluit zich aan bij Vermote en is van mening dat die vernieuwende ontwikkeling van de late Bion perfect resoneerde met de ‹onbesmette› openheid van geest en de mentaliteit van de Brazilianen. De late Bion was bezig met niet-verbale dimensies, met ‹being› eerder dan met ‹knowing›, met intuitief eerder dan intellectueel begrijpen. En laat dit nu net typerend zijn voor de Braziliaanse psyche! Feit is dat Bion in de laatste zes jaar van zijn leven vier keer (in 1973, 1974, 1975 en 1978) in totaal honderddertig supervisie sessies heeft gegeven. Dat is niet niks!
Reeds in eerdere publicaties (onder andere: Bion 1978, 1980, 1990, 2005, 2005i) kon men Bion live aan het werk zien in interactie met een publiek van analytici. Niet via formele lezingen, maar in improviserende dialogen geeft Bion daar inzicht in de concepten en hypothesen die hij eerder in formele en abstracte artikelen en boeken had gepubliceerd. Het is beklijvende en warm aanbevolen lectuur, omdat men de charismatische, humane en humoristische mens achter het werk leert kennen, en op een bevattelijke manier toelichting krijgt over een niet altijd eenvoudig oeuvre.
In het hier besproken boek krijgen we Bion als supervisor (in groep) rechtstreeks te horen. Dertien van de honderddertig supervisiesessies zijn letterlijk vanonder veertig jaar stof op magnetische geluidsbanden gehaald en met het nodige geduld ‹getranscribeerd›. Het is een aanvulling op een eerdere publicatie van supervisiesessies in Brasilia (Bion, 1986). Bion heeft het hier niet over zijn theorieën, maar over analysanten, over casussen ingebracht door Braziliaanse analytici. Het is uniek materiaal om na te gaan wat de consequentie in de praktijk is van zijn denken, en evenzeer om te toetsen of hij al dan niet nog een freudiaan-kleiniaan genoemd kan worden, de vraag die in de inleiding wordt gesteld.
Elke lezer kan zich een mening vormen over deze kwestie, en daarbij de worsteling aangaan met het beroemde adagium van Bion: ‹Get rid of memory and desire!› Interessant is dat de lezer na elke supervisiesessie zijn eigen interpretatie van de sessie kan confronteren met een paginalang commentaar van telkens een andere Braziliaanse psychoanalyticus.
Mijn overtuiging voorafgaand aan de lectuur van dit boek was dat Bion ook in zijn latere werk geheel binnen het ‹klassieke› freudiaans-kleiniaanse paradigma is gebleven. Heel wat tussenkomsten in deze transscripts lijken mij dat ondubbelzinnig te bevestigen. Er is zijn herhaald beklemtonen van het belang van observatie, van proberen de ‹feiten› te zien, van refereren aan de wetenschap, als het baken waarnaar men zich moet richten in een zoektocht naar de Waarheid, en zijn mijmeren over de biologische basis van de psyche. Voor Bion is psychoanalyse zich bewust worden van, kennis nemen van. De psychoanalyticus zelf is niet aan de orde in een psychoanalyse; psychoanalyse gaat niet over de psychoanalyticus (p. 78), een hoogst klassiek-freudiaanse opvatting over tegenoverdracht. Als de analyticus moeilijkheden met zijn analysant schetst, haalt Bion het gehele klassiek kleiniaanse arsenaal boven om licht te doen schijnen over de klinische impasse (bijvoorbeeld hoofdstuk 9, supervisie D17, p. 137). Ik kwam geen passages tegen waarin Bion verdedigde dat we simpelweg intuïtief moeten reageren op de analysant en spontaan, samen, in een hopelijk neo-constructieve, vruchtbare interpersoonlijke intersubjectiviteit tot transformaties zouden moeten komen, die ons in een oneindig en nog onbekend universum zullen katapulteren.
Hier begint de worsteling met het adagium. Misschien ben ik een catastrofaal stupide en arrogante lezer, die slachtoffer is van zijn geheugen en zijn wensen. Immers, heel wat commentatoren treffen in dezelfde sessies juist een Bion aan die de grenzen van de psychoanalyse verlegt of oversteekt.
Dit boek is een welkome verdere documentatie over de uitzonderlijke figuur die Bion is geweest. Men leest het een beetje als een fan die onverwacht nieuw archiefmateriaal van zijn idool op YouTube ontdekt. Beeld- en klankkwaliteit laten te wensen over, en het was niet zijn beste optreden, maar toch luistert men ontroerd. Voorwaarde hiervoor is wel dat men al fan is. Fan worden zal echter makkelijker gebeuren door lectuur van het klassieke Bion-canon.
Literatuur
- Bion, F . (1978). Four discussions with W.R. Bion. Clunie: Roland Harris.
- Bion, F. (red.). (1980). Bion in New York and Sao Paulo. London, Clunie: Karnac.
- Bion, F. (red.). (1986). Clinical seminars and four papers — Wilfred R. Bion. Abingdon: Fleetwood.
- Bion, F. (red.). (2005). Bion, W.R. The Tavistock seminars. London, Karnac.
- Bion, F. (red.). (2005i). Bion, W.R. The Italian seminars. London: Karnac.
- Bion, W.R. (1990). Brazilian lectures. London: Karnac.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden