Mazzel-tov!
Samenvatting
De geschiedenis van Israël is doordesemd met levensbedreigende gebeurtenissen. Aan deze historische basis dient een unieke, typerende omstandigheid van het leven in Israël te worden toegevoegd, namelijk de verplichte militaire indiensttreding, die van kracht is voor alle achttienjarigen, een leeftijd waarop jonge mensen in het westen de veilige thuishaven verlaten voor hun universitaire studies. Hoewel de dienstplicht geldt voor zowel mannen als vrouwen, zijn het in feite enkel fysiek en psychisch gezonde mannen die zich in een uniform moeten hijsen en in potentieel levensbedreigende situaties terecht kunnen komen. Hoewel dit onderwerp elke familie in Israël aangaat en intuitief zo belangrijk lijkt, is er tot op heden vanuit psychoanalytische kant geen onderzoek naar verricht. De auteur Hanni Mann-Shalvi, als psychoanalytica verbonden aan de Israëlische Vereniging voor Psychoanalyse, moeder van drie zoons, en werkend en woonachtig in Israël, brengt hierin verandering.
Bespreking van
Hanni Mann-Shalvi (2016). From ultrasound to army — The uncounscious trajectories of masculinity in Israel. London: Karnac Books. ISBN 978 1 78220 081 9, 290 pp., £ 24,79
Een groot deel van dit boek is geschreven in de patio van het Amerikaanse Colony Hotel, gelegen op de grens tussen Oost- en West-Jeruzalem, en een verzamelplaats voor politici, diplomaten, journalisten, Israëli's, Palestijnen en buitenlanders. Een plaats waar ze kon ervaren hoe het leven er uit zou zien als er vrede zou heersen in het Midden-Oosten. Naar eigen zeggen trok ze zich daar terug om overweg te kunnen met de overspoelende inhoud van haar werk.
Want met haar boek leidt ze ons door een belangrijk en funderend stuk Israëlische emotionele realiteit. We treden binnen in een gemeenschap die enerzijds gebaseerd is op waarden als vrijheid en democratie, maar anderzijds worstelt met de continue levensbedreigende realiteit. Wordt het proces van ouderschap van zoons in Israël beïnvloed door de wetenschap van de ouders dat die zoons op hun achttiende het leger in moeten? Hoe beïnvloedt dit gegeven de verstandhouding binnen het koppel? Welke weerslag heeft dit op de emotioneel-psychologische ontwikkeling van het kind in kwestie? Bij het beantwoorden van deze vragen probeert ze tot bij de onbewuste emotionele processen te komen, de defensiemechanismen die het mogelijk maken, maar ook de beperkingen die deze opleggen aan de kwaliteit of de intensiteit van hun leven. De opzet van haar onderzoek vertrekt uit diepgaande interviews met twaalf koppels. Haar omzichtig luisteren legt een onzichtbare emotionele realiteit bloot, uniek aan het Israëlische ouderschap, dat uit specifieke patronen bestaat van ouderschap en relatie, en ook van identiteit van zoons én dochters, en bijgevolg het daarmee raken van een hele maatschappij.
In het eerste deel analyseert de auteur de processen die Israëlische ouders doormaken wanneer ze ontdekken dat ze een zoon verwachten, en het onbewuste conflict dat hun ouderschap vormt en saboteert, met inbegrip van de spanning binnen de koppelrelatie. De angst van de ouders triggert een scala aan gevoelens, die tot uiting komen in gedachten en opvoedingspatronen. De ambivalentie wanneer ouders te horen krijgen dat het kind dat ze verwachten een zoon zal zijn. Direct daarna de angst voor het leven van hun zoon gedurende zijn legertijd, vergezeld van angst voor een sterfgeval en grote problemen. Het uitdrukken van deze gevoelens bracht hulpeloosheid teweeg en het daaraan gekoppelde schuldgevoel, vanuit de behoefte zijn leven te willen beschermen. De ervaring om leven te genereren in de schaduw van de dood.
Deze realiteit in Israël installeert een emotionele valkuil voor ouders: als zij hun ouderlijke opdracht vervullen en een zoon ‹afleveren› met serieuze emotionele, fysieke en cognitieve capaciteiten, en een mannelijke identiteit anders dan die van hen, zullen zij zelf voor een groot stuk hebben bijgedragen aan de legerdienst, die zijn leven op het spel kan zetten. Het onbewuste conflict vindt zijn oplossing wanneer de splitsing van tegengestelde ouderlijke taken verschuift van een intrapsychisch conflict naar een interpersoonlijk conflict, wat daardoor spanning brengt op de koppelrelatie. Het moederlijke patroon van overbescherming creëert voor hun zoons de illusie van een ideale wereld, die de consolidatie van een aparte identiteit saboteert. Parallel hieraan raken vaders verstomd en zelfs ‹verscholen›. Hieraan toegevoegd een spanning die de ouderlijke relatie typeert, en die ondergeschikt is aan de issues van en met hun zoons. Ook verschillende processen van intergenerationeel trauma nam de auteur waar, verbonden aan de joodse en Israëlische geschiedenis, die zowel bewust als onbewust de psyche van ouders en zoons bezet. Ze onderscheidt de volgende dynamieken:
- Door het intrapsychisch conflict tussen tegengestelde ouderlijke taken en het conflict interpersoonlijk maken binnen het koppel, ondervindt elke ouder individuele opluchting, maar de relatie wordt bezet door een continue spanning.
- De conflictueuze opvoedingspatronen tussen de ouders houden de zoon weg van het aannemen van een mannelijke gevechtsidentiteit, terwijl hij opgroeit tot aan zijn recrutering, aldus de illusie creërende van controle en afstand ten aanzien van de inhoud van de militaire dienst, wat de ouders toelaat om hun angst voor verlies en hun huidige ervaring van de ouderlijke hulpeloosheid te kalmeren, alsook angsten die ontspruiten aan, en versterkt worden door, intergenerationele overdracht van het Holocausttrauma.
- Tegelijkertijd kan deze ouderlijke dynamiek uitmonden in de ervaring van een ontwikkelingstekort en een verlangen naar een ‹machoheld›-identiteit, met de aantrekking naar het beeld van de strijder. Bij recrutering zal de zoon dit omarmen en dienen in een gevechtseenheid.
- De verdeling van de rollen tussen de ouders staat de zoon toe het beeld van de ouders als een ouderlijke eenheid te internaliseren. Hij krijgt de boodschappen die hij nodig heeft voor zijn volwassendom, maar zet deze in een systeem van rollen in, met repetitieve emotionele patronen en relaties.
In het tweede gedeelte van het boek bespreekt de auteur de gevolgen van het opvoeden van zoons in omstandigheden die onvolwassenheid bevorderen, maar honger naar mannelijkheid kweken. Deze hoofdstukken behandelen de Israëlische soldaat, zijn overgang van het veilige thuis langs de legerdienst naar de herintrede in het burgerleven, waar hij moet functioneren als een volwassen Israëli. De auteur heeft geenszins de bedoeling hiermee een uitputtend beeld te geven, maar slechts de aanzet tot een discussie, wat ons als niet-Israëli's een beeld geeft van de realiteit in Israël dat de media niet haalt.
Haar conclusie is als volgt: de beschermende ouderlijke patronen, die interfereren en compenseren, zijn een dekmantel voor de overdracht van ouderlijke angst naar en op hun zoons. Wat ‹bescherming› van de zoons lijkt, is eigenlijk ‹gebruik› van de zoon om de gevoelens van angst kwijt te raken en ondertussen de boodschap voorbij te laten gaan dat hij in oorlog gedood kan worden. Deze boodschap, die gedurende het leven van de zoons klinkt, van crèche tot het laatste jaar van de middelbare school, houdt op een krachtige manier de gesneuvelden levendig voor jonge Israëli's, en misschien ook voor diegenen die de concentratiekampen bezoeken, om de ervaringen van de gruwel op te zoeken. Al deze factoren creëren de onbewuste wetenschap in zoons, en misschien ook in ouders, dat zoons kunnen sterven op hun achttiende. De afgezwaaide zoons zien zichzelf later geconfronteerd met een ‹naoorlogse› toekomst waartegen ze zich niet gewapend weten. De relaties met hun ouders zijn geïmpregneerd met angst, schuld en afhankelijkheid.
De gelaagde inzichten die uit deze studie naar voren komen, onderstrepen het belang van emotionele integratie die toelaat conflicterende werelden en krachtige emoties te containen. Gelijklopend leven de onverwerkte trauma's van eerdere generaties krachtig verder in de huidige, en kunnen oneigenlijk toegeschreven worden aan gebeurtenissen in het heden. Het brengt ook het belang van een psychoanalytische belichting naar voren.
Onderscheid maken tussen de inhoud die individuen meedragen in hun psyche — in termen van ‹mijn inhoud› versus ‹niet mijn inhoud›; de laatste dus de onbewuste overdracht van intergenerationeel trauma — maakt het gemakkelijker om het emotionele plaatje te begrijpen, en derhalve te containen, waarom een integratieve emotionele positie te verkiezen is, en dit op verschillende niveaus: op een persoonlijk niveau bevordert het goede mentale gezondheid, die ruimte biedt voor ontwikkeling en creativiteit, vitale onderdelen voor succes en voorspoed; op een cognitief niveau voorkomt het de verspilling van energie aan het in stand houden van verdedigingsmechanismen, waardoor de gebruikte energie aangewend kan worden voor leren en ontwikkeling, wat zowel individuen als koppels als families toelaat om hun mogelijkheden waar te maken; maatschappelijk gezien bevordert het de ontmoeting met de realiteit, met een correcte inschatting van het dreigingsniveau met een juist afgestemde reactie.
Laat ons vooral niet vergeten dat de omstandigheden die de auteur beschrijft ook in Europa van toepassing waren in de eerste helft van de vorige eeuw. Het containen van krachtige emoties dient het blokkeren van een emotionele overspoeling door de maatschappij en zijn instituties. Dat is wat het boek bijzonder geslaagd maakt, net als door zijn heldere inkijk in een complexe problematiek.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden