Complex en toch toegankelijk
Samenvatting
De voorliggende teksten zijn ontstaan ‹in de marge van de mainstream psychoanalyse en orthopedagogiek›. Zij geven een diepgaand en omvattend theoretisch en klinisch beeld van een weinig bekend domein, met name een psychoanalytische benaderingswijze van mensen met een verstandelijke beperking. De bundel is de weergave van een studiedag die werd gehouden naar aanleiding van het afscheid van collega Johan De Groef als algemeen directeur van Zonnelied, een instelling die mensen met een ernstige meervoudige handicap opvangt en begeleidt. Hij getuigt van een ruim vijfentwintigjarige respectvolle klinische zoektocht en reflectie. Naast De Groef werkten nog vijf medewerkers van Zonnelied mee aan het boek. Verder zes Vlaamse psychoanalytici vanuit andere contexten. Drie bijdragen van Franse psychoanalytici vervolledigen het geheel.
Bespreking van
Johan De Groef & Rudi Vermote (red.). (2015). Verstandelijke beperking en psychoanalyse — Echo's van verlangen. Antwerpen-Apeldoorn: Garant. ISBN 978 90 441 3393 6, 222 pp., € 27,50
Diverse auteurs besteden ruime aandacht aan de woorden waarmee zij hun patiënten benoemen. In huize Zonnelied worden de mensen met een ernstige meervoudige handicap 'gasten' genoemd. Primordiaal is de bezorgdheid om deze mensen niet vanuit hun tekort of hun diagnoses te benoemen, maar wel vanuit hun eigenheid als persoon.
In een uitvoerig hoofdstuk schetst Johan De Groef het basismodel dat hij, samen met collega's in binnen- en buitenland, uitbouwde vanaf de jaren negentig. Hij beschrijft de vele uitgangspunten en inspiratiebronnen voor de ontwikkelde mensvisie en theoretische kadering, de doelstellingen en de dagdagelijkse pogingen tot concrete vertalingen ervan naar individuele gasten toe. In zijn eenvoudigste bewoordingen vat hij dit als volgt samen: ‹Zonnelied wil mensen met een verstandelijke handicap ondersteunen in het articuleren van hun verlangen […] om het eigen verlangen bestaansrecht te geven, en zich dus zeker niet aan te passen aan het verlangen van een ander […]› . Dit is een heel rijke en sterk onderbouwde tekst die vele aspecten van de thematiek synthetiseert, en die het gehele boek kadert en draagt. De Groef slaagt erin om deze zeer complexe materie op heldere en erudiete wijze in mooie formuleringen te gieten, die getuigen van oprechte betrokkenheid en oprecht engagement. Hetzelfde dient gezegd te worden over de bijdrage van Rudi Vermote, die de ontmoeting met deze mensen — die hij ‹onwetenden› noemt, zoals wij dat allemaal zijn — op existentiële fundamenten grondt, daarbij ook puttend uit de getuigenissen van de auteur Kenzaburo Oë over zijn ‹onwetende› zoon.
De grondbenadering kent twee krachtlijnen: het zoeken van manieren om tot een gepersonaliseerde ontmoeting te komen met de gasten als volwaardig subject van verlangen, en anderzijds de zogenoemde ‹institutionele pedagogiek›, dit wil zeggen, de manier waarop de instelling zich organiseert om het eerstgenoemde mogelijk te helpen maken. Het is vooral Jeroen Donckers die dit tweede thema expliciet en systematisch bespreekt. Hij maakt duidelijk dat het hier niet gaat om een specifieke methode, maar meer om een ethiek.
Dit werk is complex en moeizaam. Om te beginnen voor de ouders, broers en zussen van de persoon met een beperking. Naast De Groef, bieden Albert Ciccone en Regine Scelles een boeiende studie over deze thematiek. Scelles belicht op beklijvende wijze het (mogelijke) levensverhaal van het gezin als groep. Zij benadrukt hoe vooral de persoon met beperking en zijn of haar ouders veel aandacht krijgen, terwijl de broers en zussen vaak in de kou blijven staan. Zij illustreert (mogelijke) effecten van de handicap op de dynamiek van het gezin. Ciccone analyseert zeer uitgebreid mogelijke traumatische effecten van de confrontatie met een handicap. Hij onderzoekt voornamelijk de breuk in de verwantschapsbanden en de effecten van de handicap op het vlak van overdrachten in het gezin.
Het werk is tevens een volgehouden — of beter: vol te houden — zoektocht voor de begeleiders en therapeuten. Vrijwel elk hoofdstuk beschrijft een poging tot geïndividualiseerd contact met de gast, de moeilijkheden die ermee gepaard gaan, de stappen die worden uitgeprobeerd, de lichtpunten van voldoening als een gast manieren vindt om zijn verlangen vorm te geven.
In dit perspectief is het hoofdstuk van Marieke Van Isterdael bijzonder verhelderend. Als enige betrekt zij bij de uitbouw van haar psychoanalytisch denkkader expliciet relevante bouwstenen van een psychoanalytische ontwikkelingsbenadering. Zij maakt duidelijk hoe de kennis van zogenoemde ‹(zeer) vroege registers van relatievorming en communicatie› concrete wegen toont om bij deze meervoudig gehandicapte mensen basale vormen van contact te installeren. Zij illustreert dit onder meer door het begrip van manieren waarop de baby zijn lichaam bewoont.
Eline Coolens vertelt op boeiende wijze het verhaal van Bram, een dertigjarige man met een niet-aangeboren hersenletsel. Zij beschrijft hoe zij, rekening houdend met de implicaties van zijn neuropsychologische problematiek, zijn omgeving zodanig kan bewerken dat hij een rustpunt en houvast vindt, en hoe complementair hieraan zijn individuele therapie verloopt.
Verschillende auteurs vermelden dimensies van tegenoverdracht, maar het is Simone Korff-Sausse die een uitvoerige synthese biedt van tegenoverdrachtsdynamieken in de kliniek van de handicap.
Enkele hoofdstukken vergen voldoende vertrouwdheid met specifieke theoretische modellen en met het jargon en conceptualiseringen van de lacaniaanse inner circle. Zo onderzoekt Tomas Geyskens agressie vanuit een szondiaans perspectief (vanuit de herinterpretatie door Jacques Schottes antropopsychiatrie). Demuynck illustreert de vertaling van de structurele kliniek naar een casus en Stijn Vanheule bespreekt het psychoanalytisch werken met en vanuit het object a. Evi Verbeke beargumenteert waarom het vastleggen van een identiteit een destructief effect kan hebben. In enkele klinische vignetten illustreert zij wat volgens haar de essentie is: ‹Luisteren naar het spreken dat die persoon construeert en hoe zijn verlangen en genot zich daartoe verhouden›. Menig lezer zal de wenkbrauwen fronsen als Verbeke herhaaldelijk stelt: ‹En toch, psychotherapie en ook analyse zijn mogelijk bij deze mensen en hoeven zelfs niet altijd zoveel te verschillen van hoe het gewoonlijk gebeurt›. Deze stelling contrasteert met wat wordt gesuggereerd in het grootste deel van dit boek.
Deze zeer rijke en gevarieerde bundel toont op overtuigende wijze het moeizame en het waardevolle van een psychoanalytische benadering van mensen met verstandelijke beperking. Deze bundel is ook een terechte blijk van erkenning tegenover Johan De Groef, die een enthousiasmerende spil en motor was en blijft van dit werk: van ‹een cultuur die doordrongen is van een — ook psychoanalytische — nederigheid en bewerkt narcisme›. Deze bundel dwong mijn respect af. Ik heb er veel van geleerd.
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden