Psychoanalysis online 3: The teleanalytic setting
Samenvatting
In de reeks Psychoanalysis Online bundelt Jill Savege Scharff artikelen en bijdragen van de 22 analytici uit vele landen die samenwerken in de IPA International Working Group on Teleanalysis. Deel 1 (2013) en deel 2 (2015) waren breed georiënteerd: de impact van de communicatietechnologie op mental health, op teletherapie in het algemeen en op de professionele training.
Bespreking van
Jill Savege Scharff (2017). Psychoanalysis online 3 — The teleanalytic setting. London: Karnac Books. ISBN 978 17 8220 5180, 248 pp., € 28,72
Psychoanalysis Online 3: The Teleanalytic Setting is het derde boek in deze reeks. Het gaat hier vooral over het gebruik van communicatietechnologie binnen analyses en analytische therapie, met speciale aandacht voor de vraag in hoeverre de analytische setting mogelijk is en standhoudt in een teleanalytische setting (gebaseerd op audio- en videovormen van samenzijn).
Hieronder volgt een kort overzicht van de inhoud van dit deel.
- Filosofisch-beschouwelijke en klinische bijdragen over reality en virtual reality, als ook onderzoek naar de verschijningsvormen van onbewuste communicatie, overdracht en tegenoverdracht binnen deze beide realiteiten.
- Indicatiestelling: de noodzaak van een zorgvuldige indicatiestelling voor telebehandelen in de diverse vormen, en overwegingen wanneer en hoe dit in te zetten.
- In zijn meest gebruikte en onder analytici geaccepteerde vorm komt de internetbehandeling voort uit reeds lopende therapieën die wegens geografische afstand of wegens verkeersproblemen anders beperkt, onderbroken of vroegtijdig afgebroken zouden moeten worden. Het is dus meestal blended care: een mengvorm van zittingen met fysieke aanwezigheid en videozittingen, geïndiceerd vanuit een al eerder bestaande therapeutische relatie.
- Het creëren en handhaven van de analytische setting in fysieke of virtuele realiteit en de complicaties die zich in het laatste geval voordoen (bijvoorbeeld van technische aard en/of patiëntgebonden).
- Klinische ervaringen met telefonische of videogemedieerde behandelingen; vignetten uit psychoanalytische therapieën en psychoanalyses.
- Verslag van een studiegroep die een ‹blind-oordeel›-onderzoek deden over de intensiteit van analytische processen en transformatieve ontwikkelingen bij sessietranscripten in-person of in-cyberspace.
- Wat betreft teleanalyses: het voorkomen van zowel tele- als shuttle-leeranalyses van kandidaten in landen waar opleidingsanalytici niet of moeilijk te vinden zijn (in het kader van de America-China Alliance, vergelijkbaar met onze PIEE) geeft een unieke kans het analytisch werk en de verschijnselen daarin te vergelijken.
- Veel aandacht is er ook voor de ontoereikende veiligheid van Skype (verreweg het meest gebruikt) en voor goed beveiligde systemen die te verkiezen zijn, maar die wegens hogere kosten weinig gebruikt worden door vrijgevestigden.
Ik vervolg met enkele persoonlijke bevindingen en overdenkingen naar aanleiding van de inhoud. In 2007 vond een symposium plaats van dit tijdschrift met als thema ‹Waarom de divan?›. Ik heb mij toen verdiept in de virtuele divan en mogelijkheden en/of onmogelijkheden die zich daarbij voor zouden kunnen doen (Luymes 2007). Er bestond toen grote (internationale) weerstand tegen de soms al te gemakkelijk geachte keus om behandelingen per telefoon of Skype voort te zetten; dit vanuit de overtuiging dat het analytisch werk de fysieke aanwezigheid per definitie nodig had.
Ik was nu benieuwd naar de ontwikkelingen sindsdien — na het goud van de psychoanalyse en het koper van de psychotherapie, hoe wordt er nu gedacht over het silicium van de teleanalyse (Gutiérrez 2017)?
Er wordt een snel toenemend gebruik geconstateerd van telefoon- en videozittingen binnen analytische behandelingen, gerapporteerd in seminars en binnen collegiaal overleg. Maar: betrouwbare cijfers over telebehandelingen van IPA-leden zijn er niet. Op een IPA-enquête naar het gebruik van telefoon en video kwam te weinig respons om heldere conclusies te kunnen trekken.
Wat betreft regelgeving: er lijkt recent een ontwikkeling gaande naar meer regelgeving en uitspraken over ethische aspecten. Er is een IPA-standpunt over remote analyses in het kader van leeranalyses, waarin minimumeisen wat betreft de verhouding tussen remote en in-person zittingen (zie IPA 2019a). Er is ook een Duits voorstel voor een algemenere regelgeving te vinden op de IPA-website (IPA 2019b).
In Scharffs boek zijn verschillende meningen te vinden over de mogelijkheid van een diepgaand analytisch proces via teleanalyse. Een aantal auteurs achten het mogelijk dat een teleanalyse ingrijpende processen teweeg kan brengen die transformatief van aard zijn, en die, indien gebruikgemaakt wordt van videobeeld en een vaste psychoanalytische setting, in niets onderdoen voor transformatieve processen binnen de gebruikelijke setting.
Een hoofdstuk bevat een pleidooi om telebehandelingen als een eigenstandige vorm te beschouwen en te onderzoeken, in plaats van deze steeds te vergelijken met spreekkamerbehandelingen, uitgaand van de veronderstelling dat beide hetzelfde zouden moeten zijn. De discussie of de processen die zich in fysieke aanwezigheid voordoen, zoals onbewuste communicatie, overdrachtsprocessen, analytic third en dergelijke, zich net zo voordoen in het videocontact loopt vaak vast in een strijd om wie het ware goud bewaakt.
Een hoofdstuk over behandelingen van immigranten opende voor mij een nieuw gezichtspunt: een teleanalyse of -therapie bij een analyticus uit het land van herkomst kan de voorkeur hebben als cultuur en taal (gelijk aan die van de kindertijd) een veel sterker gevoel van emotionele nabijheid kunnen brengen, op basis waarvan een intensievere therapeutische relatie kan ontstaan.
Nog terugkomend op Skype: Geconstateerd wordt dat patiënten het onveilige Skypen over het algemeen veel minder erg vinden dan de behandelaars. Moeten patiënten hier beschermd worden tegen hun gemakzucht/bagatelliseren? Ook voor behandelaars brengt het zoeken naar een veilig systeem heel wat met zich mee, de keus voor Skype is dus ook voor hen heel wat gemakkelijker. Maar wel onveilig! Adviezen of regelgeving op dit terrein vanuit psychoanalytische verenigingen voor de leden lijkt me nuttig en noodzakelijk, ook met het oog op mogelijke klachten.
Concluderend zet het boek aan tot overdenken van eigen (voor)oordelen over telemogelijkheden in het analytisch werk. Er komen diverse ervaringen ter sprake die goed te gebruiken zijn voor een nieuwkomer die zich op dit terrein gaat begeven: expliciet stilstaan, ook met de patiënt, bij de onbeveiligde technologie van Skype en mogelijke alternatieven; het belang van het videobeeld en hoe dat gebruikt kan worden; het frame van deze setting en ingewikkeldheden die zich hierbij kunnen voordoen.
Ik kreeg veel waardering voor de inzet van de vele auteurs om dit weinig vertrouwde en moeilijk grijpbare terrein te onderzoeken. Het is voor analytische verenigingen van groot belang om vanuit ervaring tot regelgeving te komen wat betreft het werken met telecommunicatie in analyses en analytische psychotherapieën. Het werk van deze internationale IPA-werkgroep is daarbij onmisbaar.
Literatuur
- Gutiérrez, L. (2017). Silicon in ‹pure gold›? Theoretical contributions and observations on teleanalysis by videoconference. The International Journal of Psychoanalysis, 98, 4.
- IPA. (2019a). IPA policy on remote analysis in training. Geraadpleegd op www.ipa.world/ipa/en/IPA/Procedural_Code/IPA_POLICY_ON_REMOTE_ANALYSIS_IN_TRAINING.aspx
- IPA. (2019b). On the use of skype, telephone or other VoIP technologies in analysis. Geraadpleegd op www.ipa.world/FrStaging/Fr/IPA1/Procedural_Code/Practice_Notes/ON_THE_USE_OF_SKYPE__TELEPHONE__OR_OTHER_VoIP_TECHNOLOGIES_IN_ANALYSIS_.aspx
- Luymes, M.B. (2007). Transitional space in cyberspace. Tijdschrift voor Psychoanalyse 2007, 13(3), 224-236.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden