Gesprekken met Ferro
Samenvatting
Eerder in het Tijdschrift voor Psychoanalyse en haar toepassingen heb ik het werk van de Italiaanse psychoanalyticus Antonino Ferro vrij systematisch besproken (Hebbrecht 2011; Ferro 2011, 2012, 2013; Ferro & Civitarese 2015). The new analyst's guide to the galaxy: Questions about contemporary psychoanalysis is een neerslag van een reeks interviews die de jonge Luca Nicoli, eveneens auteur en psychoanalyticus, met hem heeft gevoerd. De titel is gekozen op basis van de televisieserie Star Trek waarin de personages een ontdekkingsreis ondernemen naar nieuwe, ongekende werelden of zogeheten niet-werelden. Volgens Ferro doet het bekende en wat we al weten, niet ter zake. In psychoanalyse komt het erop aan de verbeeldingsruimte te openen, het absurde en het ondenkbare te denken en te dromen, de ongekende en de onverwachte zones van de psyche te verkennen. Kernwoorden die verwijzen naar de essentie van zijn analytische praktijkvoering zijn transformaties in verhalen, in spel, in droom, in drama, in tragedie; het ondenkbare alsnog proberen te denken; zich vrijmaken van bestaande kennis, concepten en categorieën; de gehele analytische sessie te beschouwen als een droom. Niet zozeer de droom duiden, wel het dromen ontwikkelen; ermee spelen; de droom verder ontwikkelen. We zijn zo bang om te denken: angst voor innerlijke open ruimtes die uitnodigen om het onbekende te ontmoeten. Zijn we niet allen agorafoob? De hedendaagse psychoanalyse beschouwt het als haar missie om het preverbale en het presymbolische een vorm te geven zodat het droombaar wordt en een narratieve mogelijkheid krijgt aangeboden.
Bespreking van
Antonino Ferro & Luca Nicoli (2017). The new analyst's guide to the galaxy — Questions about contemporary psychoanalysis. London: Karnac Books. ISBN 978 1 7822 054 2 5, 158 pp., € 23,70
Hoe slagen we hierin volgens Ferro? Zijn antwoord is helder: de analyticus dient zelf een voldoende lange analyse te hebben ondergaan bij een andere analyticus die bekwaam, goed opgeleid is en in staat is te spelen. De analyticus dient zelf genoeg bankanalyses uit te voeren, ook nog een leven te hebben en over enige vrije tijd te beschikken. In ons huidig tijdsgewricht kan dit vak het best gecombineerd worden met een andere baan. Ferro noemt sommige analytici verslaafd aan hun patiënten en opgesloten in een analytische modus. Psychoanalyse is slechts een baan als elke andere. De psychoanalyse verdient nog steeds een plaats in de behandeling van ernstige psychiatrische stoornissen: ook bij autisme, ook nog in het psychiatrische ziekenhuis waar ze haar plaats opnieuw dient te verwerven. Belangrijk is dat we zorgzaam omgaan met onze patiënten en natuurlijk blijven; neutraliteit is een onhaalbaar en onwerkbaar gegeven — we worden immers altijd beïnvloed door de emoties van onze patiënten. Zijn benadering is fundamenteel en radicaal bioniaans: luisteren en begrijpen, zich openen voor de projectieve identificaties en deze transformeren om getransformeerd terug te geven aan de patiënt. We staan machteloos ten aanzien van veel wat er vanuit de realiteit op ons afkomt en transformeren dit tot een filmsequentie, waarbij pictogrammen in een sequentie worden geplaatst aan gene zijde van de contactbarrière. Deze filmsequentie vormt de aanzet van verhalen. Volgens Ferro is de keuze voor het model van Bion onvoorwaardelijk en dus niet verenigbaar met andere modellen. Analyse is niet zozeer het bewust maken van het onbewuste of het vertalen naar een andere taal; wel het helpen ontwikkelen van de eigen instrumenten om te denken en deze te leren gebruiken wanneer men gebombardeerd wordt door protosensoriële en proto-emotionele toestanden, zodat men het onbegrijpelijke alsnog kan omvormen tot iets begrijpelijks. Op die manier kan de analyse een kans bieden om mentaal levendig te blijven en niet verlamd te raken door concrete levensfeiten, ook al zijn deze tragisch. Volgens Ferro komt transformatie in O slechts sporadisch voor: O dient volgens hem een transformatie te ondergaan in een leugen, zodat het ervaren van O meer draaglijker gemaakt kan worden.
Ferro waarschuwt vooral tegen de sclerosering van de psychoanalyse door verregaande orthodoxie en het niet kunnen loslaten van achterhaalde concepten. Het is ook goed dat hij zich keert tegen een idealiseren van pijn: analyse hoort speels en plezierig te zijn. Ook de psychoanalytische setting zou het best mee evolueren met de nieuwe ontwikkelingen in onze cultuur: er is een onveranderlijk deel in de analytische setting, maar ook een veranderlijk deel dat beïnvloed wordt door de specifieke culturele omstandigheden. Hij houdt een pleidooi voor innerlijke vrijheid, ook ten aanzien van bestaande psychoanalytische modellen. Ferro verkiest een zwakke theorie die veel ruimte biedt aan verandering, vergankelijkheid en vooral voor het nieuwe en het onbekende.
Na het lezen van dit boek kom ik tot de ontdekking dat zelfs Ferro slechts langzaam en geleidelijk tot vernieuwende inzichten komt. Ik kan me wel vinden in zijn visie, maar ik verenig mij er niet mee. Net als Bion en Ferro wil ik graag mijn eigen autonome manier van denken en ervaren ontwikkelen. Ferro is op zijn best als hij verwijst naar de eigen ervaringen uit de praktijk met kinderen en volwassenen. Dit boek kan de vergelijking met de klinische seminaries van Bion en Meltzer doorstaan.
Literatuur
- Ferro, A. (2011). Avoiding emotions, living emotions. London: Routledge.
- Ferro, A. (2012). Rêveries. Paris: Les Editions d'Ithaque.
- Ferro, A. (2013). Supervision in Psychoanalysis: The Sao Paulo Seminars. London: Routledge.
- Ferro, A. & Civitarese, G. (2015). The analytic field and its transformations. London: Karnac Books.
- Hebbrecht, M. (2011). Droomverhalen in het tweepersonenveld: Een kennismaking met het werk van Antonino Ferro. Tijdschrift voor Psychoanalyse, 17(1), 17-29.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden