De hulpverlening gementaliseerd
Samenvatting
De titel A day of teaching with Dickon Bevington beschrijft niet alleen het onderwerp van deze studiedag, maar sluit ook perfect aan bij de stijl waarin Dickon Bevington deze dag vorm gaf. Hij maakte ruimschoots gebruik van ostensive cues en deed verscheidene inspanningen om zijn publiek te mentaliseren, twee noodzakelijke ingrediënten om een publiek — en dus ook een cliënt(systeem) — in ‹leermodus› te brengen. We ondervonden aan den lijve hoe an experience of being understood mentale ruimte en openheid creëert om kennis van die persoon op te nemen. Het epistemisch vertrouwen in Bevington was bijgevolg duidelijk aanwezig, te merken aan de nieuwsgierigheid en leergierigheid in de groep.
Verslag van
Studiedag ‹A day of teaching with Dickon Bevington›
[Kortenberg, 29 maart 2019]
Dankzij de opzet dompelde deze studiedag je een hele dag onder in één specifiek thema. Een erg waardevolle ervaring voor ons als publiek, maar een erg intensieve ervaring voor onze gastspreker, kunnen we ons indenken. Jazeker, ook het publiek kon mentaliseren en erkende zijn prestatie om een hele dag te spreken en ons succesvol mee te nemen in zijn verhaal over adaptive mentalisation-based integrative treatment (AMBIT). It's a very difficult thing to mentalize an audience, voegde Bevington er zelf aan toe, hierbij ook verwijzend naar uitdagingen in de netwerkgerichte hulpverlening.
In de hulpverlening rondom ‹moeilijk bereikbare› kinderen en jongeren met complexe behoeften aan (geestelijke gezondheids)zorg, ontstaat immers een divers ‹publiek› zorgverlenende organisaties met elk hun eigen visie en theoretisch kader. Via mentalisatie en betekenisverlening stimuleert AMBIT al deze actoren om elkaar te beluisteren, van elkaar te leren en samen te werken. Want, zo bepleit AMBIT, het zijn juist die kinderen en jongeren die wantrouwend en vermijdend staan ten opzichte van hulpverlening die nood hebben aan een samenhangende benaderding. AMBIT beoogt daarom een geïntegreerde hulpverlening, vertegenwoordigd door één key-worker in wie de cliënt epistemisch vertrouwen heeft. Alle andere hulpverleners hebben als taak het proces tussen de key-worker en de jongere te ondersteunen en faciliteren. Op die manier ontstaat er in de ogen van de jongere een overzichtelijk, stevig en betrouwbaarder kader rond éénzelfde kind of jongere met een hulpverleningsnood. Dit is een cruciale, maar niet zo eenvoudige opdracht: Rocket science is easy compared to multi-professional working, klonk de boodschap in dat opzicht meerdere malen.
Aangezien ‹leren› en ‹mentalisatie› zo centraal staan binnen AMBIT, besteedde Bevington de volledige ochtend aan deze begrippen. ‹Voor sommigen in het publiek een nieuwe manier van denken, voor anderen een zoveelste herhaling van een reeds gekende theorie›, erkende hij eveneens. Met dergelijk gevarieerd publiek is het dan ook zoeken naar een evenwicht tussen basis- en gevorderde informatie. Desalniettemin leek iedereen geïnspireerd door zijn beeldspraak en metaforen.
Eén gevat beeld van een wiel toonde wat AMBIT tracht te ondersteunen, namelijk het vinden van een evenwicht tussen verschillende domeinen binnen een begeleiding: het werk met je cliënt, binnen je eigen team, met het netwerk, en ten opzichte van nieuwe en bestaande kennis. De mentalisatietheorie vormt de kern die het AMBIT-wiel draaiende houdt en van kracht voorziet om dilemma's binnen en buiten elk domein in evenwicht te houden. Daarnaast zet AMBIT niet alleen aan tot denken buiten en samenwerken met verschillende disciplines, maar ook buiten verscheidene therapeutische kaders. Dat blijkt uit verwijzingen naar technieken binnen onder andere de cognitieve gedragstherapie, het systeemtherapeutisch denken en cliëntgerichte psychotherapie. De nadruk lag op erkenning van belangrijke elementen die gemeenschappelijk zijn aan deze kaders, waaronder het vermogen een goede cliënt-therapeutrelatie aan te gaan, die de cliënt in het hulpverleningstraject betrekt en motiveert.
Bevington zette tot slot sterk in op leren via eigen ervaring. Een reflectieoefening in kleine groepjes weerspiegelde niet alleen hoe AMBIT concreet in zijn werk kan gaan en binnen organisaties geïmplementeerd kan worden, maar liet ons ook het effect ervan ervaren. Dankzij die ervaring van being understood in onze angsten en moeilijkheden rondom deze complexe casussen, bevorderde hij een bereidheid bij de hulpverleners om zich open te stellen en met AMBIT als leidraad de key-workers rondom moeilijk bereikbare jongeren gezamenlijk te ondersteunen.
Toch zijn er na afloop ook terechte zorgen. Zo bleef de praktische haalbaarheid van dit model eerder onderbelicht. Laat het nu net daar zijn waar volgens veel hulpverleners de schoen wringt. Hoe krijg je de agenda's van al die hulpverleners op elkaar afgestemd? Wie draagt de kosten van al deze hulpverleners rond de tafel? Multi-professionele samenwerking lijkt inderdaad nog niet evident in ons huidig hulpverleningslandschap. Dat netwerkhulpverlening moeilijker is dan rocket science, lijkt eerder de nood aan een stevig kader op beleidsniveau aan te geven dan een gebrek aan overtuiging onder hulpverleners. In dit kader past de bevinding uit onderzoek van Clark en collega's (2017) dat de effectiviteit van interventies tot 42% verbeterd kan worden door factoren op organisatieniveau.
Vol goede moed, en met een open geest die opnieuw in staat is tot mentaliseren over uitdagende vraagstukken in complexe casussen, sloten we deze dag af. Maar ook en vooral met een sterke oproep naar beleidsinstanties om een stevig kader te bieden waarmee dit soort werk mogelijk wordt. Bezorgdheden en voorstellen die tijdens dagen zoals deze aangekaart worden, kunnen alvast als uitnodiging en inspiratiebron fungeren.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden