MENU
  • Home
  • Actueel
    • Nieuws
    • Agenda
  • Inhoud
    • Laatste nummer
    • Archief
    • Rubrieken
    • Redactioneel
    • Artikel
    • Boekessay
    • Naast de bank
    • Scènes
    • Histories
    • Verslagen
    • Boeken
  • Auteurs
    • Overzicht auteurs
    • Auteursrichtlijnen
    • Artikel indienen
    • Gebruik van artikelen
  • Abonnementen
    • Abonnement aanvragen
    • Proefabonnement
    • Voorwaarden en wijzigingen
  • Over TvPa
    • Redactie
    • Adverteren
    • Open Access
    • Links
    • Contact
  • Reacties
    • Van lezers
Inloggen
Inhoud
Inhoudsopgave jaargang 26 (2020) / nummer 2
PDF  

‹Samen-zijn› is de toekomst van de MBT

Annette Plümpe
12 juni 2025

Samenvatting

MBT Nederland heeft voor de derde keer in Nederland het Internationale MBT-congres georganiseerd. Centraal stond deze keer de inbedding van het epistemisch vertrouwen in het MBT-model, de impact van de veranderende omgeving op patiënten en families, de support binnen professionele teams om het mentaliserend vermogen te behouden en het netwerken van teams met de omgeving van patiënten ter verbreding van het epistemisch vertrouwen. Slechts een selectie van een groot aantal indrukwekkende lezingen kan hieronder weergegeven worden.

Verslag van

Vijfde Internationale MBT Congres

[Haarlem, 21-22 november 2019]

A. Bateman, verbonden aan het Anna Freud Centrum (AFC), kijkt in zijn presentatie terug op de ontstaansgeschiedenis van de MBT. Psychoanalytische therapie werkte niet voor ernstige persoonlijkheidsstoornissen. Fonagy, Bateman, Target en collega's zochten begin jaren 1990 naar een uitweg uit deze impasse. Ze vonden aanknopingspunten bij de hechtingstheorie en de Theory of Mind. Het verlies van mentaliseren treedt op bij toename van stress, afwijzing en trauma binnen een specifiek gehechtheidssysteem. De wisselwerking tussen gehechtheid, affectregulatie en mentaliseren is de basis voor de verdere ontwikkeling van het therapiemodel voor cluster B-persoonlijkheidsstoornissen. De gehechtheidsstrategieën zijn van belang om het disfunctioneren van het gehechtheidssysteem te begrijpen. Wordt het disfunctioneren zichtbaar door hyperactivatie of deactivatie van het gehechtheidspatroon? Als voorbeeld: bij de dismissive gehechtheidsstijl is er sprake van deactivatie van het systeem, er zijn geen herinneringen met beladen emoties oproepbaar. Het falen van het mentaliserend vermogen in gehechtheidsrelaties heeft ernstige gevolgen voor het individu op lange termijn. De klinische toepassingen zijn de afgelopen jaren enorm ontwikkeld, Bateman verwijst naar de adherentieschaal en naar de focus die meer op de therapeutische vaardigheden is komen te liggen.

E. Asen (AFC) presenteert verschillende projecten in Londen. Eén daarvan richt zich op mishandelde kinderen en hun families. De kinderen krijgen les en therapie met ouders en leerkrachten samen. Families leren van elkaar. Zo is er ook cross fostering waarbij volwassenen in pedagogische functies mee mentaliseren over het kind. Interventies zijn erop gericht dat het kind gespiegeld wordt door de ander die niet de ouder is. De feedback is in een veilige relatie, met een belangrijke sleutelfiguur uit het dagelijks leven. Het kind leert hoe het wordt waargenomen door de ander, genuanceerd en coherent. Een ander project richt zich op het mentaliseren over het kind door rechters binnen civielrechtelijke procedures.

D. Bevington (AFC) benadrukt het belang van het mentaliseren in teams, zoals binnen het Ambit model (adaptive mentalization based integrative treatment) gebeurt. Hij voegt een nieuw interessant aspect toe aan het triadisch werken. Met een korte uitstap naar het P-factormodel, een transdiagnostisch model dat de ernst van psychopathologie aangeeft verwijst hij naar het sociaal isolement van patiënten met BPS ten gevolge van gebrek aan epistemisch vertrouwen. Belangrijk is dat de multi modal worker het mentaliserend vermogen behoudt, aan het eigen team terugkoppelt en met het team mentaliseert over de relaties van de patiënt met zijn netwerken (systemen). Het team moet een balans vinden tussen de eigen identiteit (closure) en het aangaan van nieuwe relaties met netwerken van de patiënten (brokerage). Om dit aan te kunnen gaan heeft de medewerker het mentaliserend vermogen van het team nodig.

C. Sharp, hoogleraar van de universiteit van Houston, belicht nieuw onderzoek over diagnostiek bij borderline adolescenten en het belang van narratieve coherentie in de MBT-behandeling. Zij stelt dat criterium A (persoonlijkheidsfunctioneren) in het alternatieve (dimensionele) model van de DSM 5 tot verfijnde diagnostiek leidt omtrent identiteit (-diffusie) in de adolescentie en bij het stellen van de borderline-persoonlijkheidsstoornis. Pas in de adolescentie is er sprake van de rijpere vorm van identiteit die dan ook pas onderzocht kan worden. Het criterium B (maladaptieve persoonlijkheidstrekken) is geschikt voor diagnostiek vanaf de leeftijd van 12 jaar, de preadolescentie. In deze fase ontwikkelt zich de structuur van het zelf (zelfconcept) naast de cognitieve ontwikkeling. Sharp vond in onderzoek een correlatie tussen narratieve coherentie (betekenisvolle storytelling) en veilige gehechtheid. De focus in de klinische praktijk van MBT bij adolescenten moet volgens haar gericht zijn op het ontwikkelen van juist dit coherente narratief in de veilige gehechtheid met de therapeut waardoor identiteitsintegratie toeneemt en epistemisch vertrouwen ontstaat.

P. Luyten, Universiteit Leuven, belicht het thema ‹trauma en MBT›, specifiek complex gehechtheidstrauma ontstaand in de vroege jeugd en zich uitend in ecophenotypes (Teicher & Samson 2013). Gevolgen zijn lage scores bij reflectief functioneren over trauma (RF-T), hertraumatisering in partnerrelaties en acting-out in intergenerationele overdracht. In de klinische praktijk moet de focus liggen op het verbreden van de imaginatie over het trauma in micro-slices. De therapeut en het netwerk van de cliënt zijn belangrijk om het trauma te helpen ‹kalibreren› zodat zelfcontrole en het creëren van een coherent zelf mogelijk worden.

P. Fonagy (AFC) vertelt op een meeslepende wijze hoe mentaliseren in brede zin de motor is voor verandering. Hij appelleert aan een paradigmashift in het denken over de therapeutische focus die volgens hem ligt bij het creëren van een we-ness tussen therapeut en patiënt én zijn relatie met sociale systemen. De therapeut en patiënt ‹adopteren› gezamenlijk hetzelfde ‹object›, waardoor zij gedachten en gevoelens samen delen. Bij dit proces wordt de mind geraakt in het contact: the feeling of being intouched. Het moment gaat verder dan slechts de eigen beleving delen. Fonagy beschrijft deze we-modus als: ‹being part of a set of thoughts and feelings that are beyond one's own›. Hij baseert zijn betoog op gegevens over sociale deprivatie en isolatie die door de menselijke evolutie in de huidige samenleving steeds meer is toegenomen en een gemeenschappelijke factor is van veel psychiatrische stoornissen. Het appel is duidelijk, maar de verbreding van de dyadische context naar de triadische is niet nieuw. Wel is baanbrekend dat mentaliseren hier een prominente rol in moet spelen. Jammer dat de tijd om was, want deze vooruitziende blik klinkt als de kern van veel meer. Fonagy is niet alleen de godfather van de MBT zoals Dawn Bales (MBT Nederland) hem introduceert, maar een visionair voor de psychotherapie!

Vorige Inhoudsopgave Volgende
Twitter Facebook Linkedin
Delen Print PDF

Literatuur

  • Teicher, M.H. & Samson, J. (2013). Childhood maltreatment and psychopathology: A case for ecophenotypic variants as clinically and neurobiologically distinct subtypes. American Journal of Psychiatry, 170, 1114-1133.

© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x


De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:


Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

Jaargang 31, nr. 2, juni 2025

Neem een ABONNEMENT Laatste editie Archief

Nieuwsbrief Boom Psychologie

Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.

Aanmelden

Boeken

Positieve psychologie - De toepassingen
Fredrike Bannink
€ 24,95
Meer informatie
Diagnostiek in de praktijk
Frans Schalkwijk
€ 39,50
Meer informatie

Privacy policy

Algemene voorwaarden

© 2009-2025
Boom uitgevers Amsterdam

Redactieadres

Romana Goedendorp

Miquelstraat 131

2522 KN  Den Haag
tvpsychoanalyse@gmail.com

Klantenservice

Boom uitgevers Amsterdam B.V.

Postbus 15970

1001 NL Amsterdam

Nederland

088-0301000

klantenservice@boom.nl