MENU
  • Home
  • Actueel
    • Nieuws
    • Agenda
  • Inhoud
    • Laatste nummer
    • Archief
    • Rubrieken
    • Redactioneel
    • Artikel
    • Boekessay
    • Naast de bank
    • Scènes
    • Histories
    • Verslagen
    • Boeken
  • Auteurs
    • Overzicht auteurs
    • Auteursrichtlijnen
    • Artikel indienen
    • Gebruik van artikelen
  • Abonnementen
    • Abonnement aanvragen
    • Proefabonnement
    • Voorwaarden en wijzigingen
  • Over TvPa
    • Redactie
    • Adverteren
    • Open Access
    • Links
    • Contact
  • Reacties
    • Van lezers
Inloggen
Inhoud
Inhoudsopgave jaargang 26 (2020) / nummer 2
PDF  

Machtsspel via taal

Sjef Houppermans
12 juni 2025

Samenvatting

Terugkijkend op het verhaal over de ‹Blikken dominee› kan men stellen dat wellicht vandaag de dag zowel vanuit juridisch als vanuit psychiatrisch oogpunt anders naar deze zaak zou worden gekeken. De negentiende-eeuwse klassenmaatschappij beoordeelt en bestraft soortgelijke gevallen uitgaande van een ideologie gebaseerd op machtsstructuren. Michel Foucault heeft dit uitgebreid aangetoond in Discipline, toezicht en straf: de geboorte van de gevangenis (1975). Het straffen is niet zozeer bedoeld om verantwoordelijkheid bij te brengen, als wel om regels en bevelen te handhaven.

Reactie op

Romana Goedendorp (2020). De Blikken dominee: door taal gegrepen of gevangen? In dit nummer.

Maar kunnen we hier specifieke, persoonsgebonden, pathologische factoren bij onderscheiden vanuit een psychoanalytisch perspectief? Dan kun je denken aan de extreme bezitsdrang van Barger, die te verbinden valt met een fundamenteel gemis. Het is ongetwijfeld gestoeld op relationele manco's die vanuit de familieroman zich als kringen in het water over het volwassen bestaan hebben uitgebreid. Maar denkend aan de lacaniaanse invulling komt in het geval van de dominee op symptomatische wijze naar voren dat het ‹zwarte gat›, daar waar het elementaire gemis wortelt, talig van aard is. In de taal blijkt schrijnend dat de eigenheid van het subject een illusie is en dat ons talig zijn functioneert vanuit de leegte die taal mogelijk maakt. De overgang van de imaginaire naar de symbolische orde in de theorie van Lacan impliceert dit verlies (zie Mooij 1975 en De Kesel 2019). De dominee, als intellectueel, als dichter, als verkondiger, als briefschrijver, tart deze essentiële plaats van de taal, maar doorvoelt ze ook. En ongetwijfeld gaf de taal ook de beslissende por die tot de fatale acting-out leidde: toen de vermeende macht over de taal (op de kansel, in de brieven, in de gesprekken onder andere) instortte, nam de wanhoopsdaad de teugels over.

Maar eerder in zijn bestaan leefde Johan Barger zich uit in zogenoemde domineespoëzie. Hij publiceerde in 1875 een bundel Bloesems en knoppen. Vele van de teksten in dit boek dateren uit de jaren 1870-1873, waardoor we kunnen spreken van adolescentenpoëzie (hij werd geboren in 1853). De bundel is doorspekt met romantische clichés en een ongebreideld idealisme. Vaker komen ook meer lugubere elementen naar voren, zoals in de verzen:

‹Natuur vertoont dien glimlach allerwegen,
Die soms den vroeggestorven doode tooit› (p. 48)

Of (voorspellend):

‹O Mijn God, wil háár mij geven!
Nimmer gaaf waar mij zoo groot:
Háár te hebben is te leven,
Háár te derven wordt — de dood!› (p. 56)

De taal wordt als absolute waarde gesteld:

‹o Mijn zielsverrukken!
In de taal der poëzy
Alles uit te drukken,
Wat daar woelt in mij!› (p. 91)

In deze gedichten worden drie dimensies naadloos met elkaar verbonden: de religie, de ideale liefdesrelatie en de macht van de poëzie:

‹Dàt is het wat gelukkig maakt,
De heilge poëzy!
Dàt is 't wat droefheids banden slaakt
Dàt is 't waardoor de ziel, nu vrij,
Een hemel van verrukking smaakt
En God is haar nabij!
Mijn God, laat me eindloos, eindloos lang
Dat welzijn, dat geluk,
Waardoor 'k mij uitstort in een zang,
Terwijl 'k der dichtkunst snaren druk!
Dat immer, welke smart me ook prang',
Die wellust mij verrukk'!› (p. 100)

Als sjibbolet licht bij herhaling de term ‹toovertaal› op (met als variant ‹tooverzangen›), een ander woord voor de carmina, de heilige, alles betoverende, eenieder verleidende lyriek.

Dit alles verdoezelt de gebreken van taal, het inherente gemis. Lyriek wil zich de taal toe-eigenen en zo de symbolische onteigening laken.

Taal als communicatiemiddel veronderstelt castratie, het aanvaarden van betrekkelijkheid en beperkte macht over zichzelf en de ander, weerloosheid tegenover het lot, de bestemming, de dood.

Barger bezweert dit ondraaglijk gemis ook in zijn optreden als dominee. In die hoedanigheid is hij de spreekbuis van het woord Gods, het absolute woord. Zo heeft hij macht over de gelovigen door de taal, macht over het lot waaraan in de protestantse kerken vaak een negatieve invulling werd gegeven: de dominee heerst door de dreiging met hel en verdoemenis. Ook hield hij op aanraden van zijn mentor dominee Ten Kate een dagboek bij. Zo kunnen de persoonlijke problemen worden gegijzeld en manifesteert zich ook hier de macht over de eigen Ik door taal.

Een verlengstuk hiervan komt naar voren in de relatie met Cato. In eerste instantie geeft hij haar onderricht en weeft haar zo in binnen een spinsel van woorden wat maakt dat de seksuele voortzetting er een natuurlijk vervolg van lijkt te zijn. Een gegeven als het herschrijven van de afwijzingsbrief van Cato aan de jongeman die haar een huwelijksaanzoek deed onderstreept dit machtsspel via taal.

Het onvermijdelijke resultaat openbaart zich in Bargers acting-out, wanneer de schellen hem van de ogen vallen: daar staat hij op de preekstoel met een dolk onder zijn kleren om de Bijbel weg te smijten en zich te doorsteken en zo de gevreesde castratie te voltrekken, een daad waarvoor hij ten slotte toch terugdeinst. Daar staat hij met twee revolvers tegenover Cato en ‹flipt› op de woorden ‹Daar zal ik me op bedenken› van haar kant.

Het kaartenhuis van de taal zoals door het verlangen gefixeerd stort in elkaar.

Het straatlied over de ‹Blikken dominee› presenteert deze als onecht. Terugkijkend refereert dat in onze ogen aan de ontdekking dat er geen echte Johan Barger bestaat; het subject tuimelt van zijn voetstuk: de preken, het dagboek, de poëzie, de liefdeswoordjes: dat alles was onecht, imitatie en dat is onverdraaglijk voor wie er helemaal in opging, er totaal in verdween.

Vanuit het perspectief van de tegenoverdracht als lezer rijst dan verder de vraag in hoeverre mijn analyse ingegeven wordt door mijn fascinatie voor het gruwelijke of het onbegrijpelijke van het verhaal. Zie ik hier, door zelf woorden met woorden te confronteren, een mogelijkheid mijn eigen vragen over taal en hechting te stellen?

Vorige Inhoudsopgave Volgende
Twitter Facebook Linkedin
Delen Print PDF

Literatuur

  • Barger, J. (1875). Bloesems en knoppen. Amsterdam: Jan Leendertz.
  • De Kesel, M. (2019). Het Münchhausen-paradigma. Waarom Freud en Lacan ertoe doen, Nijmegen: Vantilt.
  • Foucault, M. (1975). Discipline, toezicht en straf: De geboorte van de gevangenis. Groningen: Historische uitgeverij, 2018 (Surveiller et punir).
  • Mooij, A. (1975). Taal en verlangen. Meppel: Boom.

© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x


De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:


Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

Jaargang 31, nr. 1, maart 2025

Neem een ABONNEMENT Laatste editie Archief

Nieuwsbrief Boom Psychologie

Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.

Aanmelden

Boeken

Diagnostiek in de praktijk
Frans Schalkwijk
€ 39,50
Meer informatie
Positieve psychologie - De toepassingen
Fredrike Bannink
€ 24,95
Meer informatie

Privacy policy

Algemene voorwaarden

© 2009-2025
Boom uitgevers Amsterdam

Redactieadres

Romana Goedendorp

Miquelstraat 131

2522 KN  Den Haag
tvpsychoanalyse@gmail.com

Klantenservice

Boom uitgevers Amsterdam B.V.

Postbus 15970

1001 NL Amsterdam

Nederland

088-0301000

klantenservice@boom.nl