Het innerlijke achterland van asielverzoeken
Samenvatting
Asielzoekers zijn veelal hun thuisland ontvlucht vanwege ervaren systematisch geweld of de dreiging daarvan, en in het gastland kan langdurige onzekerheid volgen, vol sociale problematiek. Wanneer dergelijke reële maatschappelijke factoren aanleiding vormen tot psychisch lijden, lijkt een psychodynamisch georiënteerde behandeling niet de eerste keuze. Het boek Psychodynamic Perspectives on Asylum Seekers and the Asylum-Seeking Process bespreekt dan ook niet de bewustwording van de innerlijke gevoelsdynamiek tijdens behandelingen. De titel suggereert dat ook niet, terwijl ik er ten onrechte wel van uit was gegaan. Dit boek gaat over slachtoffers van politiek of gendergerelateerd geweld, niet over oorlogsvluchtelingen. Wat zijn de door hen afgelegde historische en motivationele routes? Welke innerlijke en externe factoren brachten hen in die zo bedreigende positie; wat bepaalde hun volharding; welke overwegingen en mogelijkheden leidden tot de uiteindelijke ontsnapping? Door deze vragen werd de auteur, Barbara Eisold, psychotherapeut in New York City en staflid bij het Institute for Contemporary Psychotherapy, geïntrigeerd tijdens de psychologische evaluaties die zij pro bono uitvoert ter ondersteuning van asielverzoeken. Haar boek deelt inzichten die zij verwierf uit meestal eenmalige interviews en uit relevante literatuur, en put nauwelijks uit psychotherapieën. Zij behandelt drie specifieke groepen: politiek activisten, slachtoffers van vrouwelijke genitale verminking, en aan feminicide ontsnapte vrouwen uit Centraal-Amerika. Elke groep krijgt een eigen hoofdstuk, met gedetailleerde casuïstiek en talrijke informatieve voetnoten.
Bespreking van
Barbara Eisold (2019). Psychodynamic perspectives on asylum seekers and the asylum-seeking process — Encountering well-founded fear. London/New York: Routledge. ISBN: 9781138354456, 162 pp., €40,50
Het eerste hoofdstuk echter bespreekt meer algemeen de rol van psychologische evaluaties in de asielprocedure in de Verenigde Staten. Tot mijn verbazing wordt, aldus de auteur, in de Verenigde Staten een professionele vaststelling van de aanwezigheid van psychische klachten (vooral van posttraumatische-stressstoornis, PTSS) en van de geloofwaardigheid van het relaas van de asielzoeker beschouwd als juridisch bewijs van ervaren vervolging. Dit leidt vervolgens tot asielverlening. Zo'n evaluatie heeft dus grote impact, terwijl door het boek heen herhaaldelijk opvalt hoezeer de auteur a priori de zijde kiest van de asielzoeker: ‹I will try to present the applicant as a highly desirable individual […]› (p. 8) en ‹I see this as a political undertaking› (p. 8) en ‹ […] doubting an asylum seeker is a waste of time› (p. 25), zo schrijft zij bijvoorbeeld. Met referentie naar de field theory van Lewin vertelt zij hoe gaande het interview dankzij haar empathie het juridische belang plaatsmaakt voor de wens van de applicant om het ervarene te delen zoals deze het werkelijk beleefde. Daarmee wordt de interviewer tot getuige gemaakt van het gebeurde, en vindt de applicant woorden voor het vreselijke dat eerder niet gezegd kon worden, door Lacan le réel genoemd. Zo'n mogelijkheid tot getuigen is voor degene wiens integriteit door machtsmisbruik is geschonden essentieel voor herstel van het Zelf. De auteur vindt grote professionele bevrediging in het faciliteren hiervan, iets wat zij vicarious resilience noemt (versus vicarious traumatization) en als fenomeen onder de tegenoverdracht schaart.
Bij de in het volgende hoofdstuk besproken politiek activistische asielzoekers ontdekt de auteur, die hen collectief ‹haar helden› noemt, een aantal gemeenschappelijke kenmerken. Alle geïnterviewde activisten waren opgegroeid in de nabijheid van een gerespecteerd familielid dat door een wreed regime merkbaar was getraumatiseerd, maar hier werd nooit over gesproken; allen hadden ervaren dat de rol van activist door de familie aan hen was toegewezen; en ten slotte hadden allen aanhoudende vervolging en gevangenschappen doorstaan, en waren zij pas gevlucht toen hun leven op het spel stond. Via een uitgebreide beschouwing en aan de hand van veel casuïstiek komt de auteur tot de verklarende hypothese dat haar helden het politiek activisme op zich hadden genomen teneinde dichter bij de onbesproken maar voelbare pijn van hun oudere familielid te komen; dat zij de hiermee gepaard gaande risico's ontkenden in een onbewuste poging het leven van deze voorouder te herleven (enactment); en dat zij uiteindelijk toch aan hun lotsbestemming konden ontsnappen dankzij een samenspel van ervaren succes (aan verwachtingen voldaan, meer nabijheid ervaren), verminderde afweer, en mogelijkheden tot alternatieve zelfconceptie.
Een heel andere categorie asielzoekers vormen slachtoffers van vrouwelijke genitale verminking (VGM). Volgens UNICEF hebben wereldwijd 200 miljoen meisjes en vrouwen in dertig landen VGM ondergaan, vaak met uiterst primitieve middelen uitgevoerd en met ernstig invaliderende complicaties tot gevolg. De auteur wijdt een hoofdstuk aan een fenomeen dat zij bij haar evaluaties van desbetreffende vrouwen opmerkt, namelijk de uiteindelijke overwinning van hun zelfbeschikking (agency). Ondanks de doorstane pijn, vernedering en fysieke gevolgen voelde geen van de vrouwen zich ten tijde van het interview depressief of geïsoleerd. Via een weergave van psychoanalytische theorieën over de geworteldheid in het lichaam van zelfbeschikking — en daarmee van het geheugen — beargumenteert de auteur dat onbewuste neurale activiteit het individu voorbereidt om actief te reageren op onverwachte situaties en tegenslag. Een uitgebreide casusbeschrijving schetst ten slotte hoe een herhaaldelijk gesloten compromis tussen submissie en verzet de betreffende vrouw hielp om te ontsnappen aan de eisen van haar cultuur ten aanzien van vrouwelijke onderwerping.
Als laatste behandelt het boek een andere groep vrouwelijke asielzoekers, ditmaal afkomstig uit diverse Centraal-Amerikaanse landen en ontsnapt aan de agressie en het misbruik van hun man, vader of broer. Dit hoofdstuk beschrijft vanuit vooral historisch en antropologisch perspectief de achtergrond van de in dit werelddeel alomtegenwoordige vrouwenonderdrukking. Centraal staat wat de psychoanalyticus Lynne Layton het ‹normatieve onbewuste proces› noemde: de socialisatie van een gemeenschap, mannen én vrouwen, richting standaardisering van een absoluut machismo, waarbij de man onbeperkte heerschappij heeft over de vrouw. De auteur voert de casuïstiek van twee vrouwen op om te illustreren hoe volkomen dit proces hun levensloop beïnvloedde, ook in hun eigen (submissieve) normstelling die collectief werd gedeeld onder de vrouwen in hun omgeving. Vervolgens verklaart zij aan de hand van voorbeelden over eeuwenlange overheersing en vernederingen van de Maya's (van oorsprong een bevolkingsgroep die eer schiep uit moed en agressie) dit normatieve proces: machismo werd geboren uit de noodzaak om verloren eer en diepgevoelde insufficiëntie ‹thuis› te compenseren (in ultieme vorm door feminicide). Vrouwen namen de complementaire, ondergeschikte rol (ook wel marianismo genoemd), gedreven door bijvoorbeeld zorgen over de kinderen, familiedruk, onzekerheid en gebrek aan steun uit de gemeenschap.
Het boek omvat verder nog vijf appendices met feitelijke informatie, maar die betreft vooral de Verenigde Staten. Mijn reserve op basis van de boektitel is gelogenstraft, de gepresenteerde beschouwingen zijn zeker relevant met betrekking tot de beschreven groepen asielzoekers. De auteur, hoewel niet gespeend van politieke gedrevenheid en solidariteit, levert degelijk onderbouwde gezichtspunten en schrijft boeiend. Het zal niet voor iedereen even toepasbaar zijn; niet alle therapeuten hebben te maken met slachtoffers van mensenrechtenschendingen. Maar ook vanuit puur theoretische interesse is het lezen van dit boek beslist geen tijdverspilling.
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden