Een nieuw DSM-5 geïnspireerd handboek
Samenvatting
De vier auteurs van het Handboek persoonlijkheidsstoornissen, twee psychiaters en twee klinisch psychologen, zijn allen experts op het vlak van wetenschappelijk onderzoek bij persoonlijkheidsstoornissen. Ze waren ook betrokken bij de totstandkoming van de Multidisciplinaire richtlijn persoonlijkheidsstoornissen, bij de Zorgstandaard persoonlijkheidsstoornissen en de Generieke module psychotherapie. Het Handboek persoonlijkheidsstoornissen is geschreven vanuit de Nederlandse ggz-context. Bij de beschrijving van de verschillende persoonlijkheidsstoornissen volgen de auteurs consequent de DSM-5-classificatie. Nieuw is dat er veel aandacht wordt besteed aan het alternatieve, dimensionale model voor persoonlijkheidsstoornissen dat nog niet in gebruik is. Tot op heden wordt in de klinische praktijk nog steeds gebruikgemaakt van het al langer bekende model van de DSM-IV. Voor psychoanalytische therapeuten en psychoanalytici is het wel belangrijk om kennis te nemen van het alternatieve DSM-5-model, omdat dit beter aansluit bij hun manier van werken. Er is oog voor de vloeiende overgang van normaliteit naar pathologie, omdat met de mate van ernst van de pathologie rekening wordt gehouden. Het alternatieve DSM-5-model onderscheidt twee kerncomponenten van de persoonlijkheid: het Zelf en het Interpersoonlijk functioneren. Elk van de twee kerncomponenten bestaat uit twee elementen: bij het Zelf zijn dat Identiteit en Zelfsturing. Bij het Interpersoonlijk functioneren zijn dat Empathie en Intimiteit. In het nieuwe model worden persoonlijkheidstrekken op vijf domeinen onderscheiden: negatieve affectiviteit versus emotionele stabiliteit, afstandelijkheid versus extraversie, antagonisme versus altruïsme, ongeremdheid versus consciëntieusheid, psychoticisme versus openheid. Elk van deze domeinen omvat een aantal ‹trekfacetten›, 25 in totaal. In het alternatieve DSM-5-model worden nog slechts zes typen onderscheiden: antisociaal, vermijdend, borderline, narcistisch, dwangmatig en schizotypisch. Volgens de werkgroep was er onvoldoende empirische evidentie voor de overige vier typen persoonlijkheidsstoornis in de DSM-IV. Wat de behandeling betreft, is er geen reden meer voor therapeutisch pessimisme, zoals blijkt uit dit handboek. Geprotocolleerde behandelingen blijken effectief, ook op het gebied van de kosten. Uit het psychodynamische arsenaal zijn twee therapievarianten effectief gebleken: transference-focused psychotherapy (TFP) en mentalization-based treatment (MBT). Er wordt in het handboek ook gepleit voor een integratieve benadering waarin behandelprogramma's worden ontwikkeld op basis van common factors die in alle vier geprotocolleerde behandelingen (TFP, MBT, dialectische gedragstherapie (DGT) en schematherapie (SFT)) werkzaam zijn gebleken. In hoofdstuk 2 worden de vier perspectieven op persoonlijkheidspathologie beschreven. Hoofdstuk 4 gaat over diagnostiek en classificatie en is niet erg specifiek; het zou eerder passen in een handboek voor algemene psychiatrie. Naast de vier specifieke evidence-based therapieën wordt in hoofdstuk 5 nog aandacht besteed aan de fundamenten voor een goede behandeling, de generieke behandelingen, de herstelgerichte zorg en de farmacotherapie. Ik vind het nogal vreemd dat het hoofdstuk over indicatiestelling aan het einde van het boek is geplaatst. De lezer zou, mijns inziens, verwachten dat dit na de diagnostische fase en voor de therapeutische fase zou worden ingelast. Het is voor de modale psychiater prettig te vernemen dat goede, ondersteunende psychiatrische zorg voor deze doelgroep beter scoort dan verwacht qua effectiviteit, mits deze consistent en gestructureerd uitgevoerd wordt.
Bespreking van
Theo Ingenhoven, Han Berghuis, Sjoerd Colijn & Rien Van (2018). Handboek persoonlijkheidsstoornissen. Utrecht: De Tijdstroom. ISBN 9789058980953, 238 pp., € 52,00
Psychoanalytici en psychoanalytische therapeuten missen in dit boek vooral uitgewerkte klinische vignetten. De illustratieve beschrijvingen van de verschillende persoonlijkheidsstoornissen komen op mij oppervlakkig over. In het hoofdstuk over behandeling lezen we bijvoorbeeld geen beschrijvingen van therapieprocessen. Ook vind ik dat er te weinig aandacht besteed is aan de idiografische traditie van de diagnostiek en wat nodig is om te komen tot een doordachte casusconceptualisatie. Psychodynamische therapeuten zullen zich hierdoor afvragen hoe een psychodynamische formulering van een persoonlijkheidsstoornis tot stand komt.
Dit handboek is daarom vooral geschikt voor psychiaters in opleiding die voor het eerst met persoonlijkheidsstoornissen in contact komen. Meer ervaren beroepsbeoefenaars zoeken meer diepgang. Wie niet vertrouwd is met de DSM-5-benadering, kan zich met dit handboek wel snel hiervan op de hoogte stellen. Ik vind het jammer dat het rijke gedachtegoed van de psychoanalyse en de ervan afgeleide therapieën de weg niet meer vindt naar arts-assistenten in de opleiding psychiatrie. Op dit vlak heeft het handboek een kans gemist. Ook had ik graag een behandelingsrichtlijn beknopt willen nalezen en een overzicht gekregen van de actuele stand van zaken van het empirisch-wetenschappelijk onderzoek. Dit ontbreekt dus in dit handboek. Nuttig is het feit dat men naar de leeromgeving van de website van De Tijdstroom kan surfen, een code kan ingeven die op de eerste pagina van het boek vermeld wordt en op die manier over de digitale versie van het handboek kan beschikken. Vermoedelijk hebben de auteurs van het boek de omvang willen beperken tot het meest essentiële.
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden