Islam en het Westen
Samenvatting
Een vrouw meldt haar echtgenoot aan omdat hij zich sinds de geboorte van hun zoontje vreemd gedraagt. In de eerste gesprekken getuigt hij over zijn vroegere plan om naar het Midden-Oosten terug te keren en een heilige dood te sterven. In en rond de buurt waar hij woont ziet hij enkel verderfelijke bedreigingen voor zijn moslim-zijn. Een andere jongeman komt reeds jaren spreken over zijn geloof. Hij was amper 15 toen zijn blik op het gemartelde lichaam van zijn vader viel, een scène die hem nog steeds achtervolgt. In België vraagt zijn moeder politiek asiel aan en botst hij op vijandige ogen waarin hij voortdurend hetzelfde leest: moslim, bedreigend, geradicaliseerd. Op verschillende momenten dreigt hij samen te vallen met dit imaginaire beeld: ‹Misschien moet ik terug en sterven voor mijn volk, misschien is de jihad de enige mogelijk weg›. Vranckx (2015) verwijst in deze context naar een identiteitsverhaal in zijn analyse van wat de aantrekking tot een radicale interpretatie van de islam faciliteert. Heeft de islam nog een plaats in een maatschappij die deels ook geconstitueerd is door Freuds verwijzing naar religie als een illusie (1927)? Tegelijkertijd positioneert een politiek gekleurde islam, met de Islamitische Staat (IS) als voornaamste uithangbord, zich transnationaal als waardig alternatief wereldbeeld. Opvallend is dat jongeren die hier geboren zijn vaak de last van het anders-zijn aankaarten als voornaamste reden waarom zij hun plaats niet vinden in de maatschappij. Daarbij geven zij aan dat noch het land van oorsprong van hun (voor)ouders, noch België voldoende aanknopingspunten aanreikt om hun identiteit te definiëren. In een strikte interpretatie van de islam vinden zij daarom de nodige coördinaten om de finaliteit van het leven te doorgronden, waarbij de identiteit als moslim de voornaamste spiegel voor hun bestaan wordt. In bepaalde gevallen betreft dit een geradicaliseerde interpretatie van de islam. Etymologisch verwijst radicalisme naar het koesteren van ideeën die buiten de mainstream vallen. Radicalisering is daarbij een proces van aliënatie en indoctrinatie waarbij men enerzijds vervreemdt van de eigen samenleving en anderzijds via blootstelling aan boodschappen die haaks staan op het gangbare wereldbeeld zelf extremer wordt (Benyaich 2015). Benslama (2015) stelt hierbij dat jongeren actief op zoek gaan naar een islam die voor het eerst in de geschiedenis niet meer door tradities en culturele gewoontes gekleurd is. Zij vinden een eigen interpretatie van de islam die vervolgens in oppositie geplaatst wordt tot zowel het westers wereldbeeld, alsook de cultureel gekleurde islam die de eerste generatie migranten praktiseert (Leman in Loobuyck 2015). Benasayag en Del Rey (2011) voorspellen hierbij dat de verwerping van de islam door de westerse maatschappij zich zal wreken door een terugkeer van een islam in een gewelddadigere vorm. Ondanks Freuds (1927) kritische houding ten aanzien van religie, adviseert ook hij om religie niet met geweld af te schaffen, wat door Lacan (1960) hernomen wordt in zijn observatie dat religie de unieke eigenschap heeft de mens toe te staan het Reële enigszins draaglijk te maken. Religie kan binnen deze redenering antwoorden aanreiken op zaken waar de wetenschap geen verklaring voor heeft.
Onbeperkt toegang tot het online archief?
Wilt u dit artikel en alle andere artikelen in het archief onbeperkt kunnen lezen?
Log in of neem een abonnement.
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden