Tussen Sigmund en Ignatius
Samenvatting
De titel van de forse autobiografie Een leven met Loyola en Freud van Henk Hillenaar belicht twee hoofdlijnen in het leven van de thans 85-jarige auteur: zijn vorming als jezuïet vanaf zijn achttiende jaar en zijn latere intense kennismaking met de psychoanalyse. Er is nog een derde factor die een belangrijke rol speelt in dit ontwikkelingsverhaal, namelijk de homoseksualiteit. Op zijn vijfendertigste neemt hij afscheid van de Societas Jesu, maar als priester blijft hij zijn leven lang actief, vooral als predikant, met name in de Amsterdamse Dominicuskerk. Zijn wedervaren binnen de orde in de jaren 1950 en 1960 correspondeert met de evolutie van de katholieke kerk in die periode waarin zekerheden alom werden vervangen door vragen en twijfels. De hiërarchische structuur en de onwrikbare dictaten, onder meer en vooral betreffende het celibaat, worden nu kritisch benaderd en leiden tot een grote uittocht. Maar, zoals de titel aangeeft, blijft Loyola in Hillenaars leven aanwezig en zijn Geestelijke oefeningen inspireren hem, ook wanneer voor hem de spiritualiteit evolueert naar een antropologie. God manifesteert zich bovenal als de Geest van liefde onder de mensen, wat de kern wordt van Hillenaars visie.
Bespreking van
Henk Hillenaar (2020). Een leven met Loyola en Freud — Autobiografie. Amsterdam: Dominicus. www.dominicusamsterdam.nl/een-leven-met-loyola-en-freud. ISBN 978 90 9033 2055, 424 pp., € 20,00
Zijn beleving van de homoseksualiteit vertoont parallellen met maatschappelijke ontwikkelingen en de steeds grotere aanvaarding van ‹anders geaard zijn›. Het avontuurlijke leven in sauna's en backrooms wordt opgevolgd door vaste(re) relaties en mondt uit in het huwelijk met de concertpianist Michael Davidson, de meest geliefde levenspartner, wiens alcoholisme evenwel tot een te vroegtijdig afscheid leidt. Een verrassende derde periode verhaalt over de ontmoeting met een Iraanse immigrant aan wie Henk zijn geld en zijn liefde schenkt en die hem onverhoopt opnieuw gelukkig maakt. Deze dynamiek maakt van het persoonlijk relaas een boeiend tijdsbeeld.
Maar de lezer van dit Tijdschrift (waarvan Hillenaar een van de eerste redacteuren was) zal vooral geïnteresseerd zijn in de rol van de psychoanalyse in zijn levensverhaal. Natuurlijk is de evolutie op religieus en seksueel gebied ook onlosmakelijk verstrengeld met deze dimensie. De behoefte aan psychische hulp komt voort uit onzekerheid en angsten. De psychoanalyse met Sue Ang duurt negen jaar met vijf bijeenkomsten per week. Gestart als orthodox freudiaanse sessies klopt ook hier de tijdgeest aan de deur en wordt er plaatsgemaakt voor een meer intersubjectieve benadering. Zo werpt het boek ook licht op de ontwikkeling van de psychoanalyse.
Voor Hillenaar blijkt dit langdurige en intense proces vooral een basis te bieden voor het verwerken van schaamtegevoelens en een verborgen passiviteit, om vervolgens te komen tot het opbouwen van vertrouwen, een gevoel dat vanaf de kinderjaren problematisch was geweest. Vertrouwen in jezelf dat uitstraalt naar de relaties met anderen. De psychoanalyse wordt zo ook ‹een manier van leven› (p. 243) die zijn voortzetting vindt op andere gebieden. Zo biedt deze casus een helder voorbeeld van verloop en resultaten van een psychoanalytische kuur.
Hoewel het niet mogelijk blijkt zelf psychoanalyticus te worden (‹als homoseksuele ex-jezuïet›), zal Hillenaar wel een wezenlijke bijdrage kunnen leveren aan de plaats van psychoanalyse in het culturele domein. Als hoogleraar Franse letterkunde in Groningen zal de psychoanalyse een prominente rol spelen in zijn onderwijs en onderzoek. Samen met zijn collega van Duits, Walter Schönau, publiceert hij bijvoorbeeld in 2004 bij Boom de voortreffelijke studie Tekst en psyche. Psychoanalytische tekstinterpretatie in de praktijk, waarin uiteenlopende auteurs als Vasalis, Rimbaud, Goethe, Hemingway, Joyce, Kafka en Proust aan bod komen. Deze laatste auteur is ook de hoofdpersoon bij zijn afscheidscollege, Een liefde van Proust, waarvan een knappe samenvatting in deze biografie duidelijk maakt hoe overdracht en tegenoverdracht een levenslange literaire ervaring schragen.
Het resultaat van Hillenaars exploraties op cultureel, artistiek en zeker ook filosofisch vlak formuleert hij als een driesporige oriëntatie (p. 291): de ‹ontdekking van het lichaam›, de ‹ontdekking van de taal› en de ‹ontdekking van de verbeelding›. Deze ontdekkingstochten gaan allereerst via de vele verrijkende contacten in binnen- en buitenland die de autobiografie beschrijft, maar ze zijn ook nauw verbonden met het verwerken van een indrukwekkende leeslijst. Hiervan geeft de auteur een aantal uitgewerkte voorbeelden, die in eerste instantie het levensverhaal lijken te onderbreken, maar die bij nader inzien er een onmisbare pijler van vormen. Het zijn korte essays die knap de kern van uiteenlopende visies weergeven. Bataille, Leiris, Barthes, Heidegger en anderen komen aan de orde, terwijl ook de plaats van de muziek treffend wordt aangegeven. Bijzondere aandacht krijgt de studie van Marthe Robert Roman des origines et origines du roman waarover destijds ook een van de befaamde Groningse congressen werd georganiseerd. Robert vult de freudiaanse familieroman op eigen wijze in voor literatuur: zij onderscheidt twee hoofdfiguren, de vondeling en de bastaard. De eerste is vooral pre-oedipaal getekend in zijn zoeken naar een thuis en gehechtheid, de tweede trekt eropuit en leeft zijn ambities uit als wereldbestormer. Sommige teksten neigen sterk naar een van de twee kanten; vaak ook treffen we allerlei specifieke mengvormen aan. Hierop aansluitend benadrukt Hillenaar in zijn significante analyses sterk de moederlijke aspecten van de vondeling in de confrontatie en het uiteindelijk samengaan met de vader-verbonden bastaard. Het zoeken naar nabijheid en hechting verbindt de auteur dan met de metonymie als stijlfiguur, terwijl de sprong naar elders samengaat met de metafoor. De weergave van een aantal preken en afscheidsredes completeert harmonieus deze literaire dimensie.
Het boek opent met een citaat van leermeester Michel de Certeau, de Franse jezuïet die onder meer het veelgelezen L'Étranger ou l'union dans la différence schreef: ‹L'expérience du spirituel est le miroir de l'époque dans laquelle elle se situe›. De laatste pagina's besluiten met een weergave van de preek die de auteur hield op Pinkstermorgen 2019 in de Dominicuskerk. Daar lezen we: ‹Misschien is het een aardig idee om op deze mooie Pinksterdag naar het plein voor het Centraal station hier te gaan […] en een tijd te kijken naar al die Parthen, Meden en Elamieten, Marokkanen, Italianen en Amerikanen die onze stad bevolken. Misschien zal daar langzaam tot ons weerbarstig geheugen doordringen dat al deze zo verschillende mensen net als wij allemaal maar één ding willen: liefgehad worden en zelf liefhebben›.
Wij lezen zo een levensverhaal dat met behulp van dagboeken en persoonlijke archieven vooral een reeks keuzes en verworvenheden centraal stelt en geen volledigheid nastreeft, eerder waarachtig wil zijn dan waar en daardoor de(ze) lezer overtuigt. Ook dát draagt een psychoanalytisch stempel.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden