Het lichaam in psychoanalyse: een uitgesproken zaak?
Samenvatting
Of lichaamsbeleving niet echt een plek kreeg in het psychoanalytische gedachtegoed dan wel dat het er van meet af aan deel van was en nooit helemaal ‹verdween›, is voer voor interessante discussies. Feit is alvast dat lichaamsbeleving — en per uitbreiding het lichaam — de laatste jaren in toenemende mate aandacht krijgt binnen meerdere psychotherapeutische benaderingen en in de psychoanalyse in het bijzonder. Hiervoor zijn verklaringen denkbaar, zoals de invloed van neurowetenschappelijke inzichten of de aandacht voor het lichaam binnen de samenleving. Maar het meest opvallend zijn de verschuivingen in de praktijk naar klinische beelden die — zo men wil — meer aktuaal-pathologisch, pre-oedipaal en dyadisch van dynamiek zijn en minder — of helemaal niet — binnen het neurotische, symbolisch-mentaliserende bereik liggen.
Bespreking van
Jacques Press (red.). (2019). Experiencing the body — A psychoanalytic dialogue on psychosomatics. London: Routledge. ISBN 9780367181574, 170 pp., £ 26,39
Dit is deels de insteek van het boek Experiencing the body — A psychoanalytic dialogue on psychosomatics, waarbij de dialoog in eigen huis wordt opgezocht. Want, net zoals de psychoanalyse niet bestaat, zo bestaat evenmin de visie op het lichaam in psychoanalyse. Hoewel dit boek zijn oorsprong vindt in een specifieke hoek — de sectie psychosomatiek van de Europese Psychoanalytische Federatie — en inhoudelijk heen en weer schommelt rond het gedachtegoed van de Parijse School voor Psychosomatiek, wordt er in het boek gewerkt vanuit een bredere en verfrissende aanpak. Zo valt de opbouw van elk hoofdstuk uiteen in drie delen, waarbij allereerst twee wisselende auteurs (van de in totaal negen) hun visie bieden op een centraal thema en waarna een derde auteur als silent observer de twee geboden visies bespreekt op het gebied van convergenties en tegenstellingen. Dit houdt de dynamiek van het werk én de aandacht van de lezer scherp. Ook handig is dat in alle hoofdstukken steeds gebruikgemaakt wordt van hetzelfde klinisch materiaal, afkomstig uit twee casussen die in het begin van het boek uitvoerig beschreven worden. Op deze wijze wordt de lezer meegenomen in een meerzijdige blik op telkens dezelfde vignetten en dit doorheen de grote secties van het boek. Deze secties focussen achtereenvolgens op klinische beelden, zoals depressie, trauma en borderline, op behandeling met onder andere aandacht voor onderzoek en (tegen)overdracht, en tot slot op theoretische onderwerpen zoals drift, symbolisatie en afweer. Hoewel er op het vlak van concepten en theorievorming niet zozeer veel nieuws aangebracht wordt, verdient dit boek allereerst waardering voor het feit dát het specifiek inzoomt op het lichaam en lichaamsbeleving binnen de psychoanalyse. Men zou kunnen stellen dat het lichaam binnen de psychoanalyse vaak ‹over het hoofd gezien› wordt of dat nagelaten wordt door te denken ‹tot in het lichaam›. Aan deze beide aspecten komt dit boek in zekere zin tegemoet wanneer concepten zoals essentiële en melancholische depressie, pensée opératoire en alexithymia, het ideale ego en het ego-ideaal, trauma en affect quota of acting-out versus acting-in uitgewerkt worden vanuit diverse analytische visies.
Naast de uitgebreide lezing van deze soma-gerelateerde concepten en theorema's, opent een boek als dit nog een ander interessant proces, namelijk het her-ijken van de ontwikkelingsdynamische blik, toch een expertise ‹pur sang› van de psychoanalyse, zou je denken. Doorheen het boek wordt gewezen op het belang van verschuiving binnen het ontwikkelingsdenken naar de vroegste stadia en bijbehorende processen, willen we het lichaam beter kunnen (be)grijpen. Deze verschuiving naar het lichaam dat spreekt is tegelijkertijd een (her)waardering van het lichaam, misschien zelfs van het primaat van het lijfelijke. Het boek brengt de lezer in contreien die buiten de eigen comfortzone kunnen liggen, waar het vlezige lichaam acteert en ageert. Het vraagt te luisteren naar een taal die veel meer aansluit bij de moederlijke native tongue dan de latere language, waarbij de tong verwijst naar ‹the fleshy muscular organ in the mouth for tasting, licking, swallowing and articulating speech› (p. 132). Een domein waar een symptoom (of is het een fenomeen?) geheel anders begrepen moet worden, misschien net omdat het niet gegrepen kan worden door een analytische bril die het lichaam enkel kan bekijken als een ontwikkelingsdynamisch ‹nog-niet›. Het is de verdienste van de auteurs van dit boek dat zij diverse stemmen aan het woord laten, relevante concepten de revue laten passeren en daarbij regelmatig een knuppel in het spreekwoordelijke hoenderhok gooien. Door de gehanteerde discussievorm per hoofdstuk krijgt de lezer ruimte om hierover na te denken en wordt een eenzijdige beeldvorming vermeden. Daarvoor alle lof aan de auteurs. Anderzijds had het misschien ook wat minder voorzichtig gemogen. Sommige bestaande concepten mochten wat meer op het rooster gelegd, hier en daar misschien zelfs op de schop genomen worden. Misschien is het bij een thema als lichaamsbeleving noodzakelijk dat er niet enkel vanuit het eigen psychoanalytische huis gekeken wordt, maar dat zowel rugge- als tegenspraak vanuit andere vakgebieden opgezocht wordt. Tegelijkertijd was dit niet de opzet van het boek, dat klopt ook. Nog een bedenking: hoe zou een boek als dit zich laten lezen wanneer de auteurs een inkijk gaven in hun eigen ervaringen rond bijvoorbeeld primitieve symbolisatie, acting-in of ‹somatisatie die komt in de plaats van psychische decompensatie› (p. 57)? Een boek over ‹experiencing the body› mag immers ook over de therapeut zelf gaan, toch minstens wat het therapeutisch proces aangaat. Expressie geven aan wat het eigen vleselijke lijf vertelt, is wel vaker een blinde vlek binnen psychoanalytische lectuur. Maar laten deze persoonlijke bedenkingen geen reden vormen om het boek Experiencing the body — A psychoanalytic dialogue on psychosomatics niet te lezen, integendeel.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden