De klimaatcrisis — Een uitdaging voor de psychoanalyse
Samenvatting
Met zijn recentste boek, L'Inconscio e l'ambiente — Psicoanalisi ed ecologia, toont de Italiaanse psychiater en psychoanalyticus Cosimo Schinaia overtuigend aan welke uitdagingen de klimaatcrisis ook aan psychoanalytici stelt. Hij doet dit op een behoedzame en zorgvuldige manier, goed gedocumenteerd, en steeds in lijn met zijn opvatting over de psychoanalyse, die de subjectieve plaats van het individu in relatie tot zijn omgeving begrijpt.
Bespreking van
Cosimo Schinaia (2022). Psychoanalysis and ecology — The unconscious and the environment. New York: Routledge. ISBN 9781032114828, 148 pp., £ 29,99
Oorspronkelijk: Cosimo Schinaia (2020). L'Inconscio e l'ambiente — Psicoanalisi ed ecologia. Roma: Alpes Italia.
‹Je suis jeté dans une nature et la nature n'apparaît pas seulement hors de moi, dans les objets sans histoire, elle est visible au centre de la subjectivité› (Merleau-Ponty 1945).1
Het gaat voor Schinaia om een psychoanalytische optiek die de overgangen tussen innerlijke en externe ruimte beschouwt, om het thema van de intieme relatie tussen binnen en buiten, om zo de klimaatcrisis te bespreken. Deze is niet alleen een humanitaire crisis die onvermijdelijk veel individueel psychisch lijden met zich meebrengt, maar haar noodlottige evolutie is alleen maar mogelijk door de hardnekkige menselijke waanzin van ontkenning en loochening, archaïsche intrapsychische en collectieve defensiemechanismen.
Zoals andere psychoanalytische auteurs die zich wagen aan overwegingen over de opwarming van de aarde en de rol van de mensheid daarin (Weintrobe 2021; Magnenat 2019; Dirkx 2019; Stolorow 2020), onderzoekt ook Schinaia de rol van collectieve onbewuste psychische mechanismen voor het begrijpen van de hedendaagse menselijke problemen.
Welke demonen en welke hardnekkige weerstand blijven ons blind maken voor de ecocide die wij als mensheid gezamenlijk opzetten? Wat weerhoudt de mensheid ervan om deze bedreiging voor het voortbestaan van het leven op aarde, en dus ook van toekomstige generaties, een halt toe te roepen?
De auteur brengt verschillende aspecten van de complexe relatie tussen psyche en omgeving samen. Hij onderzoekt bovendien de mogelijkheden die de psychoanalyticus kan aanwenden om op een realistisch en voorzichtig optimistische manier een constructieve uitweg te zoeken uit de impasse die een nostalgisch-utopische illusie van een oneindig gulle Moeder Aarde in stand houdt. De tijd is nu aangebroken om verantwoordelijke zorg voor de aarde op te nemen en uit de cocon van antropocentrisme te treden. Al staat de metaforische klok van de planetaire Apocalyps volgens de auteur dan op één minuut en veertig seconden voor middernacht, toch argumenteert hij dat er nog tijd is om adequaat te reageren om dit proces te vertragen. In eerste instantie veronderstelt dit dat we durven te erkennen dat we deel uitmaken van zowel het probleem als de oplossing.
Zo is het ecologisch vraagstuk eerst en vooral een ethisch probleem, beweert Schinaia. Het stelt ons voor het moeilijke dilemma van te kiezen tussen het eigen comfort en het gemeenschappelijke belang.
In zijn boek geeft de auteur voorbeelden uit de klinische praktijk waarin de relatie met de omgeving in ruimere zin psychoanalytische betekenis kan krijgen. Zo geeft hij boeiend klinisch materiaal waarin onderwerpen als afvalstoffen, verspilling van natuurlijke grondstoffen, lichtvervuiling en luchtvervuiling behandeld worden als analytische objecten die de onbewuste conflicten van de patiënt uit de schaduw halen en deze een nieuw perspectief bieden.
Schinaia wil duidelijk maken dat het gaat om een nieuw studieobject dat niet het resultaat is van een reducerende, pathologiserende psychoanalytische duiding van de externe realiteit. Hij meent dat we in onze tijd een complexere psychoanalytische theorievorming behoeven, namelijk een die zich situeert in de ruimte tussen het verlangen van het individu en de behoeften van samenleving en natuur. Hij beoogt een psychoanalyse die de limieten durft op te zoeken en zich open kan stellen voor conceptualisaties uit andere domeinen. Hij spreekt van een ‹ecologische psychoanalyse›, die niet verstikt is op intellectueel vlak, noch blind op emotioneel vlak.
De belangrijkste bijdrage van dit boek bestaat volgens mij in het feit dat Schinaia, als ervaren clinicus, begrepen heeft dat drastische, primitieve defensiemechanismen enkel versterkt worden als ze niet tegelijk een perspectief op angstreductie bieden. Is het niet aannemelijk dat men het afgrijselijk inzicht meegewerkt te hebben aan het uitsterven van het menselijke ras, naast dat van zoveel andere diersoorten en planten, probeert te ontkennen? Dat men het niet onder ogen durft te zien en verdergaat alsof er niets aan de hand is?
We zijn verstijfd van angst om in te storten, wanneer we, zoals Winnicott dit opmerkte, dit radeloze gevoel van onmacht al meemaakten maar het ons nog niet eigen maakten. Schinaia herinnert aan Bions beschrijving van drie manieren waarop we gewoonlijk omgaan met angst (Bion 1962). Als de angst volstrekt ondraaglijk is wordt ze geëvacueerd in de buitenwereld via projectieve identificatie; de relatie met de werkelijkheid is dan zoek, zodat er ook geen realistische inschatting van gegeven kan worden.
Een andere onbewuste psychische strategie betreft het opzoeken en herhalen van wat goed gekend is, in plaats van verandering na te streven. Of er is een minimale tolerantie van angst, maar die wordt aan banden gehouden door een gevoel van cynische en arrogante superioriteit. Net zoals een hongerige baby zich genadeloos op de borst werpt en enkel voldoening zoekt, zonder zich te bekommeren om eventuele uitputting of schade, zo gedragen we ons ten opzichte van de natuurlijke levensbronnen.
Volgens Schinaia wordt deze individuele angsttoestand versterkt door de collectieve dimensie. Psychoanalyse heeft volgens hem een rol te spelen in het bewust maken van deze processen die door angst, verwardheid en razernij veroorzaakt worden.
Al blijft de schrijver nuchter en realistisch in zijn bespreking van het grootste, dringendste probleem van de mensheid in de eenentwintigste eeuw, toch strandt hij niet in pessimisme of wanhoop. Hij roept op tot een krachtige psychoanalytische bezinning die de individuele en collectieve splijtingen blootlegt en de weg naar een centraal depressieve positie van rouw, verantwoordelijkheid en realiteitszin vrijmaakt.
Dit boek geeft, ondanks het moeilijke en verontrustende onderwerp, moed dankzij de geëngageerde en competente beschouwingen van de auteur.
Literatuur
- Bion, W.R. (1962). Learning from experience. Oxford: Rowman & Littlefield.
- Dirkx, J. (2019). Grenzen en grenzeloosheid — Psychoanalyse in een nieuwe tijd. Amsterdam: Sjibbolet.
- Magnenat, L. (red.) (2019). La crise environnementale sur le divan. Paris: In Press.
- Merleau-Ponty, M. (1945). Phénoménologie de la perception. Paris: Gallimard.
- Stolorow, R. (2020). Planet Earth — Crumbling metaphysical illusion. In G. Leo (red.), Environmental crisis and pandemic — A challenge for psychoanalysis (p. 19-28). Lecce: Frenis Zero Press.
- Weintrobe, S. (2021). Psychological roots of the climate crisis — Neoliberal exceptionalism and the culture of uncare. London: Bloomsbury.
Noot
- 1.‹Ik word in een natuur geworpen en de natuur verschijnt niet alleen buiten mij, in objecten zonder geschiedenis, ze is zichtbaar in het centrum van subjectiviteit.›
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden