Over supervisie
Samenvatting
Naast theoretische vorming, technisch-praktische vormingsessies en een eigen leertherapie vormt supervisie en gesuperviseerde praktijk een vierde pijler van elke opleiding psychoanalytische psychotherapie. Maar in verhouding tot de andere drie pijlers heeft de literatuur over supervisie nog heel wat in te halen. En empirisch onderzoek over supervisie blijkt al helemaal schaars vergeleken met psychotherapieonderzoek. Nochtans beschikken we over enkele lovenswaardige initiatieven, zoals Scharff (2014) en Shmukler (2017). En ook in het Nederlandstalige gebied werden al belangrijke bijdragen gebundeld (Hebbrecht & Vliegen 2013; Vanaerschot, Nicolai & Daansen 2021).
Bespreking van
Nancy McWilliams (2021). Psychoanalytic supervision. New York: The Guilford Press. ISBN 9781462547999, 121 pp., $ 40,00
Vorig jaar verscheen dan Psychoanalytic supervision van Nancy McWilliams, die we met de VVPT in maart voor een volledige day of teaching mochten ontvangen. Zij noemt dit haar coronaboek, daar de beperkingen rond de COVID-19-crisis haar de tijd gaven om wat zij heeft geleerd rond supervisie binnen een carrière van vijftig jaar eindelijk te boek te stellen. Supervisie is tenslotte een gebied waar klinische ervaring en verworven klinische kennis bruikbaarder kunnen zijn dan de laatste bijdrage uit wetenschappelijk onderzoek. Eerder dan te focussen op vaardigheden richt McWilliams zich in dit boek op de gestaltsupervisie en de rol daarvan in het bevorderen van groei en zelfvertrouwen bij de supervisant. McWilliams wil met haar boek ook supervisoren van andere oriëntaties aanspreken. Daarbij vertrekt zij van de vaststelling dat effectieve therapie meer correleert met relationele dan met oriëntatiespecifieke factoren. In lijn daarmee kan worden gesteld dat ook de kwaliteit van supervisie eerder losstaat van de theoretische oriëntatie van de supervisor. Wanneer supervisie niet gericht is op het creëren van een mentorschap waarbinnen de supervisant wordt geholpen om een eigen stijl als therapeut te ontwikkelen, dreigt supervisie te verglijden naar een vorm van indoctrinatie in een specifieke geïdealiseerde technische benadering.
McWilliams beklemtoont het bieden van steun, het bevorderen van eerlijkheid, informatie aanbrengen, vaardigheden aanleren, het voeden van ethische gevoeligheid en het voorkomen van burn-out middels continue reflectie en bijleren als belangrijke doelen en processen binnen psychoanalytische supervisie.
In een kort historisch overzicht zoomt McWilliams in op de afgrenzing tussen supervisie en leertherapie, het zogenoemde teach-or-treat-probleem, en de verschillende standpunten die daaromheen sinds Freud werden ingenomen. Maar zoals met de meeste polariteiten gaat het hier om een complexiteit die niet kan worden gereduceerd tot een van beide posities. McWilliams citeert de stelling dat supervisie een sterke therapeutische dimensie heeft en dat therapie een belangrijk supervisie-element kent.
Bijzonder boeiend om lezen was het hoofdstuk over de tien sleutelgebieden waarbinnen de psychologische vitale signalen van verandering en groei zich kunnen voordoen. Dit zijn tien gebieden die verder gaan dan symptoomreductie, waar supervisoren voortdurend aandacht voor zullen hebben om vooruitgang in de therapie te beoordelen en die supervisanten zelf moeten leren bewaken. Ik som deze hier even op: veiligheid en toegenomen veilige hechting; zelf- en objectconstantie; gevoel van agency; realistisch en betrouwbaar zelfwaardegevoel; veerkracht, flexibiliteit en affectregulatie; reflectieve functie en mentaliseren; gemak in gemeenschappelijkheid en individualiteit; vitaliteit; aanvaarding, vergevingsgezindheid en dankbaarheid; liefde, werk en spel. McWilliams brengt elk van deze signalen tot leven aan de hand van vele voorbeelden vanuit haar eigen praktijk als therapeut en supervisor. Maar evenzeer blijkt zij erg goed op de hoogte te zijn van de wetenschappelijke literatuur en kan zij daar vlot en gepast naar verwijzen. In die zin is dit boek niet enkel een relaas van haar persoonlijke ervaringen en praktijk, maar evenzeer een leerboek dat de lezer op weg zet om desgewenst bepaalde topics of thema's verder uit te diepen.
Wat verder nog volgt zijn hoofdstukken over individuele supervisie (of consultatie, wanneer het niet meteen gaat over een opleidingscontext), over groepssupervisie, over supervisie en ethiek, over supervisie binnen instituten, over individuele verschillen en over specifieke dynamieken binnen en uitdagingen voor supervisie. Enige samenvatting hiervan proberen te geven zou te zeer onrecht doen aan de rijkdom van dit boek. Je zult McWilliams er ook nergens op betrappen dat ze haar eigen gedachten of praktijk als richtinggevend naar voor schuift. Ze weet pertinente vragen te stellen, relevante dilemma's aan te kaarten of gepaste aanbevelingen te doen, maar nodigt daarbij de lezer steeds weer uit om zelf mee na te denken en een eigen ontwikkeling te volgen.
In een afsluitend hoofdstuk richt McWilliams zich tot supervisanten met enkele aanbevelingen om optimaal gebruik te kunnen maken van hun supervisie. Ook hier weer schrijft ze vanuit een relationele invalshoek over de wisselwerking tussen supervisor en supervisant. Goede supervisie stelt de supervisant in staat om eigen gebieden van moeilijkheden in het werken met patiënten te onderkennen zonder defensiviteit. Het bevordert diens gevoel van zelfvertrouwen als therapeut. Het helpt de supervisant om de eigen natuurlijke intuïtie en medeleven te integreren in hoe deze zich als therapeut opstelt. Goede supervisie bevordert een gevoel van veiligheid rond self-disclosure om van daaruit patiënten op hun gemak te kunnen stellen wanneer zij over pijnlijke of schaamtevolle delen van hun innerlijke wereld proberen te spreken. En goede supervisie biedt mogelijkheden tot identificatie die kunnen resulteren in een innerlijke blauwdruk voor continue zelfsupervisie en eventueel eigen toekomstig werk als supervisor.
Zeker voor beginnende supervisoren kan het erg gestructureerde en educatief opgezette boek van Vanaerschot et al. (2021) heel wat richting en houvast geven. Maar dit boek van McWilliams is op een andere manier geschreven. Het blijft erg dicht bij de concrete praktijk, of je die nu benadert vanuit het standpunt van supervisor dan wel als supervisant. Tijdens het lezen ervan heb je vlug het gevoel alsof je zelf in gesprek bent met de auteur, deelachtig kunt worden aan haar ruime kennis, ervaring en vooral wijsheid, en tegelijk uitgedaagd wordt om in te zoomen op en te reflecteren over de eigen supervisiepraktijk. Ook opleidingstrajecten tot supervisor kunnen er enkel baat bij hebben om dit boek op te nemen in hun curriculum.
Literatuur
- Hebbrecht, M. & Vliegen, N. (red.) (2013). Supervisie van psychoanalyse en psychoanalytische therapie. Antwerpen/Apeldoorn: Garant.
- Scharff, J.S. (red.) (2014). Clinical supervision of psychoanalytic psychotherapy. London: Routledge.
- Shmukler, D. (2017). Supervision in psychoanalysis and psychotherapy — A case study and clinical guide. London: Routledge.
- Vanaerschot, G., Nicolai, N. & Daansen, P. (2021). Supervisie als proces — Een gids voor de praktijk. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden