Een polyfoon perspectief op psychose
Samenvatting
Nadat het zwaartepunt jarenlang bij biologische interventies lag, is er de laatste tijd opnieuw aandacht voor het narratief in de behandeling van mensen met een psychotische kwetsbaarheid. Ook het belang van investeren in de therapeutische relatie staat meer op de voorgrond. De herstelbeweging, de roep om destigmatisering en de stem van ervaringsdeskundigen hebben bijgedragen aan deze ontwikkelingen. Er is meer ruimte gekomen voor de existentiële vragen die het doormaken van een psychose kan oproepen. De notie dat vroegkinderlijke traumatisering een belangrijke voorspellende factor is voor het ontstaan van psychosen op latere leeftijd én dat een groot deel van de mensen met schizofrenie een comorbide persoonlijkheidsstoornis heeft, onderstreept het belang van een psychotherapeutische benadering bij de behandeling van deze groep mensen. Het boek Psychose bij jongeren geeft hier op genuanceerde en toegankelijke wijze woorden aan. De auteurs zijn Mariska Christianen (klinisch psycholoog, psychoanalytisch psychotherapeut en systeemtherapeut), Freek Dhooghe (psychoanalyticus en EMDR-therapeut) en Jef Lisaerde (klinisch psycholoog en systeemtherapeut). Zij geven een kijkje in de keuken van VRINT, een VRoeg INTerventieteam voor jongeren met een psychosegevoeligheid. VRINT is een ambulant, multidisciplinair team, verbonden aan het Universitair Psychiatrisch Ziekenhuis van de KU Leuven.
Bespreking van
Mariska Christianen, Freek Dhooghe & Jef Lisaerde (2021). Psychose bij jongeren — Helpen bij de zoektocht naar identiteit. Tielt: LannooCampus. ISBN 9789401477482, 149 pp., € 25,99
Het boek is bedoeld voor hulpverleners, familieleden en andere betrokkenen die te maken krijgen met jongeren met een psychose. In klare taal weten de auteurs hun werkwijze, die is gebaseerd op het psychoanalytisch en systeemtherapeutisch gedachtegoed, te schetsen.
Waar de zorg voor psychotische mensen vaak focust op de behandeling met medicatie en op het abstineren van verdovende middelen, richt dit boek de aandacht op verbinding en de therapeutische relatie als medium waarin andere interventies, zoals medicatie of dagbesteding, hun heilzame effecten kunnen hebben. Hoewel een psychotherapeutische invalshoek bij de behandeling van psychosen een antipsychiatrische zweem zou kunnen hebben, is dat bij VRINT niet het geval. Het medisch model kan bestaan naast een model waarin psychose kan worden gezien als afweer van dat wat niet begrepen kan worden, of als een systemisch probleem. Meerstemmigheid of polyfonie is een waarde die bij VRINT hoog in het vaandel staat. Daarmee doet men recht aan de complexiteit van psychotische problematiek. Begrip voor de impact van schokkende of ontregelende (psychotische) belevingen en nieuwsgierigheid naar de onderliggende betekenis van de wanen of hallucinaties is van groot belang om aansluiting te vinden en om andere interventies een goede kans van slagen te geven. Het zoeken naar de betekenis van de psychose is een van de belangrijkste boodschappen van dit boek. ‹Psychotische belevingen vormen een ultieme poging om zin te vinden in het bestaan, maar tevens een belangrijke noodkreet voor jongeren die het niet meer gezegd krijgen› (p. 91). Het boek is praktisch van aard; de hoofdstukken beginnen elk met een casusbeschrijving aan de hand waarvan complexe relationele patronen en interpersoonlijke dynamieken op begrijpelijke wijze worden besproken. Zo begint de inleiding met de gevalsbeschrijving van een jonge vluchteling die in zijn psychose beangstigend en vijandig gedrag vertoont. Beschreven wordt hoe contact ontstaat als de behandelaar ziet dat de vijandigheid angst en trauma overdekt. De behandelaar begrijpt dat de psychose de pijnlijke werkelijkheid draaglijk maakt (p. 7). Dergelijke herkenbare en ontroerende vignetten vormen de ruggengraat van het boek.
Een belangrijk thema in het boek is identiteit. Omschreven wordt hoe de adolescentie een periode is waarin veel zaken in het leven op losse schroeven kunnen komen te staan. De separatie van datgene wat veilig en vertrouwd is, kan leiden tot een gevoel van hyperbewustzijn en eenzaamheid (p. 16). Het is een periode waarin jonge mensen kunnen ontdekken wie zij zelf zijn. Maar deze periode kan ook riskant zijn; bijvoorbeeld als jongeren te weinig netwerk om zich heen hebben om te steunen in deze zoektocht naar identiteit en betekenis. Betekenis en contact met de werkelijkheid vindt men immers in dialoog met anderen (p. 20).
Een andere pijler in het werk is het belang van verbinding in de behandeling van psychotische mensen, zowel met henzelf als met hun systeem. De auteurs omschrijven in verschillende gevalsbeschrijvingen de moeilijkheden die binnen gezinnen kunnen optreden die mogelijk bijdragen aan het ontstaan van een psychose bij een kind: onverwerkte trauma's, van kind of van ouders, teleurstellingen over en weer, maar ook het verlies van het contact onderling. Met empathie, beschikbaarheid en optimisme proberen de behandelaren van VRINT naast de verschillende systeemleden te staan en verschillende visies tot een begrijpelijk en wederom polyfoon geheel te maken (p. 100). De psychotische jongere kan de rol spelen van de zogenoemde kanarie in de kolenmijn; de psychose geeft uiting aan onderliggende systeemproblematiek. De crisis wordt gezien als kans om als systeem tot ontwikkeling, verbinding en separatie te komen (p. 107).
De schrijvers slagen er goed in om de psychotische toestand begrijpelijk en, wat misschien nog belangrijker is, invoelbaar te maken. Het is nodig om deze beangstigende wereld te kunnen herkennen en erkennen in de behandeling van deze groep mensen. Om het ongemakkelijke, chaotische, beangstigende in het zelf op te zoeken, om goed aan te kunnen sluiten, en om empathie te kunnen voelen. Dat de behandeling van psychotische mensen echter juist vaak gepaard gaat met hevige tegenoverdrachtsgevoelens, frustratie of angst, moge duidelijk zijn. Wantrouwen, terugtrekgedrag of vijandigheid kunnen overkomen als afwijzing en doen een groot beroep op de draagkracht van omgeving en behandelaar. De schrijvers staan er uitgebreid bij stil hoe de behandelaar dit kan hanteren.
Hoewel soms wordt gesteld dat psychotische mensen geen baat zouden hebben bij psychotherapeutische interventies, benadrukken de auteurs dat juist bij deze groep de inzet van een breed scala aan psychotherapeutische vaardigheden nodig is om hen in behandeling te houden. Deze vaardigheden kunnen toepassen ‹onder hoogspanning› is niet altijd makkelijk en vraagt om ondersteuning van collega's én om voldoende onderwijs en begeleiding voor (jonge) behandelaren die met deze mensen werken. Daar levert dit boek een bijdrage aan.
Met veel plezier heb ik het boek Psychose bij jongeren gelezen. Het werk is zeer aan te raden voor mensen die zich willen verdiepen in het aangaan van de verbinding met psychotische mensen. Beginnend behandelaren die voor het eerst te maken krijgen met de vaak weerbarstige praktijk, maar ook ervaren therapeuten die de steun van het psychoanalytisch gedachtegoed zoeken, vinden in dit boek een heldere samenvatting van de praktische toepassing van het werk. Voor mensen die verdieping zoeken is een literatuurlijst toegevoegd. Voor jonge behandelaren zou het een goede toevoeging kunnen zijn om de theoretische onderbouwing van de teksten explicieter te maken. Psychotherapeutische mechanismen worden aan de hand van casuïstiek uitgelegd, maar krijgen niet altijd een naam of een definitie. Voor onervaren lezers kan het helpend zijn om dit gemarkeerd te krijgen. Dit boek verdient het dat óók onoplettende lezers de gedegen basis die eraan ten grondslag ligt oppikken.
Kortom: een positief en hoopvol werk waarin wordt opgeroepen tot een breder perspectief in de behandeling van psychosen, met een focus op verbinding, samenwerking en empathie. Empathie voor zowel behandelde als behandelaar, met oog voor de moeilijkheden en vooral ook de kansen die er liggen in de behandeling van psychotische mensen. Het is een oproep om het sociale netwerk fijnmaziger te maken, opdat kwetsbaren niet tussen de gaten van dit net doorglippen én opdat behandelaren dit mooie en soms moeilijke werk goed kunnen uitvoeren.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden