Wat dringend en wat fundamenteel is
Samenvatting
Een afbeelding van een werk van Paul Klee, Ruhendes, uit 1930, siert de omslag van het boek Vom Dringlichen und vom Grundsätzlichen. In de nasleep van de crisis van de corona-epidemie licht de auteur een aantal thema's uit de psychoanalyse door. Nu vele tot dan toe bestaande zekerheden aan het wankelen geraakt zijn en bevraagd worden, wil Küchenhoff een brug slaan tussen wat in onze tijdsbeleving als dringend, veranderlijk en kortstondig ervaren wordt (denk bijvoorbeeld aan analytische sessies in het kader van Zoom) en datgene wat fundamenteel en bestendig is. Hij gaat daarbij transdisciplinair te werk en put rijkelijk uit filosofie, religiewetenschappen, literatuur en beeldende kunst. Küchenhoff is een Zwitserse psychoanalyticus en psychiater, emeritus hoogleraar in Basel en gastdocent aan de Internationale Psychoanalytische Universiteit in Berlijn. Hij is als organisator en spreker betrokken bij de tweejaarlijkse psychoanalytische literatuurconferenties in Freiburg.
Bespreking van
Joachim Küchenhoff (2022). Vom Dringlichen und vom Grundsätzlichen — Psychoanalytische Gedanken zu existenziellen, gesellschaftlichen und erkenntnistheoretischen Fragen. Gießen: Psychosozial-Verlag. ISBN 9783837931549, 363 pp., € 39,90
Het boek is een bewerkte bundeling van grotendeels niet eerder gepubliceerde voordrachten die de auteur hield bij psychotherapeutische en psychoanalytische verenigingen en instituten in het Duitse taalgebied gedurende de afgelopen drie jaar. In achttien hoofdstukken behandelt het uiteenlopende thema's als schuld en vergeving, herhaling(sdwang), tijd en vergankelijkheid, het ‹Unheimliche›, het ‹onbeschikbare› (‹Unverfügbarkeit›), identiteit, lichamelijkheid en gender, de Ander en agressie. Bovendien komen psychoanalytische kennis, kader, diagnostiek, opleiding en organisatie aan de orde. Vier overkoepelende delen rangschikken deze thema's op een schaal van meer bestendig (bijvoorbeeld schuld) tot veranderlijk (bijvoorbeeld inzichten in diagnostiek, kader, opleiding en organisatie).
Hoewel er dus sprake is van heterogene onderwerpen, laat Küchenhoff zich leiden door een rode draad. Deze is dat hij steeds probeert het ‹negatieve› van een symptoom te ‹positiveren›, namelijk door het strikt te erkennen als een verdichte uiting van de subjectiviteit van de patiënt. Hier laat hij zich inspireren door het werk van zijn voorganger in Basel, Gaetano Benedetti. Bovendien is hij in het bijzonder geïnteresseerd in vroege representaties en de mogelijkheid van creativiteit.
Winnicott biedt hier een opening, die ons verbindt met de afbeelding van Klee op de omslag. Deze beschouwt namelijk een situatie van niet-integratie, dat wil zeggen: een toestand van ontspanning bij de baby, waarin deze als vanzelfsprekend kan rekenen op de ik-ondersteunende functies van de moeder, als een voorwaarde voor creativiteit. De niet-integratie is met ‹Ruhe› verbonden, lezen we. Dit is iets anders dan desintegratie; deze is juist een afweermechanisme om in afwezigheid van de moederlijke ondersteuning een toestand van niet-integratie niet te hoeven beleven. Volgens Winnicott maakt de georganiseerde afweer tegen desintegratie creatief leven onmogelijk.
Ik kan in dit bestek slechts een paar voorbeelden uit de inhoud geven en deze dan nog maar kort aanstippen.
In het hoofdstuk over schuld besteedt Küchenhoff veel aandacht aan het fenomeen vergeving, dat volgens hem in de psychoanalyse, misschien door de religieuze connotatie, weinig aandacht heeft. Het Duitse ‹verzeihen› leidt hij etymologisch af van ‹verzichten›, afstand doen van een handeling, namelijk een oordeel of vergelding. Hij differentieert dit van verzoening, die kan leiden tot ‹het sluiten van een wond›. Het biedt zo een veranderde en nieuwe, in zekere zin vervreemde of bevreemdende blik op de ander. Vergeven in deze zin is een doorbreken van de tijdsstructuur, waardoor ruimte ontstaat voor een nieuw narratief. Het zou volgens de auteur lonen om te overwegen dit concept van vergeven in te voegen in het psychoanalytische gedachtegoed over creativiteit en verandering.
In een mooi hoofdstuk over het bewaren van de ervaring van het ‹onbeschikbare› (‹das Unverfügbare›) keert Paul Klee terug, nu met een tekening, Engel voller Hoffnung, in 1939 gemaakt, een jaar voor zijn dood. Deze engel ontspint zich uit een lijn die onaf is en die men verder zou kunnen trekken. Hoewel men in de psychoanalytische situatie bij het ‹onbeschikbare› bijvoorbeeld aan het lacaniaanse tekort of aan Bions ‹negative capability› zou kunnen denken, legt Küchenhoff meer de nadruk op het vermogen hieraan een prospectief principe te verbinden. De open verwachting in de psychoanalytische situatie radicaal nieuw te kunnen luisteren c.q. beluisterd te worden, waaruit iets nieuws kan ontstaan, heeft iets messianistisch, aldus de auteur. Hij werkt dit onder andere uit met inzichten van Bion (‹The act of faith proceeds from the deliberate rejection of memory and desire›), Kristeva (‹prereligieuze behoefte om te geloven›) en Derrida (‹visitation›, in onderscheid met ‹invitation›, namelijk de bereidheid om een onverwachte gast op te nemen zonder bepaalde voorwaarden).
Als derde onderwerp wil ik de aandacht noemen die Küchenhoff besteedt aan het veranderingspotentieel van herhalingsdwangfenomenen en de rol van de ander daarin. Hij onderscheidt een drietal vormen. Als eerste de variërende herhaling, die het ‹leren uit ervaring› inperkt, maar zich toch niet zodanig aan gene zijde van het lustprincipe bevindt (en ook objectgericht blijft) dat transformatie onmogelijk is. De tweede noemt hij de voortdurende herhaling, die zich uit in schijnbaar zinloze signalen, uitingen van vroege inscripties. De tegenoverdrachtelijke beweging van de analyticus zou zodanig moeten zijn dat ze het antwoord creëert dat het object had moeten geven. Het werk van de analyticus is hier, met een beeld van Levine, als het weven van een tapijt uit stukjes, het verbinden van voorstellingen. Het is eerder intuïtief dan deductief, eerder anticiperend dan reactief, en eerder spontaan dan gesteund door data. De automatische herhaling, ten slotte, staat los van inhoud en gevolgen en is slechts een kracht zonder zoeken naar een betekenis. Hij illustreert dat met een casus van een anorectische patiënte en maakt een interessante uitweiding naar het werk van Houellebecq, die deze kwellende ervaring literair uitgewerkt heeft.
Dit boek behandelt fundamenteel een aantal psychoanalytische concepten en vragen over bijvoorbeeld kader, kennis, diagnostiek en organisatie. Het vereist wel enig ‹durcharbeiten› van de lezer, maar men wordt beloond met een verdiepte, verrijkte, net iets andere, verrassende, en ietwat gedeconstrueerde (Derrida wordt in het boek veel geciteerd) blik op bekende onderwerpen en discussies. Het helpt dat de auteur ‹didactisch› is in zijn formuleringen. Elk hoofdstuk bevat korte vignetten van therapieën, die, evenals de literaire en beeldende referenties, de tekst verhelderen.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden