Wie spreekt hier de waarheid?
Samenvatting
Een psychodynamische psychiatrie — Beter door waarheid is de 36e aflevering van de serie Psychoanalytisch Actueel, onder hoofdredacteurschap van Mark Kinet. Deze serie bevat een verzameling van artikelen van voornamelijk Nederlandstalige auteurs rondom thema's met een psychoanalytische signatuur. In bijna alle afleveringen van de serie heeft de auteur/hoofdredacteur een aanzienlijk stempel gezet. Mark Kinet is een gedreven man die sneller schrijft dan God kan lezen (sic) en lijkt op alle markten thuis te zijn die ook maar enigszins met de psychoanalyse in verband gebracht kunnen worden. Ook deze aflevering draagt daarvan de sporen.
Bespreking van
Mark Kinet (2024). Een psychodynamische psychiatrie — Beter door waarheid. Antwerpen: Gompel & Svacina. ISBN 9789463715027, 312 pp., € 34,50
Het boek bestaat uit vier delen. Deel 1 behandelt de psychiatrie, de psychotherapie en de psychoanalyse in hun onderlinge samenhang met thema's als de waarheid, het symptoom en de teloorgang van het subject. Vooral dit laatste thema raakt aan een actueel en pijnlijk punt in de psychiatrie en de psychoanalyse waar de neiging bestaat om de mens te verklaren vanuit een objectief wetenschappelijke gezichtshoek. In deel 2 wordt heel kort stilgestaan bij de relatie tussen psychoanalyse en wetenschap. Hierbij wordt de Entwurf uit 1895 van Freud naar voren geschoven, opgesteld toen hij nog sterk onder de invloed stond van zijn leermeester Ernst Brücke, die een grote affiniteit had met de biologie en de natuurwetenschappen, wat bij Freud geleid heeft tot het schrijven van het genoemde essay over een wetenschappelijke psychologie. In onze tijd geniet de Entwurf een meer dan normale belangstelling, met name in neuropsychoanalytische kring. Dat Freud bij gebrek aan bewijs voor een somatische gronding van de menselijke psyche naar een meer psychologische en narratieve oriëntatie neigde, heeft hem er niet van weerhouden doorheen zijn hele oeuvre het verlangen naar een wetenschappelijke-biologische causaliteit van de psyche te ventileren. Zeker, een verlangen, omdat hij ook wel besefte dat het bij een verlangen zou blijven en dat de afwezigheid van een bewijs zou persisteren. En als het over de relatie tussen wetenschap en psychoanalyse gaat, schuift Kinet Lacan naar voren, die ondanks zijn beroemde ‹terugkeer naar Freud› ook een standpunt inneemt dat wel degelijk afwijkt van dat van zijn voorganger. Lacan heeft weliswaar dit streven van Freud gevolgd, maar heeft het subject een ander statuut gegeven, waarbij het subject gespleten is en door het binnengaan in het symbolische gescheiden is van het deel dat de natuurwetenschap viseert.
Ik denk dat Kinet hier een verkeerde inschatting maakt. Ik bespeur bij Freud ten aanzien van een wetenschappelijke gronding van de psychoanalyse een ambitendente houding, waarbij de twee posities naast elkaar staan en elkaar wellicht ook uitsluiten. Bij Lacan ligt dat anders, omdat hij uit een ander vaatje tapt. Hij baseert zich op het Franse structuralisme en de antropologie van Claude Lévi-Strauss, maar zonder het reële van de biologie uit het oog te verliezen. Hij onderscheidt drie ordes — het Reële, het Imaginaire en het Symbolische — die onderling samenhangen, maar niet tot elkaar te herleiden zijn. De psyche is geen ding.
Kinet problematiseert de heterogeniteit van de natuurwetenschappelijkheid en de hermeneutische oriëntatie van de psychoanalyse niet, maar ziet de neurowetenschap als toetssteen van de psychoanalyse en noemt dan de onderzoeksresultaten van het drievoudige brein, te weten de hersenstam van de reptielen, het limbisch systeem van de zoogdieren, en de hemisferische lateralisatie bij de mens.
Deel 2 van het boek gaat over de positie van de psychoanalyse in relatie tot de kliniek, de psychiatrie en de wetenschap. Verder over cultuur en kliniek met de titel ‹Een tijd die de geest geeft›. Dit hoofdstuk hinkt op twee gedachten die enerzijds de ‹beestigheid› van de mens beogen en anderzijds de cultuur die in haar historiciteit eveneens het wezen van de mens uitmaakt. In het veranderend patroon van de huidige psychopathologie valt een tendens te bespeuren die aansluit bij de belangstelling voor de oermens met zijn driften en automatische gedragingen die een biologische oorsprong hebben. Kinet laat in dit hoofdstuk ook de cultuur aan het woord, maar het wordt niet duidelijk wat dit mengsel van natuur en cultuur voor de mens in de eenentwintigste eeuw betekent of waar het heen zou moeten. Na de decade of the brain hebben de neurowetenschappen een hoge vlucht genomen en dat lijkt de belangstelling voor het psychische te doen tanen. De DSM ruimt geen plaats in voor het onbewuste, om maar een voorbeeld te noemen.
In deel 3 staat de wetenschappelijke status van de psychoanalyse meer centraal. Ook daar valt een tendens naar het objectieve weten te bespeuren. In sommige psychoanalytische kringen wordt de door Freud zelf verworpen Entwurf omarmd om een zekere wetenschappelijke status van de psychoanalyse te garanderen. Daarnaast memoreert Kinet ook onderwerpen als het onbewuste, seksualiteit, doodsdrift en de opkomst van het lacaniaanse denken. Ook wordt aandacht besteed aan de relatie met de eerste ander, in het hoofdstuk getiteld ‹Naar het moederland›, waarin aandacht voor afhankelijkheid, transitionele (speel)ruimte, holding environment en gehechtheid. Dit derde deel wordt afgesloten met het hoofdstuk ‹The French Connection›, waarin het gedachtegoed van Jacques Lacan centraal staat. Kinet behandelt hierin de rol van de symbolische orde van de taal, maakt een uitstapje naar Bion, die evenals Lacan geldt als een niet makkelijk te begrijpen auteur, zet de relatie tussen Ding en het imaginaire object kleine a uiteen, en maakt duidelijk dat de fallus een symbolische rol speelt als de betekenaar van het verlangen van (en naar) de moeder.
Deel 4 gaat over de psychiatrische praktijk, waarin Freud en co, groepspsychotherapie en klinische psychotherapie figureren. Dat de psychoanalyse in de psychiatrie een plaats inneemt is geen vanzelfsprekendheid meer, al enige decennia niet. De auteur brengt deze omstandigheid in verband met spitstechnologie — wat zoiets betekent als spitsroede lopen en een mechanistische aanpassingsstrategie, zoals Bruno Bettelheim dat voor de Amerikaanse situatie in zijn tijd heeft aangeduid — en met ontwikkelingshulp voor de meer actuele omstandigheden. Onder het kopje ‹De neurose en de typische kuur› manifesteert zich de kloof tussen het psychoanalytisch discours en de huidige opvattingen in de psychiatrie.
Het boek is geschreven in een vlotte stijl met hier en daar mooie taalkundige invallen die het lezen plezierig maken. Bij mij komt de metafoor van een bij naar boven: de bij vliegt van bloem naar bloem, ruikt eraan en vliegt na een fractie van een seconde naar de volgende bloem, zonder nectar gevonden te hebben. De vraag doemt op voor wie dit boek is geschreven en met welk oogmerk. Of deze aflevering van Psychoanalytisch Actueel werkelijk gezien moet worden als ‹een van de beste pogingen om de freudiaanse psychoanalyse naar de eenentwintigste eeuw te brengen›, zoals de kafttekst zegt, moet worden betwijfeld. Daarvoor is de tekst te verbrokkeld, en het boek mist een duidelijke boodschap.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden