De pornografie van geweld
Samenvatting
Geweld kent zijn eigen pornografie. Zoals voyeurs blijven we schuldbeladen achter door wat we zien of wat weergegeven wordt in de media of wat we opvangen van overlevenden ervan. De behoefte tot overmeestering van en triomferen over het abjecte, over het object van onze fascinatie ontdaan van zijn subjectiviteit, drijft deze fascinatie. Op het einde blijft walging over. Voor veel mensen, en zeker voor de maatschappij in haar geheel, gevangen tussen fascinatie voor het afschuwelijke en walging, wordt onverschilligheid de meest adaptieve positie. Hoe komt het dat we de feiten zoals we die kennen uit onder meer Bagdad, Gaza en Darfur in die mate kunnen scheiden van ons dagelijks leven dat we niet ontsteken in een continu protest? Is het onverschilligheid, het mislukken van verbeelding, dissociatie, ontkenning of de wens om onze sterkte te blijven halen uit onschuld?
Bespreking van
Adrienne Harris & Steven Botticelli (red.) (2010). First do no harm — The paradoxical encounters of psychoanalysis, warmaking and resistance. Relational Perspectives Book Series. Hove: Routledge. ISBN 978 0 415 99649 5, 393 pp., £ 24,99
Geweld heeft een destabiliserend effect op de slachtoffers ervan, dikwijls ook op de daders, maar ook op de psyche van de getuigen, ook op clinici die erbij staan en toekijken, of het uit derde hand of via de media vernemen. Kennis van geweld heeft de macht om omstanders te destabiliseren, maar ook getuigen op afstand, die dikwijls ver verwijderd zijn van de onmiddellijkheid van de ramp.
Clinici die op een efficiënte manier willen werken met de overlevenden van traumata die plaatsvonden tijdens hun volwassenheid, worstelen met deze twee polen: ze zitten gevat tussen ‹de fascinatie voor het afschuwelijke› enerzijds en ‹walging› anderzijds, beide een teken van dissociatie. Vaak zijn onverschilligheid en dissociatie, in de vorm van overbodig getheoretiseer of irrelevante techniek, de verkozen psychoanalytische afweerpositie.
The paradoxical encounters of psychoanalysis, warmaking and resistance is een bundel in vier delen. Eerst wordt er ingegaan op de geschiedenis en de huidige opvang van militairen met lichamelijke of psychische verwondingen. Instructief in deze zijn de lotgevallen van de posttraumatische stress-stoornis over de jaren heen. Vervolgens wordt er gekeken naar het gebruik van psychoanalyse ten dienste van oorlogsvoering en marteling. Psychologie als ‹handlanger› van het militaire systeem. Zo maken de auteurs melding van de systematische aanwezigheid van psychologen tijdens martelsessies in onder meer Guantanamo. In het derde gedeelte wordt de psychoanalyse ten tonele gebracht als een wetenschap die licht kan werpen op oorlogsvoering en militarisme. Naar het einde toe volgt nog een boeiend gedeelte inzake het psychoanalytische begrip ‹weerstand›. Meer bepaald aangaande de these dat de manier waarop een maatschappij omgaat met zaken als kwetsbaarheid en afhankelijkheid (door de auteurs gedefinieerd als de inhoud van vrouwelijkheid) de aard van de weerstand kan wijzigen ...
Hoewel de psychoanalyse aangewend kan worden om zowel oorlogsvoering en propaganda te rechtvaardigen als het afwijzen en bekampen ervan, blijkt uit dit boek dat haar echte waarde en sterkte ligt in het onderzoeken van de achterliggende motieven en methodieken.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden