Een blinde vlek geduid
Samenvatting
The gendered unconscious is verschenen in de reeks Women and psychology, die onder redactie staat van Jane Ussher. Deze reeks — die reeds meer dan twintig boeken telt — poogt een brug te leggen tussen abstract wetenschappelijk onderzoek en het leven van vrouwen. In The gendered unconscious is Louise Gyler geïnteresseerd in de bijdrage van de huidige kennis over gender en seksualiteit aan de theorievorming en de praktijk van de psychoanalyse en de psychotherapie in ruimere zin. Kortom, haar focus ligt op gendertheorieën en hun wisselwerking met de klinische psychoanalytische praktijk. Ze beargumenteert op een overtuigende manier dat de sociaal normerende genderposities bewust en onbewust verweven zijn in onze theorievorming en praktijkvoering, wat betekent dat het antwoord op haar uitdagende ondertitel — Can gender discourses subvert psychoanalysis? — positief is. In haar onderzoek gebruikt ze psychoanalytische theorieën, met inbegrip van theorieën over psychoseksualiteit en hedendaagse psychoanalytische gendertheorieën, als kritisch instrument om de genderhiërarchie te deconstrueren en om de specifieke blinde vlekken in elk model bloot te leggen.
Bespreking van
Louise Gyler (2010). The gendered unconscious — Can gender discourses subvert psychoanalysis? New York/Hove: Routledge. ISBN 978 0 415 40171 5, 196 pp., £ 17,50
Het boek telt zeven hoofdstukken. In het eerste hoofdstuk wordt de onderzoeksvraag gesitueerd en gemotiveerd, vertrekkende vanuit de erkenning dat er in de psychoanalyse structureel een masculiene bias aanwezig is. Diezelfde psychoanalyse biedt ook een kritische methodologie om te onderzoeken via welke wegen gender en seksualiteit functioneren in de menselijke psyche. In het tweede hoofdstuk worden Freuds ideeën over seksualiteit, gender en subjectiviteit uiteengezet, gevolgd door enerzijds Kleins bijdrage over de seksuele ontwikkeling en anderzijds haar theorie over de depressieve en paranoïde-schizoïde posities. De bijdragen van Freud en Klein introduceren centrale debatten over de aard van het vrouwelijke: is het een primair fenomeen of een secundaire constructie? Freud privilegieert de fallus (en wat de penis representeert) en construeert het vrouwelijke als secundair. Klein en anderen conceptualiseren het vrouwelijke als primair: het moederlijke en het zich bewust zijn van de vagina (en wat deze representeert) als fundament in de ontwikkeling van de vrouwelijke seksuele identiteit. Deze hoofdstukken waren een plezier om te lezen, in tegenstelling tot de hoofdstukken 3 en 4, waarin de kritieken, deconstructies en reconstructies van de feministische psychoanalytische theoretici worden onderzocht. In de hoofdstukken 5 en 6 wordt weergekeerd naar het denken over Kleins ideeën en de hedendaagse kleiniaanse psychoanalyse, hetgeen opnieuw mijn interesse wekte. Tot slot wordt in het zevende hoofdstuk de vraag gesteld wat we kunnen leren uit de vergelijkende dialoog tussen de kleiniaanse psychoanalyse en de hedendaagse feministische psychoanalyse aan de hand van enkele fundamentele vragen, waarvan de ondertitel van het boek er één is.
De auteur geeft in dit goedgeschreven boek blijk van een grondige kennis van de verschillende psychoanalytische theorieën. Bovendien laat ze mooi zien hoe de door Freud ontwikkelde methodologie/techniek van de psychoanalyse ons in staat stelt om de complexiteit van de relatie tussen geest en lichaam te onderzoeken op een manier die ons aan het denken houdt, zonder te vervallen in het stellen van waarden en normen of in hokjesdenken. De vergelijkende dialoog tussen de hedendaagse kleiniaanse psychoanalytische theorie en de feministische psychoanalytische gendertheorieën, die als rode draad door het boek loopt, is hier ook een illustratie van. De kleiniaanse theorie werpt onder meer licht op het belang van de realiteit van het moederlijke lichaam en de werking van negativiteit en agressie in het separatie-individuatieproces, terwijl de per definitie niet waardevrije feministische psychoanalytische auteurs onder meer expliciet aantonen hoe representaties van het feminiene onze concepten van gelijkheid en vrijheid beïnvloeden. Maar toch is een uitkomst van deze vergelijkende dialoog dat de hedendaagse kleiniaanse theorieën meer radicale mogelijkheden in zich dragen voor de vrouw dan de feministische psychoanalytische theorieën. Die ontkennen onder meer de implicaties van de preoedipale moeder, wat moeilijkheden creëert voor de ontwikkeling van de capaciteit om agressie te reguleren, zowel klinisch als theoretisch. Deze bevinding is op zijn minst interessant te noemen, aangezien Klein altijd nogal negatief werd bejegend en dus ook verwaarloosd door het feminisme, juist vanwege de heteroseksistische en biologische uitgangspunten die haar werk schragen.
Bij het lezen van The gendered unconscious dwaalden mijn gedachten af naar Kinsey, een Amerikaanse filmbiografie uit 2004 die vertelt over het leven van Alfred Charles Kinsey, die na zeer uitgebreid onderzoek een baanbrekend rapport schreef over het seksuele leven van de Amerikanen, waarmee hij taboes kon doorbreken en seksualiteit meer bespreekbaar kon maken. De grote kracht van zijn onderzoek toentertijd lag in de waardevrije bevraging van de Amerikanen over hun seksuele leven. Ook dit boek is een staaltje van onderzoek. Tegelijkertijd is het ook een vrij complex boek — enkele stukken heb ik meermaals moeten herlezen — en is het maar de vraag hoe dergelijk psychoanalytisch goud vertaald kan worden naar een breder publiek, wat het pas echt baanbrekend zou maken. Alleszins opent het de psychoanalytische ruimte ten voordele van de belangen van vrouwen. Nu nog eens zo'n boek voor mannen, maar laat het dan iets eenvoudiger zijn!
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden