Depressie: verlies van een (innerlijke) connectie
Samenvatting
Het bijwonen van het PSU-symposium over depressie was de opoffering van een vrije zaterdag helemaal waard. Mijn groepsgenoten van de psychotherapieopleiding en ik deden veel inspiratie op, we werden elk op onze beurt persoonlijk geraakt door de lezingen, of dachten aan onze cliënten.
Verslag van
Depressie [Utrecht, 19 november 2011]
Annemarie de Wit, voorzitter van het Nederlands Psychoanalytisch Genootschap, benadrukte in haar opening de actualiteit van het onderwerp en plaatste het ook in zijn historische context. Depressie kan evolutionair gezien functioneel zijn: het zorgt voor beter nadenken. Verschillende talentvolle mensen leden waarschijnlijk aan depressie. Darwin ontdekte dat de duisternis leidt naar wat heilzaam is, en dat een vlucht in werk vruchtbaar kan zijn.
Jos Dirkx kwam in de eerste lezing met een helder verhaal, maatschappijkritisch, met humor en scherpte. De WHO voorspelt dat depressie in 2020 de belangrijkste (psychische) ziekte zal zijn in het Westen; Trudy Dehue noemt het een depressie-epidemie, waarin de farmaceutische industrie en behoefte van hulpverleners aan een etiket een voorname rol spelen. Dirkx sprak kritisch over de steeds wisselende DSM-criteria en -classificaties. Bij de huidige hoge eisen en beperkte frustratietolerantie had iedereen hoogbegaafd kunnen zijn als hij niet last had gehad van dyslexie of ADHD. Er wordt onder- en overgediagnosticeerd, verschillende behandelingen werken niet afdoende, suïcide neemt toe. De psychoanalyse ziet depressie als emotionele en relationele aandoening. Dirkx haalde onderzoek van Sidney Blatt aan over de anaclitische en introjectieve depressie. Bij de eerste vorm gaat het over minder ontwikkelde objectrelaties, waarbij iemand de paranoïde-schizoïde positie inneemt en afhankelijk is van anderen voor narcistische gratificatie. Een steunende behandeling is dan effectief. Bij de tweede, zelfkritische vorm gaat het om de depressieve positie, meer geïntegreerde objectrelaties, en thema's als schuld en streng geweten. Dan is een explorerende behandeling aangewezen.
Vervolgens plaatste Marc Hebbrecht Freuds Rouw en melancholie in de actualiteit: een interessant verhaal, met veel informatie en voorbeelden. Freud zag melancholie als een psychotische depressie met schuldwanen, en rouw als normale reactie op verlies van een persoon of abstractie. Rouwarbeid is een vorm van realiteitstoetsing, aanvaarden van het verlies, en terugtrekking van de liefde. De zelfverwijten bij melancholie zijn eigenlijk verwijten jegens het verloren liefdesobject. De relatie met het verloren object was een narcistische, waardoor nu een zelfobject verloren is gegaan. Hebbrecht plaatst kanttekeningen bij de tekst van Freud: is ambivalentie beperkt tot melancholie en is rouw voorbijgaand? Geslaagde rouw is genuanceerd en bevat een interne dialoog met de ander. Iemand bereikt de depressieve positie met het besef dat hij voor altijd gescheiden is van de geliefde, aan wie hij toch waarde kan hechten. Verder haalde Hebbrecht een onderzoek naar Holocaustslachtoffers aan. Er kon niet gesproken worden over de verliezen en het trauma werd doorgegeven. Ten slotte beschreef hij een therapieproces waarin de therapeut de projectie van het bevroren beeld van de verlorene ervoer en het verdriet over een verlies eerder voelde dan de patiënte. Steunende factoren in therapie zijn het verdragen van het infantiele deel en coachen van het volwassen deel.
Catrien Spaans gaf een toegankelijke, helder gestructureerde lezing over depressie bij kinderen en adolescenten. Ze startte met een vignet over een adolescent die zich te veel aanpaste aan de overgebleven ouder. Kinderen kunnen pathologische rouw ontwikkelen als de overgebleven ouder zelf niet kan rouwen. Ook echtscheiding — verlies van het ouderlijk koppel en fantasie over schuld aan de breuk — kan depressie veroorzaken. Daarna gaf Spaans een overzicht van factoren die een rol spelen bij depressie: ineffectieve copingstrategieën bij het kind, zoals terugtrekken en fantaseren; irreële verwachtingen bij ouders van een kind; ouders die hun zelfkritische stijl overbrengen op hun kind; negatief zelfgevoel bij het kind door niet-responsieve ouders; te weinig onderscheid tussen ouder en kind met de kans op false-self-ontwikkeling; tekortschietende affectregulatie bij het kind door intrusieve of overstimulerende ouders. Ze besprak verder comorbiditeit en het verschil in symptomen bij kinderen en adolescenten.
Na de pauze besprak Nelleke Nicolai de rol van schaamte en schuld bij depressie na trauma's, in een interessante en aangrijpende lezing. Uit onderzoek bleek dat mensen met dysthymie en depressie eerder een traumatische ervaring ondergingen. Onveilige gehechtheid, ernstige interpersoonlijke angst en internaliserende afweer spelen een rol. Nicolai beschreef een casus waarin sprake is van seksueel misbruik en schaamte bij het in de spiegel kijken. Er is een woordeloos, naar gevoel aanwezig, en de ervaring van verbrokkeling van het zelf. Het bleek over Virginia Woolf te gaan, die schrijven en verbeelding als kuur gebruikte. Schaamte speelt een belangrijke rol bij het in stand houden van symptomen. Het gaat om de beleving van een veroordelende ander, en raakt aan gevoelens over wie je bent. Schaamte ontstaat vroeg, als er niet of verkeerd wordt gespiegeld. Een verinnerlijkt negatief zelfbeeld ontdoet het zelf van bescherming. Er is identificatie met een agressor, of overnemen van onverwerkte schaamte en schuld van de ouder, wat leidt tot een destructieve innerlijke dialoog. Het enige dat helpt is erkenning en empathie.
Jan van de Sande besprak op humoristische wijze en met veel zelfspot depressie bij de ouder wordende mens, met zaken als (lichamelijk) verval, verandering, ontwikkeling en rijpheid. Men moet zich aanpassen aan de veranderingen van het lichaam, maar de fantasie blijft. De impact van lichamelijke klachten wordt vaak onderschat. Er zijn allerlei vormen van krenking: lichamelijk aftakelen, maar ook afscheid van activiteiten, verlies van autonomie. Belangrijk voor seniores is het in stand houden van lichamelijke gezondheid en een zinvolle invulling van de resterende tijd. Er ontstaat een nieuwe strijd tussen autonomie en verbondenheid: onafhankelijkheid bewaren versus gekoesterd en verzorgd worden.
Maarten van Buuren sprak als ‹ervaringsdeskundige›, al voelde het in zijn woorden als ‹zijn hemd omhoog moeten doen voor een collegezaal›, wat hem overkwam als student toen hij een allergietest deed. In zijn depressieve perioden had hij het gevoel in een stolp te zitten, hij kon de buitenwereld en zichzelf daarin bezig zien, maar er geen connectie mee maken. Hij maakte een vergelijking met een elektriciteitscentrale en de spanning op de kabels, als affectieve energie die vanuit jezelf over en weer naar anderen stroomt. Bij hem is die energie haperend, en bij depressie zit het netwerk zonder spanning, en krijgt hij geen energie van anderen. Er valt een dimensie weg, waardoor hij niet kan zeggen of hij iets lekker vindt of van iemand houdt. Ten slotte benoemde Van Buuren het vermogen te geloven of lief te hebben als belangrijk, en afwezigheid daarvan maakt kwetsbaar voor depressie. Het moment dat hij zijn geloof verloor als puber was heel heftig.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden