Werken met/in groepen [2]
Samenvatting
Een jaar geleden deed ik verslag van de eerste activiteit georganiseerd door de nieuwe Sectie Groep binnen de Vlaamse Vereniging voor Psychoanalytische Therapie (VVPT). Die eerste workshop bleef beperkt tot een korte leerervaring waarbij meerdere interessante thema's voorbijkwamen maar ook weer al te vlug uit de aandacht verdwenen. De hoop bestond dus dat er bij een nieuw initiatief tot een duidelijkere focus zou worden gekomen.
Verslag van
VVPT-workshop Psychoanalytische groepspsychotherapie [Kortenberg, 25 november 2011]
Met het dertigtal deelnemers leek mij de opkomst vergelijkbaar met die van vorig jaar. Dat is wat teleurstellend aangezien er in de klinische sector vermoedelijk een veelvoud aan psychologen en/of psychiaters, al dan niet met psychoanalytische opleiding, werken met groepen. Dat de interesse voor het werken met groepen nochtans groot is, bleek op de succesvolle VVPT-studiedag in 2009. Vanwaar dan de relatief beperkte opkomst voor deze workshop? Zijn dit te verwachten groeipijnen van een nieuw initiatief? Of laten groepstherapeuten zich moeilijker overhalen voor methodieken die meer eigen inbreng vergen?
Na de eerste workshop vorig jaar hoorde ik van verschillende deelnemers dat zij een meer theoretische inleiding gemist hadden bij de beknopte groepservaring. Deze keer werd hierin wel voorzien. Jaak Le Roy opende de dag met een vakkundig verzorgde vlucht over het groepstherapeutische landschap. Hij hanteerde hierbij vooral het groep-als-geheel-perspectief, waarbinnen iedere uiting die in groep wordt gebracht, begrepen wordt in zijn relatie met een ander of met de groep, maar ook als iets van de ander of van de hele groep of omgeving. Voor Le Roy is dit perspectief niet alleen wenselijk maar zelfs onontkoombaar. Hij verwees daarbij meermaals naar het werk van Bion, die sprak over een ‹emotional storm› om te benoemen wat er zich voordoet wanneer mensen met elkaar in contact komen. Bion liet zelf in het midden of dit een storm van liefhebben dan wel haten is. Hinshelwood werkte dit verder uit in de dubbele dynamiek tussen enerzijds de hunkering naar een ontmoeting met een ander en anderzijds de weerstand tegen de verstoring die deze ontmoeting telkens in de innerlijke wereld teweegbrengt. Als groepstherapeut dient men te beseffen dat een groep uitnodigen inhoudt dat men de deelnemers in een emotionele storm plaatst waarin men volgens Le Roy ook zelf zal worden geliefd en gehaat, en zelf zal liefhebben en haten. Le Roy verwees meermaals naar het recente werk van Garland (2010) om te benadrukken hoe het deel worden van een groep diverse processen op gang brengt.
Le Roy gaf vanuit klassiekers als Lewin, Bion, Ezriel, Whitaker & Liebermann, en Foulkes een kort overzicht van de setting, rollen, afspraken, doelen en kernervaringen in een groepssituatie. Hij bleef iets uitvoeriger stilstaan bij de taken van wat hij dan toch op de eerste plaats een ‹groepsanalyticus› noemde. Deze moet als een soort manager leiding geven aan de groep en het kader. Verder moet hij het werken aan de groepstaak faciliteren door het bevorderen van interacties en actieve participatie van de groepsleden. Een derde taak omvat het ervaren van en reflecteren over het waarnemen, voelen en gedragen binnen de groep. Als vierde taak benoemde Le Roy het verkennen van en betekenis geven aan rigide interactiepatronen, alsook het bijsturen ervan. En ten slotte is de groepsanalyticus verantwoordelijk voor het exploreren en doorwerken van de individuele achtergronden, geschiedenis of ontwikkeling van de groepsleden.
In de voormiddag bracht Annie Van de Vijver een casus van een ambulante groepspsychotherapie. Enkele deelnemers werd gevraagd om één zitting van deze groep verbatim na te spelen terwijl de andere deelnemers observeerden. Het betrof een groep van acht leden die wekelijks anderhalf uur samenkomt. In de nabespreking werd ingegaan op hoe groepsleden elkaar kunnen vinden in het toegedekt houden van de emotionele storm. Er werd ook stilgestaan bij hoe een groepslid de onbewuste rol toebedeeld krijgt om net dat aspect van de groep te verwoorden, namelijk het niet willen spreken uit angst om dat dan mee te nemen naar huis en niet meer te kunnen loslaten.
's Namiddags bracht Karine Kellens een zitting van een groep die in dagklinische behandeling is. De acht groepsleden komen viermaal per week samen in groepspsychotherapie. Deze casus illustreerde hoe beslissingen op instellingsniveau een sterke impact kunnen hebben op het kader van een groep. Ook hier waren er in de nabespreking heel wat interessante associaties en opmerkingen. Maar tegelijk illustreerde deze casus hoe moeilijk het is om de sfeer van een groepszitting te benaderen in een workshop. De verbatim presentatie waarvoor werd gekozen kan niet anders zijn dan een afschaduwing van het werkelijke verloop van de zitting, waardoor belangrijke non-verbale informatie in die schaduw blijft steken.
In vergelijking met de eerste vond ik deze tweede workshop een erg verdienstelijke stap vooruit. Maar ik behield nog steeds de indruk dat de nieuwe sectie op zoek blijft naar de meest geschikte methodiek om een grotere groep clinici samen te brengen om de eigen groepstherapeutische ervaringen uit te wisselen en hierin van elkaar te leren. De weg naar een meer gestructureerd aanbod van opleiding, supervisie en/of intervisie rond (psychoanalytische) groepspsychotherapie in Vlaanderen is misschien nog lang maar we maken op deze manier wel duidelijke vooruitgang.
Literatuur
- Garland, C. (2010). The groups book — Psychoanalytic group therapy: principles and practice. Londen: Karnac Books.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden