Op zoek naar een nieuwe Middle Group?
Samenvatting
Met enige zin voor drama kondigt Lewis A. Kirshner in zijn voorwoord van Between Winnicott and Lacan aan een poging te zullen wagen om zich tussen het denken en vooral de klinische praktijk van deze twee schijnbaar aan elkaar tegengestelde auteurs te bewegen. Winnicott benadrukte de rol van de moeder, het hier en nu, de therapeutische ontmoeting tussen twee personen, het spel en het transitionele. Lacan, daarentegen, had duidelijk iets met de vader, de taal en het structurele. Hij benadrukte dat de analyticus de analysant nooit ontmoeten kan. Tussen deze antagonisten wil Kirshner een dialectiek tot stand brengen. Hij droomt zelfs luidop van een nieuwe Middle Group.
Bespreking van
Lewis A. Kirshner (red.) (2010). Between Winnicott and Lacan — A clinical engagement. Hove: Routledge. ISBN 978 0 415 88374 0, 192 pp., £ 18,99
In haar bijdrage Thinking in the space between Winnicott and Lacan geeft Deborah Anne Luepnitz een rijke inleiding tot het denken van Winnicott in contrast met dat van Lacan. Zij vat de ruimte tussen beide hoofdrolspelers complementair op. Te veel vader wordt in evenwicht gebracht door te veel moeder, te afstandelijk door te nabij, te veel in het hier en nu door multigenerationeel. Luepnitz en anderen met haar scheppen zo een zeer evenwichtig overkomend discours. De originaliteit van beide denkers, hun radicaliteit, dreigt hier echter aan opgeofferd te worden. Aan psychoanalyse doen wordt zo een schoolse bezigheid, disciplineren eerder dan exploreren. En was nu het protest tegen de gedachteloze aangepastheid niet juist zowel Winnicotts als Lacans drijfveer? Lacan ging hevig tekeer tegen de Amerikaanse egopsychologie, tegen het verwarren van het symbolische met het imaginaire en het reële, ‹tegen de aanpassing›. Winnicotts notie van het ‹valse zelf› als een te gehoorzame aanpassing aan de omgeving vertelt ook veel over zijn nobelere verwachtingen van de psychoanalyse dan dat deze zich zou invoegen in een imaginaire maturiteit. De Britse Middle Group noemde zichzelf niet zonder reden ook wel de Independent Group.
André Green mag hoofdstuk 2 aan zijn publicatielijst toevoegen. Hij geeft een historisch en sterk autobiografisch gekleurd overzicht en neemt het ‹tussen› ruimer dan tussen Winnicott en Lacan. Hij betoogt dat The bifurcation of contemporary psychoanalysis ook reeds in Frankrijk plaatsvond rond de figuur van Lacan en in het Verenigd Koninkrijk tussen de kleinianen en de volgers van Anna Freud.
De klinisch interessantste bijdrage is zonder meer James E. Gorneys gevalsstudie. Hij beschrijft hoe Winnicotts holding environment een transitionele speelruimte opent waarin het lacaniaanse denken ten volle tot zijn recht kan komen. Zo kan een kleine winnicottiaanse concessie aan het kader, zoals bijvoorbeeld het licht een beetje doven indien dit patiënt stoort, een ruimte creëren waarin het lacaniaanse spel der betekenaars plaats kan vinden. Gorney ziet Winnicott dan ook als een brug tot wat Lacan te bieden heeft. En de brug laat tweerichtingsverkeer toe. Zo laat Gorney ook het seksuele spel binnensluipen in Winnicotts toch wel erg aseksuele transitionele ruimte. Dit maakt het volgens hem mogelijk ook ten opzichte van bijvoorbeeld transitionele perversies milder te staan en al te intrusieve interpretaties achterwege te laten.
Hoofdstuk 4 poogt openlijk een nieuwe Middle Group te vormen en Mardy Ireland doet dit door het concept van het reële van beide auteurs te analyseren. Winnicotts ontwikkelingspsychologische invalshoek wordt in dialectiek gebracht met Lacans structuralisme. Ze besluit dat Lacans tragische ten dode zijn slechts mogelijk is als individuen eerst een potentiële ruimte hebben kunnen creëren waarin ze zich kunnen voelen leven.
Kirshner doet nóg een verzoeningspoging. In zijn bijdrage focust hij op hun behandeling van de psychose en zoekt hij vooral naar overeenkomsten. Winnicott en Lacan zochten volgens hem de verklaring voor de psychose in een falende separatie in de vroege moeder-kindrelatie, nodig voor het ontwikkelen van een ‹subject› (Lacan) of een ‹waar zelf› (Winnicott). De vraag is wel of er zo in de nieuwe Middle Group nog voldoende ‹tussenruimte› voor denken overblijft.
Alain Vanier neemt ons mee op een conceptuele uitstap: The object between mother and child. Het is een vergelijking van Lacans objet a en Winnicotts transitionele object. Hij slaagt er in tegenstelling tot eerdere auteurs wel in om de eigenheid van Winnicott en Lacan te benadrukken. Het volgende hoofdstuk doet je als lezer terugverlangen naar Vaniers theoretische fijnzinnigheid. Jeanne Wolff Bernstein schreef een overzichtsartikel dat mijns inziens beter als openingsartikel had kunnen dienen. Zij legt sterk de nadruk — soms wat geforceerd — op de verwevenheid tussen Lacan en Winnicott en gebruikt daartoe de veelzeggende metafoor van de dubbele helix. De verschilpunten vindt zij in tegenstelling tot Vanier eerder in de praktijk dan in de theorie terug. Misschien raakt zij daarmee aan het zwakke punt van dit boek. Men meent dat al het getheoretiseer tot een nieuwe klinische aanpak kan leiden: invoelend als Winnicott en tegelijk scherpzinnig als Lacan. De meeste bijdragen beginnen met een theoretisch stukje en eindigen met een casus ter illustratie. Maar was het niet meer klinisch betrokken geweest om in overeenstemming met de ondertitel (A clinical engagement) deze werkwijze om te keren? Is het niet zinniger vanuit de praktijk te vertrekken en deze aan te vullen met eventuele theoretische reflecties? Het had alleszins meer in de traditie van de Middle Group gepast, die van oorsprong toch vooral klinisch geörienteerd was.
De laatste twee bijdragen kiezen een radicaal theoretische weg. Mari Ruti en François Villa brengen de praktijk niet ter sprake. De titel van Ruti's tekst vat haar project goed samen: Winnicott with Lacan — Living creatively in a postmodern world. Zij slaagt er wonderwel in een boeiende imaginaire cultuurkritische conversatie tussen Winnicott en Lacan tot stand te brengen. Bij beide auteurs vindt zij vooral een postmoderne afkeer van elke vorm van rigiditeit en valse geruststellingen terug. Het boek besluit met een filosofisch pareltje van François Villa: Human nature — A paradoxical object. Het antwoord op de vraag hoe het ‹tussen› tussen Winnicott en Lacan opgevat kan worden vindt er een goede voorzet. Waarom niet het ‹tussen› uit de titel van het boek als een paradoxaal voorzetsel begrijpen? Dat benadrukt meteen de gelijkenissen en de verschillen. Gaat het immers niet om een spanningsverhouding die, zodra er een keuze gemaakt wordt of een dialectische synthese verwacht wordt, noodzakelijkerwijs reductionistisch is? Winnicott en Lacan werden achterdochtig zodra iets te coherent werd. Ik werd dit helaas niet vaak tijdens het lezen van dit boek.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden