Een bijzonder begin
Samenvatting
De openingswoorden van Peter Wegner voor het vijfentwintigste congres van de European Psychoanalytical Federation (EPF) zijn verheugend; in zijn tijd als voorzitter is dit het best bezochte EPF congres.
Verslag van
The initial psychoanalytic interview and the treatment process [Parijs, 29 maart-1 april 2012]
Dit leidt direct tot de rode draad in het congres, namelijk de bezorgdheid over de huidige stand van zaken in de psychoanalyse, het afnemen van het aantal analyses wereldwijd en van het aantal opleidingskandidaten. Een van de redenen voor de themakeuze was een antwoord te vinden op de vraag hoe men tóch analysanten kan krijgen. Zo is het in al de ons omringende landen nu al heel gewoon om bij een frequentie van drie keer per week van een ‹analyse› te spreken en zijn er ook collega's die analysanten twee keer of zelfs een keer per week op de bank leggen.
Binnen de EPF functioneren de Working Parties, waarin deelnemers uit diverse landen, soms jarenlang in ongeveer dezelfde groepssamenstelling, op diverse wijzen intensief casuïstiek behandelen. Op woensdag om 17.00 uur zat de groep van Haydee Faimberg, over ‹listening to listening›, klaar om te starten, met achttien aanwezigen. Alleen de referent verscheen niet. Na een uur kreeg men te horen dat zij dacht dat ze op donderdag moest starten en dat ze niet alsnog kon komen omdat ze patiënten had. Dit leidde tot een nog twee uur durend proces van uitwisseling van affecten en fantasieën hierover. Een bijzonder begin.
Het begin van het plenaire deel deed daar niet voor onder. De drie voorzitters van de Franse zusterverenigingen kregen als eersten het woord en begonnen uitgebreid hun Franse veren op te poetsen. De sprekers waren hierdoor genoodzaakt hun lezingen fors in te korten.
Dat brengt mij direct naar het eind van het congres, de indrukwekkende lezing van Bollas, waarin hij beweert dat ‹no matter what we utter, no matter how peculiar our verbalisations, we are always more than the sum of what we say; indeed, what we say has very little to do with who we are, how we have been, and our effect upon each other.› Het lijkt me dat dit inzicht had kunnen helpen in een wat bescheidener begin.
Nu dus de schier onmogelijke taak om kort weer te geven wat er gezegd is.
Ronny Jaffe noemt de verschillende theoretische klinische paradigma's die de in de lezingen aan bod zullen komen en onderwerp van discussie zijn. Hij focust op het proces van identiteitsontwikkeling van de analyticus en stelt dat de ervaren analyticus veel beter in staat is de angst te verdragen die ontstaat door in de diepten van het onbewuste te gaan roeren.
Hij houdt een pleidooi voor de integratie van psychotherapie en psychoanalyse, daar we door het tekort aan analysanten allen ook psychotherapie doen en dit voor de beginnende analytici een logische weg zou zijn. Het koper hebben we nodig, zegt hij, refererend aan Freud, om het pure goud van de psychoanalyse te verkrijgen.
Leon Kleimberg wijst erop dat als men in het eerste gesprek bezig is met diagnosticeren, men door de bomen het bos niet meer kan zien. Hij stelt dat luisteren naar de latente inhoud een speciale ‹mindset› vereist, en bij iedere nieuwe patiënt een nieuwe.
Maria Utrilla Robles is het met hem eens in haar coreferaat en ze benadrukt in haar reactie het teloorgaan van het psychoanalytisch werken als we onder druk van het tijdsgewricht het analytische frame loslaten.
Baldacci pleit echter voor een eerste gesprek in de vorm van een consultatie. In de kliniek waar hij werkt is dat de intakeprocedure, waarin wel degelijk nosologisch en diagnostisch wordt gekeken, waarna de patiënt doorverwezen wordt naar de meest geschikte behandelmethode, waarbij hij ook een lans breekt voor psychodrama.
Een andere adept van dit model is Anne Rosenberg, die een casus refereerde die ze van een collega doorverwezen had gekregen. Ook zij wijst op het belang van de aangeboden analytische ruimte, waarin het analytische proces zich kan ontwikkelen en de overdracht kan plaatsvinden. De analyticus moet ruimte maken voor de ander — zij benoemt dit als de moederlijke positie, noodzakelijk om de projecties te tolereren en transformeren. De analyticus is niet alleen containing, maar moet ook bereid zijn om gepenetreerd te worden, zelfs tot fragmentatie aan toe. Maar in de door haar gerefereerde casus beschrijft ze dat ze de potentiële analysant eerst terugstuurt naar de verwijzer, waarbij het lijkt of ze die ander nodig heeft om het contact met haar analysant te verdunnen.
Joan Schachter van de London Clinic liet zien hoe je binnen een instituutsverband toch de patiënt kan laten voelen wat analytisch luisteren is. Het doorverwijzen naar een andere behandelaar impliceert wel dat de onderzoeker een teleurstellend object moet kunnen zijn en tegelijkertijd de wens tot analyse in leven moet houden.
De Duitse Ilka Quindeau vertelde over haar Erstgesprache binnen een onderzoeksdesign waarin patiënten blind worden toebedeeld aan therapie of psychoanalyse. Het fascinerende was dat zij vertelde over een patiënt die gestuurd bleek te zijn door zijn vriendin en vanuit zichzelf al geen wens durfde te formuleren, maar met wie toch binnen het analytische frame gewerkt kon gaan worden.
Wat er kan gebeuren als van meet af aan de analytische positie ingenomen wordt, werd zeer fraai geïllustreerd door Laura Colombi. Zij gaf na een korte inleiding een verbatim verslag van de telefonische aanmelding en de eerste zitting. Dit geeft de toehoorder toch vaak de meeste mogelijkheid tot geëngageerd luisteren. Zeker daar de binnenwereld van de analytica ook mooi werd verwoord.
In een juweel van een lezing gaf Rudi Vermote kort en bondig een opsomming van de weerstanden van de psychoanalyticus in de eerste gesprekken. Eenieder ziet op tegen de emotionele storm van het psychoanalytische contact en weert af door: ontkenning van het proces, oordelen over het functioneren van de patiënt, twijfel over de analyseerbaarheid, valse troost bieden, snelle conclusies trekken, oorzakelijk denken, gepreoccupeerd zijn met de eigen rêverie.
Opvallend is dat in alle plenaire lezingen pas door Peter Wegner melding gemaakt werd van Argelander, met zijn langdurige traditie om het Erstgesprach als middel tot het ontwikkelen van analyses te verspreiden.
De Duitser Hermann Beland werkt in Berlijn als opleider in deze traditie. Hij vertelde dat Argelander doofstomme ouders heeft gehad en waarschijnlijk daardoor zo veel gevoel heeft ontwikkeld voor de ‹Szene›. Hij richtte zich in zijn lezing op de analytische vaardigheden die voor het eerste gesprek nodig zijn enerzijds, en de onervarenheid van de kandidaten anderzijds. Er is daarom een seminar over het ‹szenisches Verstehen› ontwikkeld en de kandidaten moeten vijftien tot twintig eerste gesprekken onder supervisie op die manier voeren. Pikant detail was dat in een zaal vol met szenisch verstehende psychoanalytici de voorzitter meldde dat er een ‹walking microphone› was. De betreffende jonge dame keek zichtbaar geschokt.
Rob Wille, die deze traditie in Nederland heeft uitgebouwd, vindt het vertrouwen van de analyticus in de psychoanalyse van doorslaggevend belang in het voeren van dit eerste gesprek, en hij stelt dat de huidige problemen mede veroorzaakt worden doordat de psychoanalytici zelf het psychoanalytisch denken ondermijnen door psychotherapie als even goede behandelmethode aan te bieden.
Dit past weer bij de woorden van Bollas, die het congres beëindigde, dat de eerste onbewuste ontmoeting met een analyticus al in de vroege jeugd begint. De analytische ruimte kan gezien worden als het overblijfsel van het leven in de baarmoeder. Hij hield een poëtische, filosofische verhandeling over de diepere lagen van de eerste ontmoeting. De kern van het mens-zijn is dat we intrapsychische wezens zijn. Het ontmoeten van de analyticus in de dromen en dagdromen, gezien als een object in het symbolische, het imaginaire en het reële, is allereerst een onderneming van het zelf. De mentale ruimte die overloopt in de analytische, is al bij beide deelnemers in wording voordat de ontmoeting heeft plaatsgevonden.
Bollas eindigt met de woorden dat wat Freud ons heeft getoond zeer radicaal is, namelijk dat onze taal maar een kleine fractie kan weergeven van de innerlijke taal die erachter ligt: ‹As the analysand speaks of his life, represents his symptoms, enacts his character, he does so within a new spiritual matrix that we term psychoanalysis. In fact there is never a First meeting nor a last meeting — nor indeed anything we could term «the analysis». It has always been there as a protean potential, is everywhere now, and will be with us until we vanish as a species.>
Onverwoestbaar dus!
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden