De psychoanalyse gisteren, vandaag en morgen
Samenvatting
De psychoanalyse vandaag — voorbij de mythes was de titel die de gespreksavond tussen drie analytici en drie schrijvers, georganiseerd door de New Lacanian School, in de Studio te Antwerpen moest vormgeven. Hij roept het beeld op van een discipline die gisteren was, die er tezelfdertijd nu ook nog wil zijn maar die gaandeweg ergens de greep op de tijd verloren heeft. Anderzijds lijkt hij ook een belofte in te houden: voorbij de mythes — men kent ze wel, die van de sfinx-psychoanalyticus die de neurotische bourgeoisie, die onverbeterlijke ‹father-hating mother-fuckers›, gewillig laat neervlijen op de eeuwige sofa, voor wat het begin is van een unendliche Analyse, de mythe van de omnipotente analyticus die in zijn consultatiekamer en vooral vér daarbuiten overal het bewijs vindt van de freudiaanse panseksualisering (‹Fallus sive Natura›), ... — voorbij deze mythes dus, zou een andere psychoanalyse liggen die vandaag nog haar rol heeft te vervullen. Het is een psychoanalyse die zich niet langer terugtrekt in de ivoren consultatiekamers maar terug te vinden is daar waar psychisch lijden dient te worden beluisterd — in de psychiatrische instellingen, de bijzondere jeugdzorg, de gevangenissen, ... Het is anderzijds een psychoanalyse die zich ook kritisch engageert en strijdbaar opstelt in het maatschappelijk debat, die in deze zogenaamde neoliberale en meritocratische tijden een sociaal weefsel op de sofa durft te leggen waarin enkel nog een alsmaar uitdunnende groep — a happy few — zich schijnt thuis te kunnen wanen.
Verslag van
Het iNWIT-evenement1 [Antwerpen, 8 december 2012]
Tussen mythes en beloftes dus, tussen psychoanalyse als droom en daad. Dit waren de thema's waarover drie analytici verbonden aan de NLS — Nathalie Laceur, Anne Lysy en Luc Vander Vennet — en drie bekende schrijvers uit ons taalgebied — Marc Reugebrink, Jeroen Olyslaegers en Erwin Jans — zich door moderator Ruth Joos lieten beluisteren op daartoe geijkte sofa's. De keuze voor net deze schrijvers was natuurlijk niet toevallig. Alle drie zijn ze in mindere of meerdere mate bekend met het werk van Freud en/of Lacan, al dan niet via de Sloveense filosoof Slavoj Žižek, die de psychoanalyse een nieuw elan tracht te geven in het veld van de cultuur- en maatschappijkritiek. Deze bekendheid leidde echter niet tot de mogelijk gevreesde lippendienst die de voortijdige dood zou hebben betekend van een dialoog, die naam waardig. Het bleek een vruchtbare bodem voor een gesprek over datgene wat beide partijen verbindt, over datgene wat tegelijkertijd gemeenschappelijk en verschillend is aan die solitaire praktijk van het schrijven en de psychoanalytische kuur.
De Nederlandse dichter en essayist Marc Reugebrink bijvoorbeeld, schrijver van de onlangs verschenen kritische essaybundel Het geluk van de kunst, herinnerde zich dat de titel van Žižeks essay — Enjoy your symptom! — mooi weergeeft waar het hem om te doen is in zijn schrijven. Hoe stellig Reugebrink in veel van deze essays ook klinkt, het is de mens in zijn existentiële benauwenis, als een twijfelend en zwak talig dier, voor wie hij een plaats tracht te schrijven. ‹Ik ben een mens godverdomme›, tekent hij op in zijn bundel, een mens die zichzelf tracht te zijn maar vooralsnog niet kan zijn, de mens die niettemin ‹dit zijn te zijn heeft› — zou Heidegger zeggen — het is deze mens die voor Reugebrink uit de marktgedreven competente maatschappij dreigt te vallen. Dit vorm te kunnen geven in een tastend en zoekend schrijven, in het ongeleide breien van de ene zin aan de andere, dit is voor de schrijver ‹het geluk van de kunst›. Er spreekt een zekere tragiek uit, die hij ook meent terug te kunnen vinden in de psychoanalyse. Maar, zoals Nathalie Laceur betoogde: het komt er in een analyse ook op aan niet halsstarrig te verwijlen in de tragiek. Een psychoanalytisch spreken moet het mogelijk maken de tragiek te beleven als een komedie, om de oversteek te maken van het drama van het lijden naar de lichtheid van het symptoom — ‹Enjoy your symptom!› is het analytische devies.
Theaterauteur en schrijver Jeroen Olyslaegers herinnerde zich bij het lezen van het nieuwe iNWIT-nummer vooral zijn ‹vikingschap› toen hij destijds postmoderne denkers als Derrida en Lacan leerde kennen aan de universiteit. De concepten die hij erin aantrof waren er voor hem in de eerste plaats om naar eigen goeddunken te gebruiken, desnoods te verkrachten, om ze daarna verweesd achter te laten. Meer nog, voor Olyslaegers is deze stap voorbij de theorie de decisieve voorwaarde om een schrijven mogelijk te maken. Zo niet, dan adresseer je enkel concepten en een gewillige groep van ingewijden en niet de mensen die je met je schrijven tracht te bereiken. Niettemin heeft dit denken hem gevormd. Volgens Olyslaegers maakt de van oudsher subversieve psychoanalyse zich tegenwoordig trouwens steeds relevanter. De tijd die er gemaakt wordt voor het vrije spreken, net zoals de tijd die genomen wordt om te schrijven of te lezen, is in het huidige tijdsbestel op zich reeds een subversieve daad te noemen. Analytica Anne Lysy beklemtoonde dat de psychoanalytische ontmoeting inderdaad steeds op een bepaalde wijze ingaat tegen het heersende maatschappijvertoog. Het is een ontmoeting waarin, zoals we weten, de analyticus plaats tracht te maken voor het particuliere van de analysant. Daarom is ze in en uit zichzelf niet normatief, dient ze in wezen nooit het algemeen belang van die maatschappij. Een interessante en hegeliaanse aanvulling hierop gaf Reugebrink: ‹In het singuliere dat we trachten te beschrijven, laten we niettemin het algemeen menselijke zien.›
Voor dramaturg en essayist Erwin Jans ten slotte ligt de waarde van de psychoanalyse niet zozeer in een voorondersteld lacaniaans relativisme van een vrolijke wetenschap, als wel in het naar waarde schatten van de mythologie voor de mens. De psychoanalytische adaptatie van Sophocles' mythe van Oedipus wijst vooral op een tragisch denken, een denken waarin de subjectivering via het lijden centraal staat. Het is een lijden waardoor men moet worden wie men is of geweest zal zijn. Luc Vander Vennet vond deze deze subjectivering ook in de radicale non-garantie van de psychoanalytische act, zij het dan aan de kant van de analyticus. De analyticus ontbeert voor zijn interventies een grond waarop hij ze kan gronden. Dit stelt de analyticus voor een keuze waarin hij alleen is, alleen om de interventie te doen waarvan zal moeten blijken of ze al dan niet een interventie zal geweest zijn.
Zo zijn we wat mij betreft meteen aanbeland bij de vraag naar de waarde van deze iNWIT-gespreksavond voor de analytici, de schrijvers en de toehoorders. Laat ik er met een psychoanalytische bocht omheen draaien — God vergeve mij: het is een waarde die al dan niet een waarde geweest zal zijn. Maar ik vermoed het beste.
Noot
- 1.iNWIT is het tijdschrift van de New Lacanian School.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden