Reis naar later over het spoor van vroeger
Samenvatting
Luisterend naar Dora, de Wolvenman, Oedipus en Hamlet ontwierp Freud zijn theorie over het ‹psychische apparaat› — het ‹apparaat› dat hij trachtte biologisch te funderen. Kinderen hebben fantasieën over hun eigen lichaam en over het lichaam van hun ouders. Via en vanuit het lichaam ontdekken kinderen zichzelf en de wereld. Fantasieën maken sporen, sporen waarover de trein van de ontwikkeling naar de volwassen persoonlijkheid kan rijden.
Verslag van
Identiteit in beweging — Verandering doet leven [Amsterdam, 2 november 2012]
Freud leidde zijn theorie over de ‹gewone› ontwikkeling af uit observaties van het ‹net-niet› gewone. Hij beschouwde een symptoom als een uitvergroting van een stuk spoor, van waaruit het hele net te overzien is. Een literair personage is een verdichting van een werkelijkheid. Freud gebruikte personen uit de literatuur om de ‹reële› psychische constellatie van zijn patiënten te begrijpen.
De Commissie Wetenschap van de Nederlandse Vereniging voor Psychoanalytische Psychotherapie combineerde — in deze vooral ook hermeneutische traditie — patiëntenverhalen, romanverhalen, inrichtingsverhalen en gedachten over techniek, om zo vanuit allerlei perspectief het begrip ‹identiteit› te belichten: identiteit, de modernere variant op het ‹psychische apparaat› van Freud. Het spoor van het verleden eindigt op een station waar de toekomst van de NVPP wordt besproken. Empirisch onderzoek bestaat hier uit inspirerende n=1-studies.
Alessandra Lemma spreekt over genderidentiteitsproblematiek: een meisje is een meisje, een jongen is een jongen. Maar Lemma's patiënt is een man die zich vrouw voelt. Als jongetje probeerde hij een eigen identiteitsspoor te vinden door op mama's hoge hakken te lopen. Lemma heeft hem/haar als volwassen vrouw-in-wording in behandeling. Hij-zij zal geopereerd worden. Penis eraf, vagina erin, dat is de oplossing. Lemma beschrijft zijn-haar gevecht op zoek naar een identiteit. Hij-zij is een karikatuur van de vrouwelijke identiteit. Net te opvallend decolleté, net te hoge hakken. Ze is opgelucht na de operatie: eindelijk een vagina. Een ‹bodily ego› om de beoogde identiteit mee te ontwikkelen ... Ze blijkt echter pas echt een vrouw te kunnen worden als ze in haar vrouw-zijn en in haar man-geweest-zijn ‹gezien› is door Lemma. Samen lopen ze helemaal terug langs het spoor dat het jongetje op damesschoenen maakte naar de vrouw met de vagina en het decolleté.
Identiteit is een spoor van geslachtelijk weten en voelen, is gezien worden en zelf zien. En identiteit is geschiedenis zijn en geschiedenis hebben, ook niet-gewenste geschiedenis.
Ursul de Geer maakte een voorstelling van Pascal Merciers roman Nachttrein naar Lissabon. Een verhaal over vorming van identiteit in vrijheid en gebondenheid, een verhaal waar sporen uit het verleden tot in letterlijke zin bepalend zijn.
De Geer vertelt over de ontwikkeling van zijn eigen identiteit: ‹Op kerstavond 1973 werd ik in verband met een te ontketenen revolutie in Amsterdam weggebeld van het kerstdiner. Ik hield met een vriend een spandoek op bij de uitgang van een kerstnachtdienst. Op het spandoek lazen de kerkbezoekers: «Ook Nixon vlucht in kerstidylle, wees God dankbaar voor uw spijkerhard geloof.» Vanuit de kerk klonk het Ere zij God. En ik had heimwee ...›
Identiteit is een gevecht tussen verlangen naar vrijheid en gebondenheid aan traditie.
Toon Verheugt over dwang en identiteit: wie in de forensische psychiatrie belandt, heeft een zwaar delict begaan. Recidiefpreventie is doel en focus van de behandeling. Vrij associëren, de belangrijkste techniek in de psychoanalyse, is niet het eerste principe dat toegepast wordt in de dwangverpleging. Dat laat onverlet dat het plegen van moorden of het overschrijden van seksuele grenzen geïnterpreteerd zou moeten worden als het middels ageren vorm geven aan problemen uit een persoonlijke geschiedenis. Terbeschikkinggestelden beleven soms in de kliniek voor het eerst structuur en veiligheid. Vormt dwang de wissel naar verantwoordelijke identiteitsontwikkeling?
Is een ernstig delict begaan ageren? Een niet-adaptieve afweer? En kan inzicht in die afweer licht werpen op de ‹gewone› ontwikkeling?
Cees Cornelissen noemt identiteit een ‹gecompromitteerd verlangen›. Er is een heel leven voor nodig om te begrijpen hoe het verlangen, in compromissen gegoten, tot identiteit is ge- of verworden. De presentatie van de klacht van de patiënt is een compromis — een compromis, dat onderworpen aan het vuur van de behandeling, analyseerbaar is in construerende pijlers. Identiteit is ook dat wat zich aan gene zijde van het compromis bevindt. Niet gebruikte sporen kunnen overwoekerd worden. ‹Vrij› maken biedt zicht op de identiteit.
Identiteit is het spoor én de overwoekering.
Fernanda Sampaio de Carvalho bespreekt identiteitsontwikkeling vanuit intergenerationeel perspectief. In de film Het paard van Sinterklaas gaat een Chinees meisje voor het eerst naar school. In een klas vol westers-zelfbewuste kinderen moet het meisje met Chinese bescheidenheid haar eigen naam op een schrift schrijven. Dat de opdracht westers-vanzelfsprekend, maar Chinees-vreemd is, maakt de blik van het meisje zichtbaar. Een blik die het probleem van de identiteitsontwikkeling van het migrantenkind illustreert. Mama en papa zijn anders dan juf. Waarom is oma ver weg? Of later: als ik van dit land houd, wijs ik dan het land van mijn ouders af? Is het land van herkomst het nooit beleefde paradijs? Of is het de voor altijd verlaten hel?
Identiteit vormt zich niet alleen in het contact met ouders, maar ook vanuit het perspectief van de geschiedenis van de generaties. De geschiedenis laat zijn sporen na. Wie over moet stappen op een ander spoor, laat in zijn problemen zien hoe belangrijk de eerste trein was ...
Alle sprekers denken — net als Freud honderd jaar geleden — dat identiteit een spoor is dat in de kindertijd begint met voelen van het eigen lichaam en gezien worden door ouders. Een spoor dat om bereden te worden, woorden moet krijgen. En om het spoor terug te vinden is soms een heel leven nodig.
De reis eindigt op weg naar de toekomst: Thijs de Wolf in gesprek met Mariëlle Hendriksen over ‹verbreding› die de NVPP voorstaat. De psychoanalytische theorie — de theorie over het belang van dromen, fantasieën en kinderlijke belevingen van het lichaam, de theorie over de bepalende, vroege interactie, de theorie over de ontwikkeling van de structuur van de persoonlijkheid, begonnen en bedacht door Freud — biedt zowel voor mensen bij wie de afweer hinderlijk domineert als voor mensen bij wie de afweer te veel ontbreekt respectievelijk bevrijding of structuur en veiligheid. De NVPP wil die traditie voortzetten, een station bieden aan ieder die op zoek is naar sporen.
Bij de uitgang worden pillendoosjes met gedichtfragmenten van Judith Herzberg uitgereikt:
‹Zouden wij, wanneer de deur nu opende
niet op de gang zoals anders,
maar op het wilde westen —
bang worden om in het wilde weg te raken?›1
Mercier antwoordt: ‹De erkenning van de verwarring is de koninklijke weg naar het begrijpen van de vertrouwde en toch raadselachtige omgeving ...›2
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden