Vaders van betekenis: een hedendaags panorama
Samenvatting
De zevende studiedag georganiseerd door de adolescentenafdeling van PC St. Jozef, De Kade, kreeg de stimulerende titel, God is dad, met een knipoog naar de verloren betekenis van God in de maatschappij. Ik vind dit een goede vondst! Immers, het weglaten van die ene letter e in het woord ‹Dad›, bracht meteen het thema van de teloorgang van de vaderfunctie in onze hedendaagse maatschappij te berde. Is het mannelijke in het vader-zijn dan inderdaad terug te voeren tot het aanwezig zijn van dit ‹kleine verschil›, het dragen van ‹iets meer›, de penis? Dit aspect van het thema werd naar mijn smaak wat flauwtjes en weinig kritisch besproken, vooral met het oog op de gevolgen ervan voor de psychoseksuele ontwikkeling van adolescenten. Er werd daarentegen uitgebreid ingegaan op het door de wijziging van sociale omstandigheden veranderde vaderbeeld, en alle soorten vaders passeerden de revue. Maar, een kritische beschouwing van wat een vader steeds vader maakt, ongeacht de schakeringen die vader-zijn in onze tijd blijft hebben, ontbrak mijns inziens.
Verslag van
God is dad — Vaders en adolescentie [Kortenberg, 18 oktober 2012]
In zijn inleiding gaf Luc Moyson een goed overzicht van de theoretische, psychoanalytische beschouwingen omtrent de vaderfunctie, mooi en soms humoristisch geïllustreerd met treffende beelden uit de culturele hoek, kunsthistorisch én cartoonaal. Peter Blos kwam nog eens om de hoek kijken, dat was verfrissend; Moses en Esté Laufer vermeldde Moyson echter niet, wat ik teleurstellend vond daar ze de kracht van de adolescent breakdown beschrijven, ook als de ultieme kans voor een adolescent zich vooralsnog verbonden met en gewaardeerd door de vader te weten.
Moysons voordracht was een gevulde smaakmaker voor de studiedag, die door twee hoofdlezingen werd gedragen: Ann D'Alcantara was eerst aan de beurt en bracht een hoofdzakelijk klinisch verhaal; Jan Van Camp vergastte de toehoorders na de koffiepauze op een filosofische uiteenzetting rondom de Nostalgie naar een vergeten naam, verwijzend naar ‹Sinterklaas›.
Ann D'Alcantara toonde haar grote ervaring in het werken met ouders van adolescenten. Haar betoog viel op door bescheidenheid en getuigde van een scherp inzicht in de psychische wereld van opgroeiende jongeren. Ze spitste haar onderwerp toe op het effect van anonieme spermadonatie, met als gevolg de afwezigheid van een vader in de realiteit, geen verloren of verborgen vader, maar simpelweg geen! Dit leek me interessant als karikaturale schets van de verzwakte vaderfunctie in onze moderne familiale structuren. Nochtans ging ze, naar mijn gevoel, wat té concretistisch om met het herstellen van dit gebrekkige element in de persoonlijke geschiedenis van psychotische jongeren. Men kon de evolutie van psychose naar psychisch herstel, met inbegrip van het verdwijnen van ernstige somatische klachten, pseudodebiliteit, actieve psychotische symptomen (hallucinaties en wanen), stopzetten van reeks psychofarmaca, ... , moeilijk volgen in zijn intrapsychische componenten. Hoewel de klinische verhalen boeiend waren om te beluisteren, indrukwekkend in de geschetste ontwikkeling, misten ze toch wat aan overtuigingskracht. Maar misschien was dit het gevolg van de voorstelling binnen een lezing, waar men niet de gelegenheid heeft om meer in detail het proces toe te lichten. De boodschap van D'Alcantara was echter duidelijk: niet alleen de gefantaseerde vader bepaalt de psychische ontwikkeling van het kind/jongere, de reële vader is daarbij broodnodig. Men herkende haar lacaniaanse basisbelangstelling met de imaginaire, symbolische en reële orde voor ogen, gepaard aan een solide systemische kennis en de daaruit voortvloeiende behandelprincipes die D'Alcantara hanteert.
Jan Van Camp bracht in zijn bekende bevlogen stijl, met een vloeiende gedrevenheid om gul woorden en metaforen te geven, een nostalgisch verhaal over Sinterklaas. De Sinterklaas van het verloren paradijs, de naïeve kindertijd, maar ook de Sinterklaas die een clownesk figuur is geworden in onze samenleving, want éénmaal ‹groot geworden› gelooft men niet meer aan hem. Het is tevens een ‹verklede man›, en hoewel Van Camp dit aspect van Sinterklaas niet vermeldde, kon men naar mijn idee duidelijk aanvoelen dat dit de onderliggende maatschappijklacht was die hij verwoordde: Sinterklaas is een farce, hij vertoont een schijn van belangrijke waardigheid, van geloof in goedheid en rechtvaardige beloning, die de hedendaagse ‹vaderfunctie› bedekt. Sinterklaas is out-dated geworden, zijn houdbaarheid lijkt verstreken, hij zou afgedaan hebben volgens Van Camp. Ik vroeg me tijdens de lezing toch af of dit niet een wat té persoonlijke en adultomorfe interpretatie is van Sinterklaas, want het ‹geloven in de Sint› heeft veel van het gevonden/gecreëerde karakter van een transitioneel fenomeen à la Winnicott, dat kleine kinderen zo nodig hebben op weg naar autonoom denken en zelfstandigheid. In die zin vond ik het gebruik van de Sinterklaasgedachte om de tanende vaderfunctie te illustreren op een zekere manier een misleiding: Sinterklaas had nooit de ambitie een symbolische vaderfunctie te bekleden. Niettemin gaf ook de lezing van Van Camp stof tot nadenken. Aan de hand van enkele klinische bespiegelingen kwam ook het polymorfisme van de hedendaagse vader tot uiting.
Al bij al een interessante studiedag rond een actueel thema: vaders in onze tijd en het belang ervan voor de adolescentenontwikkeling.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden