Impressies van een durver
Samenvatting
Het nieuwe boekje van Christopher Bollas, Catch them before they fall, is interessant om twee tegenstrijdige redenen: het brengt de dreigende psychotische decompensatie, in al zijn dringende zorgbehoefte, onder de aandacht van de analyticus, maar tegelijk misleidt het door de in mijn ogen onrealistische aanpak die Bollas voorstelt; hij schijnt deze zélf toe te passen in dergelijke omstandigheden.
Bespreking van
Christopher Bollas with Sacha Bollas (2012). Catch them before they fall — The psychoanalysis of breakdown. Hove/New York: Routledge, ISBN 978 0 415 63720 6, 143 pp., £ 16,99
Een ervaren clinicus als Bollas kan op overtuigende wijze de eerste symptomen van een breakdown tijdens een analytisch proces opmerken. Dat verdient respect! Dit boek handelt niet over de analytische praktijk in een klinische setting, waar psychotische decompensatie een bekend fenomeen is waarop de clinicus steeds voorbereid is. De boodschap van Bollas is in dit werkje wel degelijk gericht tot de psychoanalytische practicus met analysanten op de sofa, of ten minste in hoogfrequente psychotherapie.
Hij onderscheidt twee types ‹breakdown›: het eerste betreft patiënten die ongewild alarmsignalen uitzenden die meestal slechts achteraf een aanwijzing waren dat er iets aan het mislopen was. Het gaat dan om identiteitszwakke analysanten, vaak geconstrueerd op een vals zelf, die in de overgangsfase van het loslaten van dit beschermende, valse zelf, en in afwachting van een solide waar zelf, de controle over zichzelf verliezen. Bollas beschrijft hoe men een toenemend gevoel van hulpeloosheid, grote twijfel, langdurige stiltes en uitgesproken aarzeling te spreken opmerkt, die ‹anders› aanvoelen dan men tot dan toe gewend was in deze analyse. De patiënt wordt door de analyticus als ‹anders› beleefd, en het is deze tegenoverdrachtelijke bewustwording die de sleutel is, en snelle actie noodzakelijk maakt. Het prototype is de adolescentenbreakdown.
Een tweede type breakdown is van een andere orde: hier gaat het om analysanten die weliswaar kwetsbaar zijn, maar toch goed — zij het rigide — verdedigd door het leven gaan, en die door een externe gebeurtenis zo volledig uit het lood geslagen worden dat acuut een mentale catastrofe dreigt. De meest voorkomende oorzaak is een ruzie met geliefde, familielid of vriend, waardoor het psychisch functioneren van de patiënt plotseling niet meer adequaat is. Bollas beschrijft hoe egodesintegratie dreigt, samen met een primaire angsttoestand omdat het ego de controle over het mentale leven begint te verliezen.
De analyticus dient zijn techniek dan te wijzigen: van gelijkzwevende aandacht en abstinentie dient hij om te schakelen naar detectivewerk, op zoek naar de trigger die de plotselinge ernstige verstoring veroorzaakte. De analysant zal trouwens typisch vermijden over deze gebeurtenis ook maar iets te vertellen. Het is aan de analyticus om die te reconstrueren. Dit is een eerste abrupte verandering van techniek.
Daarna schiet de analyticus Bollas werkelijk in actie. Zoals hij het in enkele voorbeelden sprekend beschrijft, wordt dan alles in het werk gesteld om de psychiatrische ziektetoestand waarin hij meent dat de patiënt zich bevindt, ambulant te behandelen zodat ziekenhuisopname en/of psychofarmaca vermeden kunnen worden.
Eerst wordt de duur van de sessie verlengd, tot zelfs een volledige dag of, indien noodzakelijk, meerdere dagen. De reden hiervoor is dat de analysant meer, en veel meer, tijd nodig heeft om zich te blijven verbinden met het analytische proces. Tijd is volgens Bollas in deze gevallen de cruciale variant in het proces.
Daarnaast stelt hij voor een team samen te stellen, bestaande uit een psychiater die de noodzaak van eventuele farmacologische behandeling kan evalueren, een chauffeur om de patiënt thuis af te halen en weer te brengen en een naaste die zich om de dagelijkse beslommeringen kan bekommeren. Indien men in staat is een dergelijke holding environment te creëren dan kan men, volgens Bollas, hopen dat de breakdown-ervaring getransformeerd wordt tot een breakthrough, die nieuwe kansen geeft voor het verdere leven.
Wat de honoraria betreft: Bollas rekent niet meer dan wat de analysant gewoonlijk betaalt en hij licht dit toe aan de patiënt in acute nood door te stellen dat het ‹berekend› was in de totale aanpak. Dit alles maakt deel uit van het contract dat Bollas op dat ogenblik met zijn analysant aangaat en waarvoor hij de uitdrukkelijke toestemming vraagt. Na afloop van deze intense periode, die enkele dagen tot weken kan duren, wordt het gewone ritme hervat en vinden analyticus en analysant hun vertrouwde kader terug.
Het is duidelijk dat Bollas voor deze werkwijze tijd en ruimte volledig aanpast aan de acute situatie van de patiënt: alle andere afspraken worden geannuleerd, Bollas vliegt zelfs voor één casus van Londen naar Seattle in de VS.
Het boek eindigt met een lang interview van Christopher Bollas door Sacha Bollas, vermoedelijk zijn zoon. Dit interview lijkt bedoeld om te anticiperen op (begrijpelijke) kritiek op het controversiële aspect van deze aanpak. Helaas blijkt uit dit interview nog duidelijker hoe verwarrend en megalomaan de gedachtegang achter dit alles wel niet is: Bollas blijft psychoneurotische en karakterneurotische patiënten rekenen tot de ongelukkigen met een toch wel duidelijk psychotische breakdown. Hij schuift trouwens naadloos van adviezen voor het dagelijkse leven naar psychoanalytische beschouwingen over het intrapsychische werk van reflectie, doorwerken en psychische verandering. Het lijkt me ook bijzonder onwaarschijnlijk dat de analytische relatie niet diepgaand gewijzigd zou zijn, en überhaupt nog bestaat, na een dergelijke spoedprocedure met belangrijke ingrepen in de realiteit. Bollas meent dat de patiënten zich achteraf weinig herinneren van het gebeuren, en de draad verder opnemen, gelouterd door de crisis die hen een stap voorwaarts bracht.
Dit werkje heeft me dus verrast om twee redenen: de schrijver kent de kenmerken, voortijdige aankondiging, intrapsychische betekenis en verloop van een breakdown op een manier die alle respect afdwingt. Zijn betrokkenheid op de analysant in acute nood is compromisloos en ontroerend. Om deze reden verdient het boek mijn waardering. Helaas was ik eveneens erg ontgoocheld over dit werk: de auteur van het vernieuwende, intelligente The shadow of the object is immers allerminst te herkennen in deze tekst, die een hypomane bevlogenheid met almachtige allure en tendens tot concretisering van het transformationele object tot het uiterst ridicule voert.
Het lijkt me een interessant boek voor wie bekend is met het voornaamste werk van Bollas en het tevens kritisch kan beoordelen. Het zou echter, naar mijn mening, fout zijn deze gang van zaken aan beginnende analytici voor te stellen als een handleiding bij acute breakdown in de analytische praktijk. Hierin schuilt juist mijn voornaamste kritiek: de diepgang die Bollas demonstreerde met het concept ‹transformational object› is in dit geschrift volledig verwaterd tot een oplossingsgerichte aanpak van een ernstige psychiatrische crisis.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden