Onderhuids
Samenvatting
In Nederland kennen we de mediapersoonlijkheid Marijke Helwegen, die haar beroemdheid enkel en alleen te danken heeft aan het grote aantal cosmetische ingrepen dat ze heeft ondergaan. Ze wordt dan ook wel de icoon van de plastische chirurgie genoemd. Anders dan de Franse kunstenares Orlan, die met haar werk een commentaar op de kapitalistische identiteitsproductie beoogt, heeft ze ook geen ander doel dan er mooi uitzien. We kennen de patiënten die de kamer binnenstappen met tatoeages op hun gezicht of ledematen. Wat beweegt mensen om zich zo te onderwerpen aan het dictaat van een schoonheidsideaal dat ze de naald of het chirurgische mes verdragen? Wat beweegt de jonge man die zijn huid laat voltatoeëren en laat piercen? Wat beweegt andere jonge mannen om hun tong te laten splijten, hun huid vol littekens te laten zetten? En wat maakt de jonge vrouw zo ongelukkig die volgens zichzelf een te grote neus heeft terwijl haar neus er in andermans ogen gewoon uitziet? Zij beweegt hemel en aarde om die te laten veranderen.
Bespreking van
Alessandra Lemma (2010). Under the skin — A psychoanalytic study of body modification. Hove/New York: Routledge. ISBN 978 0 415 48570 8, 205 pp., £ 26,99
Alessandra Lemma — in Nederland geen onbekende — schreef er een boek over. Ze was als psychologisch consulente betrokken bij een aantal make-over-programma's maar kende ook de tatoeagedrift van de patiënten in de forensische Portman Clinic waaraan ze verbonden was. Het boek is psychoanalytisch doordacht, maar door stijl en toegankelijkheid ook leesbaar voor psychotherapeuten die te maken hebben met bijvoorbeeld Body Dysmorphic Disorder.
In essentie leven we allemaal met spanning: ons lichaam is enerzijds een ‹huis› waarin we verblijven, waarmee en van waaruit we de wereld verkennen; maar tegelijk hebben we een lichaam in relatie met anderen, onder de al of niet oordelende blik van de buitenwereld. We zijn subject en object ineen. De blik van de ander maakt ons een sociaal lichaam: mooi en geliefd als die blik en aanraking liefdevol zijn, verworpen en lelijk als die blik doods, ongeïnteresseerd of afwijzend is. Lelijkheid is een intersubjectief symptoom: jezelf lelijk vinden is niet durven denken over de relatie die je met de ander — het object — had. Het kan ook de vijandigheid zijn die je ziet in de blik van de ander: echt of geprojecteerd. Daarnaast speelt een gebrek aan adequate (gemarkeerde) spiegeling: wiens lichaam zie je eigenlijk terug in de ogen en aanrakingen van de ander?
Lemma bespreekt in haar boek de enorme opkomst van de cosmetische industrie. Deze maakt goed gebruik van een onvrede die er volgens haar al bestaat. Ze wijst stellig af dat de mode en cosmetische industrie de oorzaak zijn. Hoogstens sanctioneren of vergroten deze industrieën basisconflicten. Deze behelzen de relatie tussen zelf en ander en de behoefte aan eigenheid tegenover de behoefte aan versmelting. De oorzaken zoekt zij in intrapsychische motieven. Zij ziet lichaamsmodificaties als de actualisering, door de relatie met het lichaam, van een verinnerlijkte objectrelatie. Het gaat om onbewuste angsten en conflicten waar niet over nagedacht kan worden. Daarin onderscheidt ze drie kernfantasieën. Als eerste het aanvallen van de verinnerlijkte ander via het eigen lichaam. Dan het hervinden van de eigenheid (de ‹reclaiming›-fantasie) ten opzichte van als intrusief beleefde anderen. Als derde de almachtsfantasie van de zelfcreatie. Deze fantasie zegt in feite: ik had je — moeder — niet nodig: ik heb mezelf helemaal gemaakt. We zeggen weleens: ‹Het lichaam is je gegeven.› Lemma stelt: ‹Al onze pogingen het lichaam te veranderen geven uiting aan de behoefte ons lichaam te vormen naar onze eigen specificaties, niet die van de ander.› Achter deze fantasie gaat afgunst vanwege het creatieve lichaam van de moeder schuil.
Het hoofdstuk over Body Dysmorphic Disorder — die ze opvat als een stoornis in het narcistische spectrum — is een must voor iedereen die in de praktijk te maken heeft met over hun uiterlijk tobbende patiënten. Daarbij wijst ze op een belangrijk kwalitatief onderscheid als het tobben extreem wordt en in zelfhaat uitmondt. In het eerste geval, als het bij tobben blijft, is het interne object afwezig of ondoorzichtig, zoals bij Greens concept van de ‹dead mother›. Bij de tweede groep, waarin de zelfhaat overweegt, is het innerlijk object meer intrusief en vijandig: als een vervormende spiegel.
Lemma gebruikt in haar zeer leesbare en levendige boek naast de ‹usual suspects› (Freud, Lacan, Bick, Anzieu), ook films (Cronenberg), literatuur (Mary Shelley met het door haar gecreëerde monster van Frankenstein), de kunst van Orlan en Stelarc en antropologisch onderzoek. Het is voor haar zonneklaar dat lichaamsveranderingen op zich geen pathologie vormen, zeker niet als ze ingebed zijn in een culturele praktijk die uiting geeft aan een groepsidentiteit.
Het enige dat aan dit boek ontbreekt, is het lichaam dat in stilte gesneden en bekrast wordt: de meer verborgen zelfbeschadiging waar therapeuten in de praktijk zo mee worstelen. Het is maar een klein tekort in een verder rijk boek, want veel van de theorie die Lemma ontvouwt, is ook van toepassing op snijdende patiënten.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden