Een nieuw structureel model?
Samenvatting
Het voorwoord van Earl Hopper bij The social nature of persons geeft ons wat meer informatie over de figuur van Tom Ormay, de auteur van het boek. Hij groeide op in Hongarije en maakte daar de communistische machtsovername mee na de Tweede Wereldoorlog. Na twee jaar ingenieursopleiding schakelde hij over naar een filosofiestudie die werd onderbroken door de mede door hem georganiseerde Hongaarse opstand, tegen de Sovjetinterventie in 1956. Ormay vluchtte en belandde in Engeland, waar hij zijn studie filosofie voltooide en later ook tot psychoanalytisch psychotherapeut werd opgeleid. De afgelopen dertig jaar was hij actief als groepsanalyticus. Ormay keerde in 2000 terug naar Hongarije en is momenteel hoofdredacteur van het tijdschrift Group Analysis.
Bespreking van
A.P. Tom Ormay (2012). The social nature of persons — One person is no person. Londen: Karnac Books. ISBN 978 1 85575 772 1, 321 pp., £ 23,99
Ormay richt zich niet op een afgelijnd aspect van het psychisch functioneren, maar wil een nieuwe, alomvattende visie brengen op de oorsprong en aard van de psyche. Alles draait rond Ormays centrale stelling: ‹Eén persoon is geen persoon.›
Ormay brengt een vooral theoretische studie van het sociale onbewuste en het sociale deel van de persoonlijkheid, dat hij ‹nos› noemt. Met een klassiek structureel model zijn volgens hem sociale fenomenen niet op een dieper niveau te analyseren. Hij vervangt de klassieke indeling id-ego-superego door een nieuwe: id-ego-nos. Het deel van het superego dat het geïnternaliseerde beeld van de ouders betreft rekent hij toe aan het ego, en de waarden van onze samenleving die door onze ouders worden doorgegeven maken deel uit van het nos.
Drifttheorie legt het verband tussen de persoonlijke ontwikkeling, die van de hele soort en het evolutieproces. Met de objectrelatietheorie schoof de psychoanalyse al wat op in de richting van het ontdekken van ‹nos›. Maar ondanks de klemtoon op relaties met anderen bleef zij vasthouden aan een egogecentreerde drift. Hoe kan echter het aangaan van een relatie voor de baby het belangrijkste doel zijn indien dit gerelateerd blijft aan een op eigenbelang gerichte drift? De objectrelatietheorie probeerde dit probleem soms te omzeilen door de drifttheorie te laten vallen, zoals bijvoorbeeld Fairbairn deed, maar werd dan inconsistent doordat ze niet langer de volgens Freud noodzakelijke fundering had. De nog latere intersubjectieve richting, met auteurs als Stern en Kaës, kwam uiteindelijk op eenzelfde manier vast zitten volgens Ormay. Het intersubjectieve wordt niet afgeleid van de drift en het concept onderscheidt niet tussen interpersoonlijke relaties en de relatie tot het geheel.
Ormay kijkt vanuit dezelfde redenering naar de groep. Hij onderscheidt twee soorten relaties van het ego: de zelforganiserende relatie van het ego met innerlijke objecten, en de op het zelfbelang gerichte relatie van het ego met andere personen. Een derde soort relatie plaatst hij binnen ‹nos›, namelijk de relatie van een persoon tot een groter geheel, bijvoorbeeld het behoren tot een bepaalde groep. Zonder ‹nos› blijft de persoon opgesloten in zichzelf. ‹Nos› komt niet in de plaats van het ego maar met deze theoretische uitbreiding wil hij psychoanalyse en groepsanalyse dichter tot elkaar brengen. Maar daartoe moet Ormay heel wat concepten herdefiniëren. Zo wil hij af van het onderscheid tussen externe en interne wereld omdat ‹nos› daarin geen plaats heeft. Hij pleit voor een onderscheid tussen fysische wereld, psychische wereld en sociale wereld. Ormay gaat ook dieper in op het concept van het sociaal onbewuste en zet dit af tegen Jungs collectief onbewuste. Mensen leven steeds op drie niveaus tegelijk. We bevinden ons met onze keuzes zowel op het niveau van het collectieve, met een archetype dat de energie levert om tot actie over te kunnen gaan, als op het niveau van het sociale, met een model of ideaal dat we willen bereiken. Dit tweede is het niveau van het sociaal onbewuste, dat verschilt in iedere maatschappij. Pas daarna zijn we klaar voor het niveau van het persoonlijke of de individuele variatie, omdat we dan weten in welke sociale realiteit we onze keuze maken.
In zijn hoofdstuk over een mogelijke biologische metatheorie verwijst Ormay meermaals naar nieuwe bevindingen vanuit neurobiologisch onderzoek, maar ik had de indruk dat hij zich hier bij momenten op glad ijs begeeft. Zijn referenties op dit vlak zijn ook niet recenter dan uit 1999. Ook maakt hij heel wat uitstapjes naar filosofische literatuur rond wil en intentionaliteit om zijn centrale stelling verder kracht bij te zetten.
Het meest verwachtte ik van het hoofdstuk over ‹nos› in groepsanalyse, maar ik werd wat teleurgesteld. Ormay blijft erg dicht bij het werk van Foulkes over groepen en vertaalt concepten als de ‹groep-als-geheel›, ‹groepsmatrix›, ‹veldtheorie› in nos-termen. Hij ziet in het ego een fundamenteel agressieve kracht die gericht is op het maken van onderscheid, op het separeren en op het beschermen van het zelf. Daarnaast poneert Ormay het ‹nos› als een fundamenteel liefhebbende functie, gericht op het samenbrengen en verenigen. Nos brengt ons in contact met wat we allen gemeenschappelijk hebben; met ego beslissen we waaraan we willen deelnemen. Binnen groepen gaat het dus om het evenwicht hiertussen. Bij verbreking van het ego-nosevenwicht ontstaan er specifieke problemen. Te veel ego maakt de persoon egoïstisch en niet langer gericht op een gedeeld doel. De deur staat dan open voor extremisme dat pretendeert de ontbrekende, gedeelde idealen te kunnen leveren. Wellicht vanuit zijn eigen ervaringen aan de andere kant van het IJzeren gordijn steekt Ormay geregeld een waarschuwende vinger op voor extremisme en dictatoriale tendensen. Te veel nos doet dan weer de persoon oplossen en kan leiden tot masochisme.
Ormay sluit zijn boek af met een hoofdstuk over de fenomenologie van het zelf, en met een onvoltooide tekst van Ferenczi uit 1932. Hoewel Ormay zijn nieuwe concept en structurele model uitvoerig bepleit en verdedigt, voelde ik mij na lezing van dit boek niet echt overtuigd. Daarvoor werd er misschien ook veel te weinig klinisch materiaal aangehaald om de nieuwe concepten te illustreren. Ondanks zijn poging tot vernieuwing hanteert Ormay nog vele klassieke concepten (bv. primair narcisme, dynamisch onbewuste) op een manier die lijkt voorbij te gaan aan de herzieningen die daaraan intussen reeds zijn gegeven (Eagle 2011). Maar dit mag er ook weer niet toe leiden dat er weer eens een kind met het badwater wordt weggegooid. Ik houd het ‹nos›-concept verder in mijn achterhoofd en kijk uit naar verdere uitwerking en toepassing ervan binnen de groepspsychotherapeutische literatuur.
Literatuur
- Eagle, M.N. (2011). From classical to contemporary psychoanalysis -- A critique and integration. New York: Routledge.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden