Vakantieleed
Samenvatting
Vakantie nemen wordt door psychoanalytici beschreven als een vorm van adaptieve regressie. Dit heeft iets grappigs, zoals wanneer je iemand hoort verklaren dat hij/zij gezond jaloers is. Maar het klopt wel. Op tijd en stond willen we weg of ertussenuit. Sommigen zoeken avontuurlijke contreien op om er voor veel geld ontberingen te trotseren. Anderen willen rondstruinen tussen stenen en pilaren of zich even bewoner van een grootstad wanen. Zelf vind ik een all-in luxehotel niet te versmaden. Ik kan er gulzig fragmenten van wereldliteratuur of ander lekkers verorberen. Liefst is er op wandelafstand natuurschoon of mogelijkheid tot gedoseerde kennismaking met allerhande exotisch.
Ons hotel in Cabo Verde herbergde misschien duizend gasten, maar de verdunning was groot en de sfeer familiaal. Zwarte poetsvrouwen liepen in mooi gestreken uniform tegen elkaar te kakelen. Emmers droegen ze niet in de handen maar op het hoofd. Het domein was een kitscherige variatie op het thema ‹Afrikaans dorp›. Ik dacht aan de Witz die Douglas Coupland ooit van Disneyland maakte: Mauschwitz. Daags na aankomst was ik al op verkenning langs kilometers onbetreden vloedlijn. Alleen zenuwachtige strandlopertjes liepen mij voor de voeten.
Een paar dagen later overtuigden vrouw en kind mij per taxi naar het nabijgelegen dorp te rijden. Met de zon op mijn ton, een boek op de knieën en iets vochtigs binnen handbereik spartelde ik een beetje tegen. Een kwartier later reed Oom Tom het voorschootgrote dorpspleintje op, tot aan de tenen van een basketbalspeler — ik noem hem Michael Jordan — die ons met professionele glimlach verwelkomde. Nu heb ik een realistische vrouw, die als oudste van vijf gewoon is verantwoordelijkheid te dragen. Vaak gebeurde het dat men haar een klap zag uitdelen nog voor ze met haar vier Daltonbroertjes de hoek om was. Zelf ben ik daarentegen een dromerig enig kind, gespecialiseerd in het motto van Bomans: Ik wou dat ik twee hondjes was, dan kon ik samen spelen. Gelukkig hebben mijn ouders mij tijdig in een jeugdbeweging ondergebracht zodat een ontluikende sociale handicap in de kiem werd gesmoord.
Michael Jordan drukte mij enthousiast de hand. Met de waarschuwende stem van mijn eega in de oren, mijn vingers zwemmend als kikkervisjes in zijn handpalm, scande ik de omgeving. Een man met een ezel. Voorbijrijdende brommers uit de Tweede Wereldoorlog. Bonte vrouwen. Alleen donkere ogen waren op onze witte benen gericht. Waarom klonk ‹Mon ami!› als een geruststelling? Alsof ik voet aan wal zette op de schelpjes van Normandië! Hij vroeg naar onze herkomst. Te goeder trouw antwoordde ik: ‹Belgique.› ‹Flamand?› ‹Oui, de Gand.› Ik was verrast door zo parate staatkundige kennis. Onze zwarte medemens had toch geen familie die in Gent woonde? De wereld is klein. Zijn we eigenlijk niet allemaal broeders en zusters? Door de genetic Eve is dit zelfs wetenschappelijk bewezen! Jordan beweerde bovendien animator te zijn in ons hotel. Mijn vrouw schudde beslist van nee. Zelf haalde ik me goedlachse gezichten van capoeira-dansende sportievelingen voor de geest, maar ik zag hém niet. Mijn fout. Westerlingen kunnen domweg geen onderscheid maken tussen individuen van andere etnieën.
Terwijl vrouw en dochter meewarig omkijken, loop ik al achter mijn Grote Voorganger aan. Bij elke stap weerklinkt het in mijn hoofd. Niet doen. Dit zijn doorzichtige verkooptrucs. Die man wil je meeloodsen naar een afgelegen plek waar hij je met zijn kompanen de das zal omdoen. Luister naar je vrouw. Wees niet onnozel. Hij zal het ook zonder jou (oei, ik hoop dat je in euro's kan betalen!) wel overleven. Ik zag alles. Tot zelfs een flits van uitgehongerde kindjes met schattig kroeshaar en met kralenkettinkjes om hun smalle polsjes. Voor ik het goed besefte, stond ik in een steegje, omsingeld door olifanten, nijlpaarden en krokodillen in alle formaten. Aarzelend raakte ik maskers en amuletten aan. Naar het voorbeeld van Freud verzamel ik uitheemse voorwerpen die als een leger uit onze oertijd op de kast bezijden mijn Barcelona couch hebben post gevat.
Rijzige dorpelingen hebben inmiddels de kring rond ons gesloten. Zij zwaaien driftig met artisanale voorwerpen en dingen eigener beweging af voor hun Belgische vriend. Blijkbaar kan je zowel in euro's, dollars als yen betalen. ‹Dans mon bureau›, wordt mij bevolen, zodat ik eensklaps achter tapijten vol wilde dieren beland. Nu is het tijd om losgeld te betalen. Wie weet kan ik familieleden met handwerk van inboorlingen plezier doen? Terwijl mijn vrouw moppert dat de hotelshop bulkt van hebbedingetjes, sta ik met vertoon van bankbiljetten verwonderd naar een Visa-terminal te kijken. Onder de spots realiseer ik me pas dat er zelfs elektriciteit in de lucht hangt! Ogenblikken later lopen we langs de steiger naar de kwikzilveren zee. Verkopers lachen hun scheve tanden bloot van achter een handvol met vissen, die tussen koraal en zee-egels op apegapen liggen. Ik zwaai met een plastic zakje dat me nijdig in de vingers snijdt. Mijn vrouw en dochter hebben binnenpretjes. Ik heb mij weer laten doen. Ik ga nooit meer naar Afrika. Domme kloot! Bang, blank mannetje!
Thuis achter de sofa zit ik oog in oog met een souvenir aan Michael Jordan. Het staat naast een Perzische boekensteun, een strijder uit het Chinese leger, de allerkleinste leeuw van Venetië en een precolumbiaans vruchtbaarheidsgodinnetje. Ik luister er naar andermans adaptieve regressie.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden