Waak-droomdenken
Samenvatting
Op een manier die vergelijkbaar is met wat Bion (1992) doet in Cogitations, een verzameling van vluchtige gedachten, denkoefeningen, losse notities van het moment, publiceert Antonino Ferro in Rêveries dagdromen en intieme gedachten die hij in de loop van de jaren heeft bijeengesprokkeld en neergeschreven. Het model van Ferro is inmiddels genoeg bekend (Hebbrecht 2011). In zijn hele oeuvre benadrukt Ferro het belang van het contact met het eigen ‹waak-droomdenken›, op basis waarvan verhalen onder woorden te brengen zijn die een psychische expansie mogelijk maken. Een centraal kenmerk van zijn benadering is het in zich opnemen van ervaringen en deze verwerken tot een droom. Volgens Ferro is de analyticus iemand die de ‹imagino-poïetische capaciteit›, of het vermogen beelden te scheppen, bij de patiënt activeert en op die wijze een verruiming van betekenis tot stand brengt. Interpretatie is volgens hem niet de hoeksteen van de psychoanalytische techniek; de analytische relatie is veel meer gericht op het gezamenlijk creëren en transformeren van verhalen en het construeren van nieuwe verhalen, waardoor de pathogene invloed van vroegere schokkende gebeurtenissen verzacht wordt.
Bespreking van
Antonino Ferro (2012). Rêveries. Parijs: Les Editions d'Ithaque. ISBN 978 2 916120 34 8, 103 pp., € 16,00
Tot zover een uiterst beknopte samenvatting van Ferro's werkwijze, die als vertrekpunt kan dienen bij de ontdekking van dit bevreemdende boekje, dat op een poëtisch-literair werkstuk lijkt. Oorspronkelijk werd het in 2008 door een Italiaanse uitgeverij in Turijn uitgegeven en het is nu in het Frans vertaald door de Parijse analyticus Sébastien Smirou.
Dankzij dit boekje wordt duidelijk dat een analyticus zich van andere psychotherapeuten onderscheidt doordat hij zich permitteert het ondenkbare alsnog te denken en deze houding voortdurend oefent. Ferro vergelijkt dit met balletdanseressen of turnsters die dagelijks hun oefeningen aan de rekstok doen om elastisch te blijven. Moeten analytici niet vooral op hun hoede zijn voor sclerosering en verstijving waarbij ze opgesloten raken in povere, conventionele theorieën die het vrije denken in de weg staan en de toegang tot een diepere waarheid blokkeren? Ligt de uitdaging niet vooral in het geraakt worden door het meest intieme, verbodene, gruwelijke en beschamende dat de analysant bezighoudt, en dit zelf ook kunnen (dag)dromen? Ook de moeilijkst denkbare emoties moeten vrij circuleren en in dromen getransformeerd worden. Ferro beschouwt een psychoanalyticus minder als een vertaler die onbewuste betekenissen ontcijfert, meer als een soort fantast die beelden aanbrengt en bijdraagt tot de creatie van verhalen.
Grappig is de beschrijving van de ontelbare angsten die iemand creëert wanneer hij iets wil ondernemen. Bijvoorbeeld (p. 31, Un voyage): Prof. Conferi's vliegtuig stort neer, bovendien wordt hij bij een terreuraanslag geraakt door een zwerfprojectiel, voor de rest van zijn leven is hij rolstoelgebonden, in zijn afhankelijke positie moet hij beroep doen op een taxichauffeur die hem de keel doorsnijdt en hem berooft, de verzekeringsmaatschappij wil niet helpen en terroriseert hem met administratieve formaliteiten, uiteindelijk belandt zijn gezin in de armoede, kortom een verhaal van onophoudelijke kommer en kwel: een opeenvolging en opstapeling van calamiteiten! Dit is slechts een voorproefje van wat er zich afspeelt in de geest van een angstneuroticus. Wie dit allemaal durft te denken, zal binnenpretjes ervaren en zich minder bekneld voelen.
Sommige rêverieën zijn diepzinnig: leven we niet allemaal in een soort luchtbel van overtuigingen waarbij we veilig aan de rand blijven van het onbekende? De dwang om alles vast te leggen in regeltjes, afspraken, protocollen … alles in kaart te brengen … waarbij het subject de ontmoeting met het onverwachte en ongekende koste wat kost vermijdt. Fantaseer bijvoorbeeld dat je niet anders doet dan je kamer witverven om te voldoen aan hygiënische normen, en dat je daardoor de ruimte waarin je leeft voortdurend verkleint (p. 49: Le privilège)! Leuk is het ‹gebed van het personage› (p. 57: Prière du personnage): Oh, lezer … u die zich buiten de tekst bevindt … hou me zo lang als mogelijk in leven … paragraaf na paragraaf … hoofdstuk na hoofdstuk … boek na boek … en stel mijn einde uit zoals u dit doet voor al mijn dierbaren …
Een ander bedenksel: stel je eens voor dat je ontwaakt op een moment dat droombeelden nog niet vervluchtigd zijn en dat je wil inslapen om ze te doen verdwijnen? Alsof we leven in een universum van gedachten die op zoek zijn naar een levendige psyche die bereid is om ze te ontvangen en te denken … Ferro doet ons mijmeren over de mysteries van het leven en de dood, zoals geboorte, de aftakeling van ons lichaam, de universeel-menselijke neiging om in het heel grote en het heel kleine patronen te zien die alles zeggen over de bekrompenheid van onze eigen preconcepties en projecties (p. 59: Matriochka). In een ander stukje beschrijft hij de ironie van de wetenschap (p. 63: Science): … document gevonden in het aquarium van een kolonie rode vissen: het heelal is eindig, niet in expansie, men kan de randen aanraken zonder ze te zien, het heelal heeft de vorm van een parallellepipedum dat aan vijf zijden gesloten is en waarvan de zesde zich opent naar het niets. Het vormt een waarschuwing dat opvattingen en inzichten onvermijdelijk simplistisch blijven omdat ze ontstaan in een enge context en het resultaat zijn van beperkte verbeeldingsvermogens.
Sommige rêverieën van Ferro zijn geniaal en wekken diep inzicht en begrip, andere zijn banaal en kunnen me niet raken. Het boekje is een oefening in waak-droomdenken: het zich laten bewonen door het ondenkbare maakt onvoorspelbare inzichten mogelijk! Eén benadering van wat Bion omschrijft als transformaties in O? Ferro's manier van schrijven gaat steeds meer in de richting van auteurs als Borgès en Calvino. Zoals deze grote schrijvers wil Ferro ons in contact brengen met het ondenkbare … een bevreemdende ervaring!
Literatuur
- Hebbrecht, M. (2011). Droomverhalen in het tweepersonenveld — Een kennismaking met het werk van Antonino Ferro. Tijdschrift voor Psychoanalyse, 17, 17-29.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden