Op de bank: packing
Samenvatting
Vanmorgen las ik van Erwin Mortier een zin in de krant: ‹Stiltes zijn emoties die geen lichaam vinden om zich in te nestelen.› Zou ik aan de Professor1 durven schrijven dat dit misschien ook over autisme gaat?
Sinds bijna twee jaar ga ik twee keer per week naar Lille (CHRU, Frankrijk2) om er samen met twee tot drie collega's een packing te geven aan een zesjarig autistisch meisje, Ana, dat niet spreekt maar hard en vaak in haar eigen lichaam en dat van anderen bijt en zich de huid van haar knokkels tegen de tanden kapotslaat tot etterende wondjes die daarna harde lidtekenknobbels worden. Er is veel stilte in haar. Ze verspreekt zich nooit. Ze verbijt zich. Niets helpt daartegen. Maar sinds het meisje twee keer per week een ‹packing› krijgt en daar omringd wordt door drie of vier verzorgenden, zeggen de ouders: ‹Na zes jaar voelen we ons eindelijk geholpen›, maar het blijft tergend moeilijk.
Packing is een lichaamstherapie die — qua techniek — verwant is met bakeren en hydrotherapie, een aanwezigheid van drie à vier therapeuten per patiënt vereist en — vooral in Frankrijk — ingebed is in fenomenologisch of psychoanalytisch geïnspireerde psychotherapeutische settings, vaak ook geïnspireerd door de denkers van de ‹Institutionele Psychotherapie›.3 Packing wordt ingezet bij resistente en gevaarlijke automutilatie en heteroagressie van autistische kinderen. Na verzoeken van militante ouderverenigingen is het gebruik van deze methode in België in door het RIZIV4 erkende instellingen verboden. Zij dreigen anders hun subsidies te verliezen. In Nederland ondertekenden enkele kinderpsychiaters met een internationale groep wetenschappers een manifest tegen packing in het Journal of the American Academy of Child & Adolescent Psychiatry, zonder de methode evenwel te kennen.5
Wanneer je autistische kinderen zo'n packing geeft, krijg je te maken met emoties van de (kleine) patiënten die overgeleverd lijken aan een wrede en moeilijk te temmen ‹organiciteit›. We proberen tijdens de sessies in onze lichamen en geesten een psychische plaats te maken waar deze vleesgeworden woordeloze emoties zich kunnen nestelen. ‹Nestelen› is in deze autistische idiosyncratische realiteit eigenlijk een te huiselijk woord: het nest lijkt — eerder dan wollig en veilig geweven of stevig gebouwd — te worden gehakt, gegraven, geslagen, of slijmerig en vloeiend te worden gesmolten. Geweld is een vraag naar bedwinging als het niet meer tegen te houden is …
Dat soort bakeren van diep-autistische kinderen is te beschrijven met eenvoudige bijvoeglijke naamwoorden: nat, koud, warm, zacht, dromerig, gedempt, uitgelaten, melodieus, ontvankelijk, dragend, ritmisch. Wanneer packing lang duurt, minuten- tot maandenlang, gebeurt het vaak dat het kind minder gaat bijten en slaan buiten de packingsessies, en dat het huilen begint in het nabije contact en het vervlechten met de blik van de verzorgenden. Tijdens psychoanalyses vragen mensen zich soms af waar alle tranen vandaan blijven komen: een wonderlijke bron! Een lichaam kan te klein zijn voor het bevatten en bergen van te vele en te heftige gevoelens. Bergen of her-bergen: wie beweert dat het om herhaling gaat? Werd er ooit eerder geborgen? Waren verdriet, zekere pijnen, andere woedende dingen al niet van het begin af aan te groot om geborgen te worden? Daarom worden ze vaak niet her-geborgen, maar vindt in een psychoanalyse voor het eerst een nesteling plaats, een berging van emoties, in het ‹argeloze› contact met de analyticus (Balint in Shoham 2011). Dat is dan geen overdracht, zegt Balint, maar iets van een andere orde.
Het huilen van kinderen die autistisch zijn is weergaloos en mateloos diep. Er komt op dat moment geen einde aan. De strakgespannen huid van Ana's immer opgezwollen en geconstipeerde buik was gisteren eindelijk weg, en ze huilde, luid resonerend als een klankkast, snikkend, grommend als een ongestemde cello, en wilde niet dat we de vele dikke tranen of snot wegveegden: we moesten haar huilen ondergaan. Het was een onbegonnen werk dat een langdurige aanvang nam. Gisteren kon ook vorig jaar zijn. De autistische tijd is niet geijkt. Jacqueline Léger (1997), een volwassen autistische vrouw en psychologe, vraagt zich af of autisme niet een vroegkinderlijke vorm van melancholie kan zijn. Is dit te gek voor woorden? Paul Jonckheere (2000, p. 168) zegt over het hartverscheurende gehuil van een zwaar mentaal gehandicapte, dove jonge patiënt:
‹De automutilatie kwam ons voor als de uiting van een melancholische de-structuratie, of liever a-structuratie, van de tijd. Een dergelijke fundamentele storing is voor de existerende mens — Sein und Zeit — vrijwel onleefbaar: de melancholicus wordt gedreven tot zelfmoord, de zwaar of ernstig mentaal gehandicapte tot zelfverwonding.›
Het huilen was al eerder af en toe opgetreden. Nu moesten wij getuige zijn van haar onmeetbare verdriet. Het gaat over ontroostbaarheid, zei een collega tijdens de nabespreking. We mochten haar niet troosten, dat zou deze keer ook niet lukken. Ciccone (2007) heeft het over ontroostbaarheid bij de baby als antwoord op een onbeheersbare breuk in de continuïteit van de ervaring. Medeleven of empathie zijn niet nodig, maar wel aandachtig aanwezig zijn, ritmeren van uitwisseling, garant staan voor continuïteit en verdragen van amechtig verdriet. Er samen zijn, in plaats van apart zijn, en niet alleen laten.
Ana viel in slaap in haar omhulsel van linnen, water, warmte en mensen en ze leek rustig te dromen en te ademen, anders dan het stokkend inhouden en uitpersen van lucht, wat ze meestal doet.6 Toen ze wakker werd, was ze goed gehumeurd en gaf ons grote glimlachen. Rustig en stemloos verdeelde ze daarna onze rollen: wie mocht aankleden, wie drinken geven. We kenden haar taal van zwijgend weigeren en kiezen, zonder het altijd te begrijpen: dit niet, jij niet, zij heeft mijn voorkeur hiervoor, jij daarvoor. Ze heeft daarom niet één therapeut nodig, maar een therapeutische groep. Ze zet haar leestekens met beten, schoppen en vallen, en wij leren met vallen en opstaan, zij is onze leraar. Toen ik zei dat er geen beker voor fruitsap in de koelkast stond en ik even weg moest om hem te halen terwijl ze zelf op de schoot van Maud achterbleef, klopte ze zich hard en zonder aarzelen tegen het hoofd: ik kon me wel voor het hoofd slaan, zij voerde haar daad bij mijn woord. We stelden haar gerust, ze was nu wel troostbaar geworden en kon dit kleine afscheidnemen en terugkeren nu wel even verdragen.
Het zou kunnen dat voor wie getroffen is door de catastrofe van het autisme, de (onder)scheiding met en van de omgevende wereld onmogelijk of onverdraaglijk is (Balat 20137). In dat geval kan ‹therapie› helpen om met een omhulsel van woord en daad, van handelingen en taal, materieel en ideëel, de chemie te benaderen van het verdragen van zo'n gemis. Voor het autistische kind is de tussenruimte onvoorstelbaar en onmaakbaar: dat moeten anderen in zijn plaats doen. Het tussenweefsel van linnen en andere eigenschappen bij de packing is niet enkel een zintuiglijke drager, maar ook een symbolische markering van scheiding en nabijheid, waar het vele kleine andere (dat nog geen Ander vormt) binnen hand- en oogbereik komt. Gemis heeft een grotere dichtheid dan het vluchtige, en het samen verdragen ervan vormt een tegengif voor de vlucht in het zintuiglijke en helpt om dat te bewerken, om de vlucht te stoppen voor de onverdraaglijke staat zonder genade, van zich afgescheurd en los voelen.
Het aanleggen van overbruggingen tussen wezenlijkheden, tussen zijnswijzen, is dat science fiction?
Literatuur
- Amaral, D., Rogers, S.J., Baron-Cohen, S. e.a. (2011). Against Le Packing — A consensus statement. Journal of the American Academy of Child & Adolescent Psychiatry, 50, 191-192.
- Balat, M. (2013). Autour de l'icône. http://www.balat.fr/Autour-de-l-Icone-Michel-Balat.html.
- Ciccone, A. (2007). Effets chez le bébé des expériences de discontinuité. Médecine et enfance, 27, 471-477.
- Jonckheere, P. (2002) Klacht of aanklacht? Ik-belevenis en zelfverwonding bij ernstig en zwaar verstandelijk gehandicapte personen. In H. Wouters & J. Van Driessche (red.), Zelfverwonding als boodschap — Beeldvorming en behandeling van zelfverwondend gedrag bij personen met mentale handicap (p. 157-171). Leuven: Garant.
- Léger, J. (1997). Un autisme qui se dit — Fantôme mélancolique. Parijs: L'Harmattan.
- Shoham, M. (2011). A state of complete simplicity in poetry and psychoanalysis. Journal of English and Literature, 2 í, p. 144-148.
Noten
- 1.De Professor is een ingebeelde tegendenker aan wie ik controversiële gedachten post.
- 2.Een dagcentrum onder leiding van Pierre Delion, die de packingtechniek voor autistische kinderen in Frankrijk via geschriften en vormingsdagen verspreidde en er onderzoek over doet. Pierre Delion is een Franse kinderpsychiater en psychoanalyticus die om de psychose bij volwassenen te begrijpen te rade is gegaan bij autistische kinderen en later bij baby's (persoonlijke mededeling). Hij bepleit een (in de ontwikkeling) vroegtijdig psychotherapeutisch en preventief optreden door medisch-psychologische teams om de desastreuze effecten van autisme te voorkomen of verminderen. Ook bestrijdt hij een eenzijdige, ideologische en ongenuanceerde visie op autisme als paradigma van de psychiatrie. Voor zijn werk rond packing ontving hij in 2009 een prijs van het tijdschrift Evolution Psychiatrique, wat contrasteert met de ongenuanceerde belemmering door de Haute Autorité de Santé en het RIZIV4 en de afwijzing door (niet-psychoanalytische) collega's.
- 3.Er wordt — vooral in Frankrijk — sinds vele decennia nagedacht over packing, hoe en waarom packing werkzaam is: iets wat empirisch wordt vastgesteld door verschillende teams in vele instellingen. Een overeenkomst met de ‹squeeze machine› van Temple Grandin dringt zich op wanneer men zich beperkt tot de zintuiglijke ervaring (zie de documentaire Temple Grandin — Autism gave her a vision, 2010). Essentieel bij packing is echter dat het kind juist niet alleen wordt gelaten, maar zorgvuldig omringd wordt door mensen die met het kind samen willen zijn, in de etymologische betekenis van ‹verzameld›, verbonden, wat alleen maar mogelijk is bij de gratie van de goede afstand, een voor het autistische kind — zonder hulp — vrijwel onmogelijke toestand. Het spreken met en over het kind is eveneens essentieel. De controverse over packing weerspiegelt een maatschappelijke onmacht om tegenstrijdige stellingen over ziekte en gezondheid creatief te verbinden. Een onwetenschappelijke veroordeling is in de plaats gekomen van belangstelling en onderzoek.
- 4.Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsuitkering.
- 5.Amaral e.a. 2011. Zie ook: http://www.vgn.nl/markant/artikel/16378.
- 6.Het stokkend in- en uitademen wordt ook door Francis Tustin beschreven, als een lichaamservaring die vaak gezocht wordt door autistische kinderen.
- 7.Semioticus Michel Balat (2013): ‹Bij autisme werkt de «prescisieve functie» niet! Dat noemen we de autistische «sameness». ‹Zonder prescisieve abstractie geen toegang tot gelijk welk tekensysteem.›
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden