Wie niet kijkt, ziet niets
Samenvatting
Ik ben geen fan van videokunst. Te vergezocht, te esthetiserend, te veel uit op effect, kortom: te imaginair. Een eerste ontmoeting met Bill Viola, die zich al veertig jaar bekwaamt in dit metier, greep me niettemin meteen bij de keel. Het was in 2007, tijdens een tentoonstelling van middeleeuwse diptieken. Als — enige — hedendaagse kunstwerk werd Dolorosa uit The passions van Bill Viola (2000) getoond. De achteloze voorbijganger, of de ‹ware› kunstliefhebber die zich al te snel naar de ‹echte kunst› haastte, zal niet gezien hebben wat er te zien was: een transformatie van twee mensen die met ongeziene precisie een indrukwekkend palet aan schakeringen vertoonden tussen een neutrale gelaatsuitdrukking en een gelaat dat overstroomde van verdriet. De passant meende een standstill te zien, een pose. De geduldig wachtende, waar-achtige kijker, zag een aangrijpende evocatie. Ik laat in het midden of de curator werd gedreven door enige drang naar volksopvoeding, maar voor mij was de ‹boodschap› duidelijk: ‹Wie niet kijkt, ziet niets.› Het was deze eerste ontmoeting die me afgelopen zomer naar de het retrospectief van Bill Viola in het Grand Palais te Parijs dreef.
Ook daar schoot het eerste werk van de tentoonstelling meteen raak. Het is een haast onmogelijke klus om een video van dit kaliber met woorden weer te geven, en toch wil ik het proberen.
Een man nadert een vijver en aarzelt om de sprong te wagen. Hij doet het toch, maar het beeld komt tot stilstand tijdens de sprong. De figuur van de springende man zal uiteindelijk, zo goed als ongemerkt, vervagen, om later weer, letterlijk, op te duiken in de vorm van een ontklede figuur die de poel verlaat en wegstapt. Tijdens de ‹bevroren› sprong, komt het wateroppervlak tot leven. Er volgen nog beelden waarbij enkel reflecties te zien zijn in het water, zonder representant in de realiteit.
Deze video daagt je meteen uit traag en goed te observeren, je impliciete verwachtingen en interpretaties los te laten, je onder te (laten) dompelen in de beelden, misschien zelfs: erin te verdrinken. Bij mij riep de video allerlei associaties op: de positie van de analyticus die geacht wordt onbevooroordeeld en met ‹gleichschwebende› opmerkzaamheid te luisteren/kijken; de oneindige poel van het onbewuste, huiveringwekkend maar fascinerend en verleidelijk ondanks de mogelijke gevaren: Hoe diep is de poel? Hoe warm of koud is het water? Welke aan het oppervlak niet zichtbare objecten zal je voelen aan je voeten, je handen, je lijf? En: wie zal je er ontmoeten?
De uitdaging voor de hele tentoonstelling, en mutatis mutandis voor de psychoanalytisch psychotherapeut, is daarmee duidelijk: laat de ander en de Ander op je afkomen. Zowel qua vorm als qua inhoud zal niets voorspelbaar noch evident blijken: Regen druppelt tegen de zwaartekracht in. Een lichaam wordt door een omgekeerde dijkbreuk opgetild en verdwijnt. Vuur wordt aarde. Een pasgeborene wordt geconfronteerd met een dood vrouwenlichaam. Twee mooie oude mensen verschijnen, be-schijnen zichzelf speels en verdwijnen. Figuren duiken op uit een onmetelijk landschap, en draaien hun rug naar je toe. Levende mensen lijken op sterk water gezet ...
Nadien lees ik in de tekst die de tentoonstelling begeleidt, dat Bill Viola al zijn hele carrière worstelt met drie grote vragen: Wie ben ik? Waar ben ik? Waar ga ik naartoe? Het zou zijn bedoeling zijn om vragen te stellen zonder antwoorden te geven, ons te confronteren met wat men ooit de Mysteries noemde. ‹There is no answer to birth and death. They are meant to be experienced, they can be approached and studied but never answered.› Of: hoe deze kunstenaar op zijn hoogst persoonlijke, esthetiserende manier de mens met zijn lotgevallen confronteert. Deze tentoonstelling, waar water een prominente plaats inneemt, roept onvermijdelijk ook een associatie op met het menselijk — al te menselijk — verlangen te willen terugkeren naar het warme, comfortabele vocht van de baarmoeder. Van dit verlangen maakte Ferenczi in Thalasa een oerverlangen naar de oorsprong van het leven, met de zee als plek waar alle leven ontstond.
De laatste video van de tentoonstelling refereert naar de eerste: een man stormt het water in en deze keer is de videocamera niet boven maar in het water opgesteld. Als je op dat moment nog niet ondergedompeld bent in zijn wereld, dan word je het nu. Je ziet een rijke en verleidelijke schakering van blauw, een plezier voor het oog. Ik denk dat de man uiteindelijk zinkt, of neen: oprijst, verrijst. Onzekerheid slaat toe: heb ik ‹alles› wel gezien, heb ik niets ‹gemist›? Een associatie met Bions woorden over het belang van ‹suspending memory and desire› dringt zich aan me op.
In de nadagen van mijn bezoek aan deze tentoonstelling in Parijs grasduin ik op het internet in teksten over en interviews met Bil Viola. Ik stuit daarbij op het volgende citaat:
‹As an artist who has been looking at his self-image in the electronic mirror for most of his life, I'm very concerned about the pitfalls of self-reflection. I think it can trap you and drag you into an endless loop. […] Within my being are very deep places that I don't want to disturb, let alone decipher. I love Werner Herzog's statement about psychoanalysis — «A fully illuminated room is not worth living in.»›
Een terechte bezorgdheid en waarschuwing van deze meester van het beeld, van het imaginaire?
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden