Het raadsel
Samenvatting
In Nader tot U lezen we hoe in het jaar 1966 God-de-Ezel bij Gerard van het Reve thuis aanbelt. De grote volksschrijver doet open, helpt de Ezelgod de trap op, hetgeen nog moeilijk gaat, en neemt Hem in de slaapkamer in al Zijn geheime openingen.
Bespreking van
Mark Kinet & Koen Baeten (red.) (2015). Psychoanalyse als seksuologie? — Libido van gesel tot gezel. Psychoanalytisch Actueel, nr. 20. Antwerpen/Apeldoorn: Garant. ISBN 978 90 441 3282 3, 300 pp., € 30,00
Deze verdichte fantasie leverde Van het Reve een aanklacht op in verband met blasfemie. De rechter sprak hem pas twee jaar later vrij. Maar toen had de seksuele revolutie al voor een omwenteling gezorgd: Phil Bloom was in haar blootje op de televisie geweest, de anticonceptiepil maakte vrouwen baas in eigen buik en wie zijn partner wilde ruilen, was welkom op NVSH-(Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming)-avonden. Een nieuwe tijd zou aanbreken.
Mark Kinet en Koen Baeten wijden het twintigste deel van de serie Psychoanalytisch Actueel aan het thema de Psychoanalyse als seksuologie? Is de kern van Freuds psychoanalyse achterhaald? De oude drifttheorie maakte plaats voor de egopsychologie, de objectrelatietheorie en het denken over gehechtheid. Hebben de open-en-bloot-voorlichting, de beschikbaarheid van internetsekswinkels en vrije toegang tot abortus provocatus het paradijs van een nieuwe moraal gebracht? Kinet en Baeten stelden een bundel samen waarin zij de seksuele kern van de psychoanalyse belichten in het postrevolutionaire tijdperk. Er zijn drie delen: een metapsychologisch algemeen deel, een deel psychopathologie en een deel geschiedschrijving. Alle bijdragen zijn gebaseerd op een — niet altijd als zodanig geheel geëxpliciteerde — samenvloeiing van Freuds drifttheorie en de meer antropologische opvatting van Lacan.
Allereerst laat ik de psychopathologie aan het woord: Patrick Meurs vertelt over een negenjarige jongen die zijn piemel aan een klasgenootje laat zien. Ouders deden aangifte. Nieuwe openheid leidt tot nieuwe angst. Lut De Rijdt voert Karen op: een somber, chaotisch meisje. Aanvankelijk droomt Karen over kussen met haar overleden vader. Naarmate de behandeling vordert, identificeert zij zich met haar moeder door haar kleren te ‹lenen›, terwijl ze op Facebook foto's plaatst, waarop ze kust met vriendinnen. Beide auteurs interpreteren de problematiek van hun patiënten in het licht van de driftmatige motor achter hun ontwikkeling. Beiden bepleiten aandacht voor de individuele interpretatie van dromen en fantasieën over het veranderende lichaam. Terug naar de theorie: de kern van de klassieke analyse helpt nog altijd in de praktijk.
Soms is een heel leven nodig om tederheid en zinnelijkheid te integreren: Stephanie Koziej analyseert een heftige, amoureuze scène uit een roman over de liefdesgeschiedenis tussen een zwarte zangeres en een blanke pooiers-bastaard-(klein)zoon. Pooier-grootvader was zo woedend over zijn seksuele afhankelijkheid van een zwarte slavin, dat tot ver in de volgende generatie de libidineuze afhankelijkheid van opa zowel in de tedere als in de seksuele overgave van kleinzoon een rol speelt. Koziej vult Freuds klassieke theorie over hysterie aan. In de algemene, metapsychologische bijdragen pleiten alle auteurs ervoor het raadselachtige van het seksuele ter verklaring van problematiek in de praktijk in het oog te houden. Zo wijst Paul Moyaert op de dominantie van een driftfase waarmee de perceptie van een externe gebeurtenis gekleurd wordt. Hij verbindt de lacaniaanse fantasmata met de freudiaanse verleidingstheorie en concludeert dat seksualiteit ook zonder grensoverschrijdende contacten al verwarrend is. Voorlichting noch opvoeding kan verbeelding aan banden leggen.
Psychoanalyse is een theorie op het snijpunt van biologie en psychologie. Ariane Bazan verhaalt over de fylogenese van holtedier tot mensenkind. Mensenkinderen kunnen in tegenstelling tot eencellige holte-organismen niet zonder het psychologische van de taal. Een heel korte samenvatting: hoe hoger op de fylogenetische ladder, hoe meer lichaamsopeningen. Waar voedsel in- en uitgang en voortplantingsopening één zijn bij het holtedier, beschikt het mensenkind over meerdere toegangen: een mond, een anus en een voortplantingsorgaan. Holtedieren zijn meteen volwassen, mensenkinderen moeten via de ander de lichaamsopeningen leren beheersen. Eencelligen gebruiken de opening om zichzelf te kopiëren in een volgend geslacht. Mensenkinderen daarentegen moeten zich nu juist leren onderscheiden van de ander en dat kan alleen met taal. Bazan verbindt zo Lacans opvatting met de biologie.
In het historische deel van de bundel zijn onder meer bijdragen over Freuds voorgangers te vinden. Jens De Vleminck plaatst Freuds driftonderzoek in historisch perspectief en problematiseert Freuds opvatting over sadisme. Richard von Krafft-Ebing was in 1886 hoogleraar psychiatrie in Wenen. Von Krafft-Ebing achtte alle seksualiteit waar een procreatief doel voorbijgestreefd werd, pervers. Sadisme en masochisme verbond hij als respectievelijk actieve en passieve wreedheden met het mannelijke en vrouwelijke. Freud op zijn beurt conceptualiseerde zowel het mannelijke actieve als het vrouwelijke passieve als behorend tot de normale ontwikkeling van het mensenkind. In psychoseksuele zin zijn wij allen in de basis biseksueel. En — zo interpreteer ik —, gecompliceerd vanaf de vroegste ontwikkeling, dubbelzinnig verbonden met actief en passief, mannelijk en vrouwelijk. De Vleminck betoogt — en bekritiseert Freud daarmee — dat een onderscheid gemaakt moet worden tussen agressie en sadisme. Jantien Seeuws concludeert uit een spectaculair, empirisch onderzoek naar SM hetzelfde: niet iedereen die zich uitleeft als sadist of masochist is pervers.
Mark Kinet vergelijkt in zijn persoonlijke, afsluitende bijdrage de geheimen van het victoriaanse leven in Wenen aan het eind van de negentiende eeuw met de openheid van de seksualiteit in de eenentwintigste eeuw. Hij neemt de lezer mee vanaf zijn eigen puberteit, waarin hij onder de dekens Freuds Jenseits des Lustprinzips las, naar de adolescentie van zijn dochter, die in lingerieketen Victoria's Secret een string aanschaft.
Analytici en filosofen maken in deze bundel vanuit psychopathologisch, metapsychologisch en historisch perspectief duidelijk dat seksualiteit door de verbinding van fantasie en lichaam altijd raadselachtig blijft. Het paradijs, dat beloofde land van na de seksuele revolutie, blijft een fata morgana. De psychoanalyse bracht de seksuele revolutie. Kinderen kregen voorlichting. Partners mochten geruild worden. Kosten van abortus provocatus werden gedekt door de verzekering. De weg leek vrij al die kinderseksualiteit te vergeten. Maar de desillusie na de revolutie bracht de oude psychoanalyse terug: kinderen moeten het lichaam leren beheersen in afhankelijkheid van een ander. Dat geeft opwindende en sadistische fantasieën. Maar zo wordt nu eenmaal ieder kind groot. Na het lezen van deze bundel begrijp ik eindelijk waarom Oedipus zelf moest komen om dat toch niet zo moeilijke raadsel van de sfinx op te lossen. Wat loopt 's ochtends op vier, 's middags op twee en 's avonds op drie benen? De mens. Niemand wist het. Net zoals toch niemand echt kan begrijpen hoe het nu kan dat uit een bloot gevecht tussen twee mensen soms zomaar een kindje komt ...
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden