De keisnijder van de waanzin
Samenvatting
Het boek Lacan on madness gaat over theorie en behandeling van ernstige menselijke aandoeningen, zoals psychose en persoonlijkheidsstoornissen. Alle auteurs die in dit boek bij elkaar zijn gebracht varen onder een lacaniaanse vlag en onder hen bevinden zich grote namen als Richard Boothby, Darian Leader, Russell Grig, Jean Allouch, Paul Verhaeghe en Jean-Claude Maleval, auteurs die hun sporen hebben verdiend met hun commentaren op het gedachtegoed van Lacan. Verhaeghe beweert dat de tijd waarin psychoanalytici neurotische problematiek behandelden voorbij is. Nu zijn het de borderlinepatiënten die zich aandienen bij psychoanalytici en hij stelt voor in dit verband de vrijwel vergeten term van ‹actuele neurose› weer te gebruiken: nauwelijks overdracht, geen vrije associatie en er worden weinig aanstalten gemaakt moeilijkheden in verband te brengen met de eigen geschiedenis en opvoeding. Hierin valt een parallel met de huidige psychiatrie te bespeuren, die zogenaamd wetenschappelijk te werk gaat en de waanzin zoekt in de hersenen. Hier herkennen we ook de verbinding met het schilderij op de omslag van dit boek, dat de middeleeuwse praktijk van de ‹keisnijding› uitbeeldt: het uitsnijden van een kei uit het hoofd van een bezetene met de bedoeling de waanzin te verwijderen. Deze kei roept onmiddellijke associaties op met het ‹object kleine a› uit de theorieën van Lacan, waarmee ook meteen de verbinding is gelegd met de behandeling van de waanzin in een lacaniaans perspectief zoals dat in Lacan on madness uiteen wordt gezet. En hierin herkent men ook het grote contrast met de praktijk van de huidige psychiatrie, die de borderlinepatiënt juist in de kaart speelt door te suggereren of zeker te weten dat waanzin en gedragsproblemen hersenaandoeningen tout court zijn, die met een chirurgisch mes of — moderner — met psychofarmaca, deep brain stimulation en elektroconvulsietherapie genezen zouden kunnen worden.
Bespreking van
Patricia Gherovici & Manya Steinkoler (red.) (2015). Lacan on madness — Madness, yes you can't. Hove/New York: Routledge. ISBN 978 0 415 73616 9, 274 pp., £ 29,99
Jean-Claude Maleval haalt de psychologische invalshoek van Lacan nog eens naar voren in verband met de psychose, waarbij de verwerping van de Naam-van-de-Vader centraal staat en hoe het kan dat de psychotische verschijnselen zich zo laat in de ontwikkeling voordoen: de creatieve uitvindingen van de psychoticus zorgen voor een suppletie, een soort psychopleister, die de wond afdekt, soms wel tot aan de dood, zoals dat bij James Joyce het geval was, die door te schrijven nooit manifest psychotisch werd.
Jean Allouch laat nogmaals aan de hand van een studie over Aimée, de hoofdpersoon in het proefschrift van Lacan, zien dat overdracht bij psychotici wel degelijk voorkomt, maar zich vooral manifesteert in de tegenoverdracht. Dat de psychoticus het subject is dat verondersteld wordt te weten en zelf veronderstelt te weten, waardoor het voor de therapeut voor de hand ligt zich als secretaris van de psychoticus op te stellen. De therapeut weet niets, hij of zij luistert.
Rolf Flor, een prachtige inversie van de naam, kreeg de zorg voor een patiënt overgedragen van een collega die er helemaal niets mee aankon, omdat zij hem een creep vond. Het ging om Jay, een lange slungelige jongeman van achtentwintig jaar, die gediagnostiseerd was als een pedofiele verkrachter, omdat hij als achttienjarige een meisje van zes had voorgesteld haar vagina te likken. Hij ontkende echter pedofiel te zijn, maar had wel de behoefte een behandeling te ondergaan, omdat hij aanvallen had van hevige razernij, waarbij hij iedere controle over zijn lichaam verloor. Waar hij zich niet over beklaagde was het feit dat hij vanaf zijn geboorte luiers droeg tot op de dag van vandaag. Hij droeg ruime overalls om dit enigszins te verbergen, omdat hij het onbegrip van zijn omgeving nauwelijks verdroeg. Via het internet had hij soortgenoten gevonden die als volwassenen ook met luiers aan rondliepen. Zij wisselden onderling verhalen, wetenswaardigheden en foto's uit. Zij vormden een grote familie waarin het veilig was. In de therapie werd zijn levensverhaal nauwgezet in kaart gebracht. Vader werd beschreven als een crazy asshole who beat the shit out of us en moeder ontwikkelde zich van loving to pissy. Het is duidelijk dat beide ouders met luiers in verband werden gebracht. Het verschonen van de luiers was voor Jay een manier om meer intieme aandacht van zijn moeder te krijgen. Zijn jongere zusje werd toen zij twee jaar was overgedragen aan de grootouders, en Jay was bang dat ook hij door moeder weggedaan zou worden, just flushed away. Een nichtje dat op hem moest passen wendde het verschonen van de luiers aan om fellatio bij hem te bedrijven. Dat vervulde hem met schaamte, maar het gaf hem ook een intiem gevoel van affectie. Na jaren van machteloze woede van ouders en leerkrachten op hem, diepe schaamte en een suïcidepoging, begon hij zijn woedeaanvallen als een probleem te zien waarvoor hij hulp zocht. Hij begon een thick black line te trekken tussen zijn perverse wereld en de normale wereld en hij wist wanneer hij eroverheen ging. Alleen bij de woede wist hij dat niet; het overkwam hem. Nergens kon hij zijn geschiedenis vertellen. Pas bij Rolf Flor kon hij zijn verhaal doen.
Deze casus maakte voor mij dit boek al de moeite waard. Het laat zien dat het doen van het onmogelijke iets oplevert. Te luisteren naar abjecte gebeurtenissen of volkomen waanzin. Er zitten altijd een geschiedenis en een verhaal aan vast die het subject doen oplichten.
Doet het paradigma van de huidige psychiatrie niet denken aan de keisnijding, waarbij de oorzaak van de waanzin in de hersenen wordt gesitueerd en deze met allerlei technische middelen bestreden dient te worden? Wordt daarmee de mond van de patiënt niet gesnoerd? Is dat ook niet een van de redenen waarom er alleen nog maar wordt gesproken met patiënten over het behandelplan, medicatie en juridische maatregelen? Dit staat wel in schril contrast met de praktijk die in Lacan on madness staat beschreven, waarbij op zoek wordt gegaan naar de betekenis van gedragingen en belevingen die aan de hand van een reconstructie van het levensverhaal van de patiënt boven komen drijven.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden