Plasticiteit en herhaling
Samenvatting
Het jaarlijkse congres van de International Neuropsychoanalysis Society werd afgelopen zomer gehouden in Amsterdam, met als thema: ‹plasticiteit en herhaling›. Het was wat mij betreft een treffend onderwerp vanuit de klinische praktijk. Plasticiteit representeert de hoopvolle kant van ons werk: verandering is mogelijk. Herhaling daarentegen vertegenwoordigt volharding in de status quo: niet voor niets sprak Freud van de ‹herhalingsdwang›.
Verslag van
Zestiende congres over neuropsychoanalyse [Amsterdam, 9-12 juli 2015]
De werking van het geheugen onder stress was de focus van een lezing door Cristina Alberini, neurowetenschapster en psychoanalytica. Zij beschreef haar werk met ratten in een kooi met een licht en een donker gedeelte. Als de ratten zich in het donkere deel (of aan de donkere kant) begeven, wordt een voetschok toegediend, herhaaldelijk, maar onder verschillende omstandigheden. De ervaring creëert een geheugenspoor. Ratten vermijden na verloop van tijd de donkere kant en als ze gedwongen worden er toch in te gaan, neemt de stress toe. De algemene overtuiging van de laatste eeuw was dat er een lineair proces was tussen het oorspronkelijke geheugenspoor en de eventuele verankering daarvan in het langdurige geheugen (long-term memory). Elke keer wanneer een herinnering dus werd opgehaald, greep het brein terug op hetzelfde geheugenspoor. In haar werk laat Alberini zien dat dit niet het geval is. De herinnering die opgeroepen is, wordt op dat moment weer even labiel: dat wil zeggen dat de herinnering wordt beïnvloed door de omgeving waarin de situatie weer even expliciet is. Een gemodificeerd spoor wordt dan neergelegd. Dat proces noemt zij ‹memory reconsolidation›. De volgende keer dat de herinnering wordt bovengehaald is dat niet meer het oorspronkelijke spoor (dat overigens wel blijft bestaan), maar juist het laatste spoor dat werd neergelegd. Dat kan keer op keer gebeuren. Als het te vaak gebeurt onder bepaalde omstandigheden (stress) begint te rat te generaliseren: dus alles wat maar lijkt op de omstandigheden rond het toedienen van de schok wordt in het vervolg vermeden.
François Ansermet, psychiater en psychoanalyticus in Genève, sprak over de paradox van de plasticiteit. Enerzijds is het brein behoudend (alles herhaalt zich), anderzijds registreert het brein alle ervaringen, dus alles is altijd in beweging (you never use the same brain twice). De psychoanalyse stelt de vraag hoe verandering mogelijk is, als alles zich herhaalt. De neurologische wetenschap onderzoekt: hoe kunnen continuïteit en eenheid ontstaan, als alles altijd in beweging is? Hij legt uit dat een geheugenspoor altijd verbonden is met een somatische gesteldheid (S), die wij ervaren als gevoelens en die op zich weer verbonden is aan een representatie (R). De psychoanalyse werkt aan de R en de S, door middel van het bevorderen van mentalisatie en affectregulering. Bijvoorbeeld (uit mijn eigen praktijk): niet iedereen die boos wordt, zal jou verlaten.
Zo begrepen geeft de aangetoonde plasticiteit van het brein wetenschappelijke ondersteuning aan de klinische praktijk. Pijnlijke of traumatische herinneringen die in een veilige omgeving verteld worden, kunnen langzaam hun greep op de zelfervaring verminderen. Jung schreef ooit: afreageren alleen is niet genoeg, alleen herinnering in het bijzijn van een empathische ander brengt verlichting. De herhalingsdwang hier biedt dan ook nieuwe kansen op een geleidelijke verandering van maladaptieve of neurotische gedachtes en gedrag naar meer vrijheid aan keuzes en individuatie. Maar het verklaart ook hoe in een niet-neutrale omgeving valse herinneringen het geheugen in kunnen sluipen.
Jaak Panksepp gaf (wederom) een gepassioneerd pleidooi voor het belang van het begrijpen van emoties, die evolutionair gezien veel ouder zijn dan cognities. Hij betoogde overtuigend dat dieren ook gevoel hebben, die voor de mens een soort ‹voorouderlijk geheugen› (ancestral memory) vormen. Wij ervaren die in het primaire proces van denken en reageren. Volgens zijn onderzoek zijn de emoties en ook grote delen van het bewustzijn ervan geworteld in het subcorticale brein. Hij nam zijn SEEKING-systeem als voorbeeld: het is gericht op het vinden van genot. Maar in verslaving (herhalend gedrag) is er een verstoring tussen het willen en het houden van. Vervolgens richt een dier (wellicht ook het menselijke dier) zich alleen maar op meer en meer, zonder ooit echt het genot te ondervinden. Zo gezien, zei hij, zou men wellicht kunnen zeggen dat in sommige gevallen de herhalingsdrang meer een ontsporing van het lustprincipe is dan dat het aan de gene zijde ervan ligt.
Herhaaldelijk werd door neurologische wetenschappers gewaarschuwd om vooral niet te snel onderzoeksresultaten te gebruiken als bewijs voor psychoanalytische concepten, maar juist vragen vanuit de psychoanalyse aan te reiken voor meer onderzoek. Hoe dat kan, liet Marc Hebbrecht zien in zijn presentatie over de droomtheorie van Bion. De mens creëert zijn eigen realiteit, kort gezien, als volgt: dagelijkse ervaringen worden geabsorbeerd en in het onbewuste gezet. Emotionele gebeurtenissen worden zo als het ware ‹droom-baar›, zodat een droom gezien kan worden als de subjectieve verkleuring van een ervaring waardoor de dromer zich bewust kan worden van de betekenis ervan. Dromen is een activiteit in dienst van zelforganisatie en loopt vooruit op de zelfontwikkeling, en op zo'n manier kunnen dromen vruchtbaar gebruikt worden in de therapie. Zijn vraag was onder andere of hier neurowetenschappelijk bewijs voor bestond. Of er een continuïteit was tussen het proces van dagdromen en nachtdromen. Is er een neuronale verhouding tussen het impliciete geheugen en dromen?
Zoals gewoonlijk op deze congressen boden de middagen een veelheid aan keuzes in parallelsessies:
- over dromen: hoe de dagrestanten in een droom bijna altijd een hoge gevoelsinhoud hebben; en dat er een correlatie is tussen het herinneren van dromen en 's nachts vaak ontwaken;
- over het belang van affectieve aanraking in het integreren van verschillende psychische functies (ik moest denken aan Anzieu's huid-ego);
- over hoe een goede slaap de ervaring van schaamte beïnvloedt — dit laatste in een Nederlands onderzoek.
Eén onderdeel wil ik eruit lichten, omdat het mij tot tranen toe ontroerde. Een Italiaanse groep van psychoanalytici werkt met patiënten die zware hersenbeschadigingen hebben. Een man had een minimale staat van bewustzijn (minimal state of consciousness) na een motorongeluk. Aan het begin van de behandeling zien we een rigide man met starre blik zonder enkele reactie in gezicht of lichaam. Door het gebruik van de Boston Change Process ‹moments of meeting› liet Davide Tomatis zien hoe keer op keer het ‹gevangen zelf› van de man werd aangesproken, en zijn minieme reacties — een knipperend oog — herhaaldelijk gespiegeld werden met empathie en aanmoediging. Langzaam maar zeker ontwaakte hij, begon te spelen met de therapeut. Door het ontstaan van een non-verbale, maar dynamische communicatie, werd duidelijk een affectieve en intersubjectieve relatie weer mogelijk. Door middel van herhaling bleek er toch plasticiteit te zijn in een mens die bevroren leek.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden