Freuds Gentse connectie: Juliaan Varendonck (1879-1924)
Samenvatting
Freuds voorliefde voor de Lage Landen is algemeen bekend. In Nederland vond hij leerlingen in onder meer Van der Hoop, Westerman Holstijn en Lampl-de Groot. Veel minder bekend is zijn relatie tot België en tot Vlaanderen meer in het bijzonder (Nobus & Libbrecht 1997). Dit is niet verwonderlijk: Freud kon er moeilijk vaste voet aan de grond te krijgen. Er was in België immers heel wat weerstand tegen het freudiaanse denken, gevoed door allerhande vooroordelen en misverstanden. Freuds Belgische connectie is echter de Gentse psychoanalyticus Juliaan (Julien) Varendonck. Strikt genomen is hij niet enkel de eerste Belgische psychoanalyticus, maar wellicht ook de enige die Freud ook zelf heeft ontmoet (Heenen-Wolff 2009).
Varendonck wordt in 1879 geboren in een kroostrijk gezin in het Vlaamse, aan Nederland grenzende Zelzate. Als elfde van veertien kinderen gaat de briljante zoon van de dorpsonderwijzer verder studeren. Tijdens zijn studies in letteren en wijsbegeerte te Leiden, in pedagogie te Brussel en in letteren te Parijs proeft Varendonck van Freuds De droomduiding (1900) en Psychopathologie van het alledaagse leven (1901). Hij bekwaamt zich in de kinderpsychologie en publiceert hierover vanaf 1908. Wanneer in 1911 er in Gent een plaag van verkrachtingen en kindermoorden plaatsvindt, wordt Varendonck als gerechtsdeskundige opgeroepen. Naar aanleiding van de zaak van de kleine Cécile publiceert hij over de impact van suggestie inzake de betrouwbaarheid van getuigenissen door kinderen. Met het oog op een aanstelling aan de Gentse rijksuniversiteit wil hij er zich eerst nog verder specialiseren in de pedagogie. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog sluit de universiteit echter haar deuren. Varendonck ruilt zijn plannen noodgedwongen in voor een verblijf achter de frontlinie van de IJzer. Hij werkt er als tolk voor de Engelse bondgenoten. In het isolement van de loopgraven bestudeert hij Freuds teksten en legt hij zich in diens navolging toe op een zelfanalyse. Hier ligt de kiem van een kort artikeltje over het vergeten van eigennamen, dat in 1919 in de Psychoanalytic Review verschijnt. Het vormt de opmaat voor zijn ticket to fame, The psychology of day-dreams (1921). Het boek rolt in Londen van de persen en wordt nog steeds als Varendoncks hoofdwerk beschouwd. Hij analyseert er zijn eigen ideeënassociaties, dagdromen en fantasieën. Varendonck onderscheidt verschillende modi van denken, met de focus op wat hij het bij dagdromen aanwezige ‹voorbewuste› of ‹affectieve denken› noemt. Behalve naar de eerder vermelde teksten van Freud wijst hij evenzeer op de invloed van Jungs Wandlungen und Symbole der Libido (1911) en Bleulers Das autistische Denken (1912).
Freud leest het Engelse manuscript en voorziet het van een voorwoord (Freud 1921b). Tijdens het Internationaal Congres van Den Haag (1920), in aanwezigheid van Klein en Anna Freud, kondigt hij dolenthousiast Varendoncks op komst zijnde bevindingen aan. Anna, die op dat moment als vertaalster voor de Internationaler Psychoanalytischer Verlag werkt en ongetwijfeld is aangetrokken door de pedagogische inslag van Varendoncks psychologische werk, zal de Engelse tekst naar het Duits vertalen. Tenminste, deels. Stilzwijgend laat de Weense redactie zich immers voelen. Über des vorbewusste phantasierende Denken (1922) vormt het eerste deel van het oorspronkelijke boek. Ook inhoudelijk wordt er gesnoeid. Zo valt op dat zowel in Freuds voorwoord als in Varendoncks inleidende hoofdstuk de verwijzingen naar Bleuler en Jung zijn verwijderd. Waren dit de concessies die Varendonck diende te doen om Freuds Weense imprimatur te krijgen? Feit is dat Varendonck zijn entree in de bakermat van de psychoanalyse niet miste.
Dat Freud met Varendoncks boek hoog oploopt, blijk uit de verwijzing in Het Ik en het Es (1923). Freuds erkenning legt Varendonck geen windeieren. Gesteund door het enthousiasme van leidende figuren als Jones en Ferenczi, introduceren zijn schouderklopjes hem in de psychoanalytische inner circle. Varendonck rijgt de institutionele lidmaatschappen aan elkaar. Zo wordt hij achtereenvolgens geassocieerd en buitengewoon lid van de Nederlandse Vereniging voor Psychoanalyse en uitgenodigd lid van Abrahams Berlijnse Gezelschap voor Psychoanalyse. Varendonck trekt naar Wenen om er te spreken voor de Weense Psychoanalytische Vereniging. Tevens gaat hij er in een didactische analyse bij Reik, Freuds leerling van het eerste uur die later tijdelijk in Nederland zou wonen. Bij zijn terugkeer uit Wenen opent Varendonck in het Gentse Ledeberg het eerste Cabinet de psychanalyse op Belgisch grondgebied. Hij legt zich daarbij toe op de behandeling van zowel kinderen als volwassen neurotici.
Het aanvankelijke enthousiasme bij Freud, Ferenczi en Jones krijgt na enige tijd een flinke knauw. Varendoncks recentere werk kan niet overtuigen. Het feit dat Varendonck in tijden van toenemende internationalisering en van hang naar orthodoxie ook buiten de freudiaanse lijntjes durft te kleuren, draagt ertoe bij dat Varendonck aan de tak zaagt waarop hij zit. De onmiddellijke aanleiding voor de afvalligheid zijn de reacties op een publicatie in het International Journal of Psychoanalysis, getiteld A contribution to the study of artistic preference (1922). Als de erop volgende, inhoudelijk verwante reeks artikels over de psychologie van esthetica en symbolisme van dezelfde strekking blijkt, haken de eerste believers definitief af. Wanneer Varendonck zijn teksten wil bundelen, wijst de Verlag het publicatievoorstel af. De bundel verschijnt vervolgens in Antwerpen en Amsterdam als Over esthetische symboliek (1923). In datzelfde jaar volgt de uitgave van Varendoncks Parijse proefschrift, The evolution of conscious faculties. Ook in zijn praktijk als lekenanalyticus heeft hij het erg moeilijk. Net als Reik in Wenen wordt Varendonck in Gent door het medische gilde van ongeoorloofde praktijken beschuldigd.
Lang heeft Varendonck niet van zijn internationale momentum kunnen genieten. Ondanks zijn betwiste intellectuele gezag leek er toch enig perspectief op een docentschap aan de heropende Gentse universiteit. Deze vooruitzichten, inclusief de uitbouw van zijn privépraktijk, worden in de knop gebroken wanneer Varendonck in 1924 overlijdt aan de verwikkelingen van een banale maagzweeroperatie. Op het Internationaal Congres in Bad Homburg (1925) en aan de vooravond van zijn eigen overlijden declameert Abraham Varendoncks in memoriam. Op deze manier wordt Varendonck de eerste Belgische voetnoot in de annalen van de psychoanalyse.
Literatuur
- Freud, S. (1921b). Ten geleide bij ‹The psychology of day-dreams› (Varendonck'. Werken 8 (p. 512-513). Amsterdam: Boom.
- Heenen-Wolff, S. (2009). Pionierzeiten der Psychoanalyse in Belgien Julien (Johan) Varendonck. Luzifer-Amor, 22, n°44, 45-53.
- Nobus, D. & Libbrecht, K. (1997). De Franse connectie Een geschiedenis van de psychoanalyse in België. Tijdschrift voor Psychoanalyse, 3, 132-149.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden