Tijgers en tanks
Samenvatting
The Becoming room is een boek door Meg Harris Williams, Kumar Shahani, een Indische artfilmregisseur, en Donald Meltzer, die stierf in 2004. Centraal hierin staat het experiment om Bions laatste werk, A memoir of the future (1975-1979), te verfilmen. In deze roman, die een vrije bewerking is van zijn levenservaringen, wil Bion de lezer op een artistieke manier in contact brengen met de essentie van zijn concepten, het O. ‹Non artistic methods are less accurate than those used by artists› (p. 110).
Bespreking van
Meg Harris Williams (2016). The becoming room — Filming Bion's ‹A memoir of the future›. Londen: Karnac Books. ISBN 978 1 78220 3841, 193 pp., £ 23,60
De titel The becoming room verwijst enerzijds naar een gedachte die Bion zeer dierbaar is, namelijk ‹eternal becoming›, het blijvend in wording zijn, en anderzijds naar de ‹cutting room›, de productiestudio van de filmers.
Zowel de late Bion als het filmproject stootten op veel weerstand in Britse kleiniaanse kringen. De film die in 1983 in India gedraaid werd is omwille van gebrek aan financiële steun (Harris spreekt over financial betrayal) nooit afgemaakt en is ondertussen ook verloren gegaan. Er zijn enkel nog videobeelden bewaard. Het project is een voorbeeld van ‹eternal becoming›. Het werd dankzij de Roland Harris Educational Trust opnieuw opgestart en als voorliggend boek uitgegeven. Naast het filmscript bevat het boek een gedicht voor de Ayah, een playscript voor de vader en de excellente studie van Donald Meltzer over A memoir of the future. De videobeelden zijn op het e-book te bekijken.
In zijn artikel On arrogance spreekt Bion over een invariant samen gaan van arrogance, stupidity, curiosity. Meerdere malen vroeg ik me af of mijn nieuwsgierigheid naar het onbekende pure arrogantie en domheid zijn die me blind maakten voor de moeilijke opgave dit boek te bespreken.
De essentie van het boek ligt in het filmscript. Ik zal mij dan ook daar op concentreren.
Het filmscript laat zich het best benaderen als een analytische sessie of een droom: ‹no memory, no desire, no understanding›. Je treedt als vanzelf in contact met iets ongevormds, iets wat onnoembaar, ongrijpbaar is. Zoals in A memoir of the future gaat het hier om een samenspel van stemmen/karakters die verschillende vertices of perspectieven van de mind voorstellen. De personages zijn fictief, ook al lijken verschillende ervan zo uit Bions leven gestapt (zijn vader, moeder, zus, Ayah, pleeggezin, leraar …). Personages vloeien in elkaar over. Heden en verleden vallen samen. De tijd is cyclisch, niet lineair. Het herbeleven van het verleden leidt tot steeds nieuwe ervaringen die een schaduw werpen op de toekomst Bions geboorte vormt het begin en eindpunt van de film.
Centraal staat Bions strijd om zijn identiteit te vinden, op een abstract niveau de strijd om een idee te laten geboren worden.
Als poging om ons op een esthetische manier in contact te brengen met het denken van Bion is het boek/de film zeker geslaagd. Bion is uniek. Zijn denken heeft een autobiografische worteling die in een continue transformatie een steeds grotere abstractie bereikt. ‹I am Science Fiction. I am the Fiction which became Science›, aldus Bion (p. 36). De lezer wordt opgetild tot een ervaring van dream work die nieuwe creatieve ideeën laat ontstaan.
Ik geef een aantal dingen weer die mij getroffen hebben:
- Het sensuele, het lijflijk voelbare in de beschrijvingen en de beelden: De muziek, het ritme, de mimiek in de relatie tussen de kleine Bion en zijn Ayah, de geuren van India, de angstaanjagende verhalen, de horror van de oorlog … In een situatie waarin we weinig begrijpen is de verleiding heel groot om bij het particulier- emotionele te blijven, omdat dit een houvast biedt. Op pagina 49 spoort de duivel hier ons ook toe aan: ‹We will not let anything get in the way of pure sensuality›. In die context krijgt het adagium van Bion dat we ons moeten bevrijden van de ‹senses› om tot de essentie te komen, zijn volle betekenis.
- Een aantal invarianten in het script geven aan dat we nooit in het reine komen met onze vroegkinderlijke terreur. Meest opvallend is de Tijger (uitwisselbaar met Tijgerval en Tank) een intern, fantasmatisch object met oedipale connotaties, dat verschijnt op momenten van catastrofale verandering (caesura): geboorte, scheiding van de moeder, oorlog.
- Dé bekommernis van Bion is psychische groei, de continue transformatie in O, zonder het contact met het emotionele en het lichamelijke te verliezen. ‹Do we hear the body when it wants to tell us something that we do not want to hear?› (p. 2). Bion is tijdens de oorlog aan de dood ontsnapt omdat hij ‹gedachteloos› zijn tank verliet, afgaand op zijn lichamelijke (prenatale) intelligentie (p. 10).
- Het filmscript is een ode aan de vraag of een nieuw idee zich kan ontwikkelen dan wel afsterft door interne of externe factoren. Hoe kunnen we onze verbeelding gebruiken ons te bevrijden van de preconcepten, het exoskelet, de hallucinosis van de aanpassing? Het Distinguished Service Order, hem tijdens de oorlog toegekend tot eer en glorie van zijn ouders, is voor Bion dé metafoor voor de aanpassing en wordt door hem een ‹death sentence› genoemd (p. 9).
- Bion wil geen meester zijn. Hij kent het gevaar van bewonderaars. Op pagina 35 zegt Mister Rodes: ‹Come let us discover where the dangerous embryo is and worship it to death›. Bion wil evenmin blinde navolgers met een gecalcifiëerde mind. Om het met de Ayah (p. 66) te zeggen: ‹All that education, as futile as eyeshadow›.
- Cruciaal voor Bion is het zoeken naar de waarheid, wetende dat die nooit bereikbaar is. Dat betekent een durven in contact staan met eenzaamheid, lijden, dood. In een prachtige filmscène weet hij als kleine jongen de aandacht van zijn vader op te wekken door te zeggen ‹I'm not lying› en vader reageert huiveringwekkend boos: ‹I never expected you to be lying› (p. 37-38).
The becoming room is geen gemakkelijke lectuur. Toch was het voor mij een waar genot om te lezen, ook al omwille van de talloze literaire verwijzingen, soms heel herkenbaar, soms alleen maar mooi en waar. Het is geen boek om te begrijpen, maar het grijpt je. Misschien is een zekere kennis van het werk van Bion een voorwaarde om er door gegrepen te worden. Nog essentiëler echter is de bereidheid niet te willen begrijpen. Noodzakelijk is een geestesgesteldheid zoals die waarmee de film gemaakt is: een houding van negative capability: veel geduld, onzekerheid en met een grote openheid de leegte verdragen zodat de eigen ‹becoming› gefaciliteerd kan worden.
Het filmscript, de film, het gedicht, playscript zijn verderzettingen van de pogingen die Bion deed om in A memoir of the future zijn concepten te dramatiseren. We cirkelen eromheen, zien ze vanuit verschillende vertices, vanuit omkeerbare perspectieven, tastbaar en onvatbaar.
Op moment van de geboorte van Bion, is er in het (ongefilmde) script de zwangerschap van een dertienjarig meisje in een kelder op een afgelegen plek bij de zee. Een zwangere adolescente vertegenwoordigt een verborgen potentieel, ze laat ons de ‹prenatalen› horen. Haar lot is onduidelijk en zoals Bion zegt: ‹There is more to come›.
Deze gedachte maakt het boek, net als de lectuur van Bion, tot een vertroosting voor iedere psychoanalyticus.
Ik hoop dat de film alsnog gerealiseerd kan worden!
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden