Angst en vrijheid
Samenvatting
In de reeks Grunberg ontmoet… waren ditmaal twee Vlamingen te gast: Damiaan Denys, filosoof, hoogleraar en afdelingshoofd psychiatrie in Amsterdam en Nathalie Laceur; psychoanalytica en voorzitster van de lacaniaanse Kring voor Psychoanalyse. Grunberg (sinds Otto Kadoke in Moedervlekken ook een beetje psychiater) leidde de debatten voorbereid en trefzeker. Verder citeerde hij het — ook psychoanalytisch — beproefde motto ‹De beste manier om iemand te laten spreken is zelf zwijgen›. Laceur deed vorig jaar in Antwerpen een openbare sessie met Arnon Grunberg. Ze laat in Vlaamse media regelmatig een streng oordelende stem doorklinken. Hoewel ze enkele klassieke lacaniaanse slogans debiteerde, wist ze de relevantie van een lacaniaanse ethiek en antropologie te verduidelijken. Ook nam ze woorden als ‹klinisch› of ‹pragmatisch› in de mond om de abstracte reputatie van het lacaniaans vertoog te corrigeren. De psychoanalyse kenmerkt zich door weerstand tegen categorisering. Noch de patiënt (etymologisch verwijzend naar het lijden), noch de psychoanalyse hoort in een hokje thuis. De laatste is geen wetenschap, kunst of filosofie, maar louter zichzelf. Het nut van de psychoanalyse is dat ze onderdak verschaft aan een spreken dat zich niet om productiviteit bekommert. Ze denkt niet in termen van stoornis, maar tracht de raadselachtigheid van lijden te begrijpen. Enigszins verrassend was dat ze na Taal en verlangen geen later boek van Lacaniaan des vaderlands Antoine Mooij bleek te kennen. Denys was nog te zien in een Zomergasten uit 2015 waarna hij nogal wat kritiek kreeg vanwege zijn vermeende ‹sympathie› voor Jacques Lacan. Het beeldfragment dat hij toen toonde was voor Denys vooral een illustratie van hoe een verwarde jongeman werd bejegend. Vriendelijk en respectvol kreeg hij in de volle Leuvense aula van Seigneur Lacan het woord terwijl bij dergelijk optreden vandaag onverwijld beteugeling zou volgen. Denys zou vruchteloze inspanningen hebben geleverd het lacaniaanse gedachtegoed klinisch te benutten, maar bevond het bij psychiatrisch ‹zieken› niet toepasbaar. Zijn woorden: ‹De maatschappij heeft beslist dat psychoanalyse niet effectief is. Terwijl vormen van psychoanalytische psychotherapie (ondanks hun minder passende onderzoeksopzet) aan andere gelijkwaardig blijken!›. Hij vindt het lacaniaanse model wel inspirerend. Ook wegens het tragische mensbeeld van deze ‹typisch katholieke› denker, bij wie lijden zo'n prominente plaats inneemt. Als appetizer toonde Denys een fragment uit zijn theatermonoloog Van angst naar vrijheid. Het was een beeldend stuk over de ‹Barneveldse ballonfiësta›, waarbij hij zijn plotse aandrang beschrijft om in de afgrondelijke diepte te willen springen. Het is het beangstigende moment van de keuze to be or not to be. Het is de mogelijkheid van het onmogelijke, de vrijheid van de mens zich aan de/zijn natuur te onttrekken. Ter herinnering: de psychoanalyse is steeds min of meer anxiety provoking. Ze brengt de patiënt bij het befaamde ‹punt van angst› waar hij een sprong uit de determinatie of conventie kan maken. En daarna? Er volgde een gedachtewisseling over angst en vrijheid als keerzijden van dezelfde medaille. Angst wordt/ werd? tot alzumenschliches verheven. Aangezien vissen ook angst kennen is dit misschien een wat discutabele stelling. Al leidt hun angst er niet toe het water te verlaten… Denys was verrast door zijn eigen angst wanneer hij als theatermaker zijn ‹symbolische cocon› verliet. Het meest angstaanjagend blijkt inderdaad het onvoorstelbare alias van het reële. Het is min of meer traumatisch en wordt pas leefbaar wanneer het voldoende talig is bewerkt. Laceur licht de lacaniaanse stelling toe dat angst (in tegenstelling tot bijvoorbeeld schuldgevoel) het enige niet-bedrieglijke affect is. ‹De gek is de vrije mens›, klinkt als typische slogan door voor een wat anti-psychiatrische houding die waanzin verheerlijkt. Zoals Goethe zegt: ‹Nur das Gesetz kann uns Freiheit geben›. Bestaat er überhaupt vrijheid buiten de wet (ook van de taal)? En zegt Aristoteles niet in zijn Politiek dat de mens het hoogste dier is binnen, maar het laagste buiten de wet? Nogmaals in de woorden van Grunberg/Kadoke: ‹Taal is de ziektemaker bij uitstek, maar ook de grote genezer. Ze is zowel een thuis als een gevangenis waaruit we willen ontsnappen›. Waarom wordt de psychoanalyse zo gehaat? Psychische problemen beangstigen ons en wat gevreesd wordt moet vernietigd worden. Zo vernemen we dat de echtgenote van Denys hem na het werk liever buiten dan in ‹de psychiatrie› kwam oppikken. Mogen we de psychiater uit Grunbergs laatste roman citeren: ‹Omdat de ziekte ons dichter bij de waarheid brengt, omdat de ziekte in sommige gevallen misschien de waarheid is?›. Denys kweet zich overigens prima van de opdracht kort Lacans gedachtegoed te introduceren. De mens zweeft tussen symbolische, imaginaire en reële orde. De eerste is die van functies, conventies en instituties. De tweede die van voorstellingen uit literatuur, film, media: ficties waarmee we ons identificeren. De derde is de ‹harde› werkelijkheid waarvoor geen woorden bestaan: de rauwe rouw, wreedheid van sloppenwijken. Beurtelings lichtten beide genodigden de Naam (le Nom/n) van de Vader toe. Het is de symbolische functie waarmee de neurose (lacaniaans: normaliteit) wordt geïnstalleerd. Direct bij de geboorte ontstaan tekort en verlangen die nooit helemaal te bevredigen en kenmerkend voor de menselijke conditie zijn. Laceur/ Lacan: ‹Het woord is de moord op het Ding›. Het zorgt voor verlies aan onmiddellijkheid en een verlies aan genieten. Door taal kunnen we communiceren, maar ontstaat er een tekort. Deze rest veroorzaakt verlangen om dit gat te willen dichten. Er volgde met het publiek een discussie over normaliteit. Denys: ‹Hoe meer een maatschappij vermeende vormen van abnormaliteit toestaat, hoe ‹‹gezonder›› zij is. Naar analogie met Szasz' The myth of mental illness moet de psychiatrie (als medisch specialisme) krimpen. Ze moet zich tot werkelijke ‹‹stoornissen›› beperken en niet de functie (erkenning of zingeving van lijden) van de ter ziele gegane dominee of pastoor overnemen›. Volgens Laceur dienen patiënten bevrijd van hun etiket te worden. Het verhindert dat zij weer op krachten komen met alle ahistorisme (Lacan) en decontextualisering (Verhaeghe) vandien. Vrij naar Freud: ‹De wereld is geen kinderkamer. Dat de mens gelukkig zou (moeten/kunnen) zijn komt in het verhaal van de Schepping niet voor›. Nog vele andere thema's passeerden de revue: de positieve ontwikkelingen, mogelijk gemaakt door medicijnen, eenzaamheid als stoornis of gewone menselijke misère, de vraag of beeldvorming van de hersenen werkelijke meerwaarde levert. Sofismen zijn troef, zoals: aspirine helpt tegen hoofdpijn, maar wordt ze daarom door aspirinetekort veroorzaakt? Werken esthetische ervaringen en kunst therapeutisch? Ook het onderwerp seks kwam aan bod. Psychiater Kadoke: ‹Seks is ontsnappen aan het leven. Het echte leven is lijden›. Op het eind moesten de genodigden zich door het toeval van dobbelstenen laten leiden. Denys sprong, Laceur aarzelde. Het hierboven beschrevene en de manier waarop Grunberg lacht in zijn vuistje is te bekijken op de website van De Balie TV!
Verslag van
Grunberg ontmoet… [Amsterdam, 5 februari 2017]
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden