Een mens van vlees en bloed
Samenvatting
Meer dan een dozijn boeken heeft Neville Symington geschreven sinds in 1993 zijn Narcissism, a new theory uitkwam. In mijn analyse was dat de eerste boektitel die me werd aangereikt — u mag even glimlachen.
Bespreking van
Neville Symington (2016). A different path — An emotional autobiography. Londen: Karnac Books. ISBN 978 17 8220 4275, 334 pp., £ 26,99
Symington is een belezen en begaafd analyticus met een persoonlijke, oorspronkelijke stijl van denken en schrijven. Hij muntte termen als The analyst's act of freedom1 en Life-giver2, die inmiddels bij menig analyticus bekend zijn.
Hij behoorde in Engeland tot de Middle Group binnen de British Psychoanalytical Society. In 1986 heeft hij zich gevestigd in Sydney, Australië, waar hij nog steeds, inmiddels 80 jaar, zijn analytische praktijk voert.
Zijn boek A different path — An emotional autobiography is precies wat de titel aanduidt: Symington beschrijft (de eerste helft van) zijn leven op een door emotie gedreven manier, waardoor de autobiografie een andere dan de gebruikelijke wordt. Zijn vertelstijl is sterk associërend. Het is bij het lezen alsof we achter de bank zitten: verbindingen legt hij vaak door gelijktijdigheden, gelijkluidendheden, gelijkvormigheden. De samenhangen worden niet op een presentieblad aangereikt, maar moet de lezer zelf, ‹door de oogharen kijkend› zich laten invallen. Het is een autobiografie die bij schering en inslag de subjectiviteit hanteert.
Deze werkwijze wekte bij mij bij momenten ongeduld van de soort: ‹Maak nou eens een verhaal áf!› en ‹Dat heb je al verteld!›, maar ook een groeiende vertrouwelijkheid met de man die worstelt met zijn geschiedenis. En die geschiedenis is boeiend.
Geboren in 1937 in Portugal in een strikt katholiek gezin gaat Symington als jongeman naar Engeland om opgeleid te worden tot priester. Met 27 jaar begint hij als kapelaan en werkt als zodanig, tot hij zijn geloof verliest en in crisis raakt. Het contact dat hij vervolgens met een analyticus legt is het begin van zijn analytische carrière.
De autobiografie — die eigenlijk meer weg heeft van een zelfanalyse — gaat vooral over zijn tocht naar het priesterschap en daar weer vandaan. Ze eindigt wanneer Symington als inmiddels geslaagd en gerespecteerd analyticus naar Australië vertrekt.
Op een psychoanalytische manier onderzoekt de auteur de rol die religie en spiritualiteit in zijn leven spelen. Het boek is een hoogstpersoonlijk gemotiveerd pleidooi voor waarachtigheid. Hij beschrijft hoe hij in de eerste helft van zijn leven in de ene na de andere crisis terechtkomt, tot en met ernstige depressie en suïcidaliteit, ten gevolge van wat hij de ‹Pinoccio-modus› noemt. Dat is een houterige, mechanische, niet met subjectiviteit gevulde, niet doorleefde manier van zijn, de ontkenning ‹een mens van vlees en bloed› te zijn. Tot dit inzicht komt hij, zo zegt hij, pas na zijn vijftigste jaar.
Op zoek naar de wortels en de voedingsbodem van zijn persoonlijke crises beschrijft Symington uitgebreid wat hij van elk van zijn beide ouders voorgeleefd en opgedrongen heeft gekregen. Vaders diepe ongeluk — gevolg van veel traumatisch verlies — maakt grote indruk op hem en draagt sterk bij aan zijn keuze voor het priesterschap: alles om vader niet (nog meer) teleur te stellen. De worsteling die hem uiteindelijk weer los van de kerk maakt gaat voor een aanzienlijk deel over de relatie met zijn vader.
Tegenover vaders stille simpele verdriet stond moeders luidruchtige complexiteit: ‹Ze heeft me gehypnotiseerd›, schrijft Symington (p. 53). En: ‹Ze zoog me terug de baarmoeder in› (p. 55). (Hij is geen man van understatements.) Zijn verstrengeling met moeder, het ingezogen worden, ziet hij als blauwdruk voor zijn latere relatie met de katholieke kerk. En nog weer later voor die met de psychoanalyse. Steeds, schrijft hij, is het nodig geweest om zich los te vechten, nadat hij zich eerst heeft neergevlijd en in slaap heeft laten sussen. Dat los vechten volgt in het geval van moeder op de ontmaskering, de ontdekking van onoprechtheid en onwaarachtigheid. Symington heeft een grote hekel aan schijnheiligheid. Dat komt, zo legt hij de lezer in het begin van het boek uit, door de grote kracht van zijn geloof in de jonge jaren: Als je God zó liefhebt, dan kan het niet anders of je hebt ook veel haat voor de duivel.
Vaak stelt hij vast van welk van beide ouders hij zijn persoonlijke eigenschappen doorgegeven heeft gekregen. Dat doet hij in het kader van een terugkerende vraag die hij zichzelf door het hele boek heen stelt: Waarom en hoe heb ik me door anderen, door systemen, laten vormen? Hoe komt het dat ik me hun dingen heb eigen gemaakt?
Symington verstaat de kunst op een directe manier tot de lezer te spreken. Hij vermijdt onnodig jargon en giet zijn bespiegelingen in heldere metaforen. Zijn anekdotes zijn treffend duidelijk. In die zin doet hij in en met dit boek precies wat hij beschrijft geleerd te hebben: personaliseren, voorzien van een eigen, persoonlijk karakter. Dat is wat hij als priester beoogde en ook als analyticus hoog in zijn vaandel heeft staan.
Het levert een boek op dat ons als lezer zo'n inkijk biedt in de binnenwereld van de mens Neville Symington, dat we ons vertrouwd en verwant met hem kunnen gaan voelen: een mens van vlees en bloed — iemand die je graag zou ontmoeten.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden