Vluchten kan niet meer
Samenvatting
Op 2 maart jl. heb ik met veel plezier de musical over het leven van Annie M.G. Schmidt, Was getekend Annie M.G., bijgewoond in het Zuiderstrand Theater in Den Haag. Als groot fan van Annie M.G. en als lezer van de uitgebreide biografie, geschreven door Annejet van Zijl, dacht ik wel te kunnen raden wat er aan bod zou komen, want welke nieuwe aspecten kunnen er nog worden toegevoegd aan het verhaal over een vrouw die al op zo veel manieren is besproken? Is het nog mogelijk om origineel te zijn? Of hoeft dat helemaal niet? Met dit soort vragen in mijn achterhoofd wachtte ik vol spanning af. Voor wie graag de verschillende liedjes uit het rijke repertoire van Annie wil beluisteren, is er veel te beleven. Voor bezoekers die vinden dat musicals doorgaans te weinig diepgang hebben, zal deze voorstelling een aangename verrassing zijn: er is sprake van scherpe en puntige dialogen, waarbij Annie (gespeeld door Simone Kleinsma) vaak laat zien dat ze een echte taalvirtuoos is. De spanning is soms om te snijden, maar wordt behendig doorbroken door vrolijke dansers, zangers en zangeressen, die demonstreren dat Annie het ‹lelijke› handig onderbrengt in een wereld vol glans en glitter (zoals ook naar voren komt in een liedje uit een van haar musicals, Foxtrot). De spanning tussen het zware en het luchtige wordt duidelijk door de dialogen die Annie heeft met haar zoon (Flip van Duijn, gespeeld door William Spaaij). Familierelaties en hechtingsproblematiek krijgen zo een speciale invulling en de vormgeving als musical opent vensters naar onverwachte oplossingen.
De toon wordt bij de eerste scène al gezet: een jeugdig uitziende man met bril (Flip) loopt heen en weer op zolder. ‹Zoek je iets?›, vraagt zijn moeder, die een sigaretje rookt, terwijl ze op een schommelstoel zit. ‹Wat doe jij hier?›, vraagt de man. ‹Je was toch dood?› ‹Ben ik ook›. Vervolgens gaat de dialoog verder alsof het de normaalste zaak van de wereld is dat Annie daar zit en dat ze dit gesprek voeren. Ze is overigens niet alleen: er is een stoet aan ‹vrolijke› mensen, dansers en zangers, gehuld in bont gekleurde kostuums. Ze springen om Annie heen, laten Flip weten dat hij niet te zwaar op de hand moet zijn als hij zijn moeder ‹lastige› vragen stelt.
De toon is dus gezet. Flip is op zolder om op zoek te gaan naar de ring van zijn moeder. Die is nodig om het wassen beeld dat Madame Tussauds Amsterdam van haar gaat tentoonstellen helemaal af te maken. Je ziet bij Flip de trots en tegelijk de ergernis over haar succes. Zelfs na haar dood kan haar zoon alleen maar in haar schaduw staan. Dit is een rode draad in de hele musical: het gevoel op voorhand al mislukt te zijn en iets te moeten worden wat moeder heeft bedacht (acteur zijn bijvoorbeeld). Het was precies die wereld die zijn moeder de vrijheid gaf die ze van kleins af aan nodig had: lucht! ‹Laat de lelijke dingen toch met rust›, smeekt ze haar zoon, als hij vragen blijft stellen over haar jeugd, de Tweede Wereldoorlog, en haar worstelingen en mislukkingen in de liefde. In een aantal tragikomische scènes wordt ook de jeugd van Annie uitgebeeld voor haar zoon, die zo nu en dan zelf daarbij een rol mag spelen, bijvoorbeeld die van haar eerste minnaar, die homoseksueel bleek te zijn en haar afwees.
Wie was Annie M.G. Schmidt? Deze vraag stelt haar zoon zich ook. De vraag is niet eenvoudig te beantwoorden: ze was niet alleen erg gevat en een verbale virtuoos, maar ook een vrouw die leed aan grote angsten en onzekerheid, die als een grote schaduw over haar succes hing: het gevoel op enig moment door de mand te vallen en dat wat ze deed niet goed genoeg was. Daarnaast was ze minnares en moeder. Minnares van een man (Dick van Duijn) die zijn vrouw niet voor haar verliet, een zoon met haar kreeg (Flip) en haar graag voor zichzelf had, ergens op een afgelegen plekje in Zuid-Frankrijk, wat ook enige tijd leek te lukken. Annie was een vrouw die enerzijds van jongs af aan wilde vechten voor haar vrijheid, en anderzijds hunkerde naar liefde, warmte en begrip, en naar iemand die haar liet voelen dat ze de moeite waard was en haar klankbord kon zijn. Zo iemand was Dick van Duijn, haar ‹artistieke geweten› en tegelijk degene die haar op een bepaalde manier liever niet zo vlijtig bezig zag. Zoals te zien is in de musical, worstelde Annie op dit soort momenten met de keuze tussen enerzijds haar behoefte aan vrijheid en anderzijds de liefde, die ze ook tevergeefs bij haar vader zocht. Het zal geen toeval zijn dat dezelfde acteur (Wim van den Driessche) de rollen van de vader van Annie en die van Dick van Duijn vervult. Treffend is ook de scène waarin Annie, na het overlijden van Dick, die het leven niet meer kon verdragen en via begeleide zelfdoding is gestorven, verzucht dat ze eindelijk weer adem kan halen… en haar man nu al mist, omdat hij haar liet voelen dat ze er toe deed.
Wat Annie ‹vrijheid› noemt, legt Flip in de musical uit als ‹vluchten›. En, vindt hij, dat moet maar eens afgelopen zijn. Precies op dat confronterende moment klinkt het welbekende Vluchten kan niet meer… Toch is vluchten in een fantasiewereld nuttig, zo stelt Annie. Het laat een licht schijnen op wat mogelijk is en hoe het ineens niet meer zo saai is: ‹Een lift is maar een lift, een lift kan niet door het dak door de lucht heen vliegen… maar dat is dus zo leuk aan die fantasie… bij mij kan dat wel!› Uiteindelijk eindigt de musical met de constatering dat er goed is te leven met die tegenstelling tussen streven naar vrijheid en zoeken naar geborgenheid, zolang er maar hoop blijft… En die is er.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden