I am not your Freud
Samenvatting
Met plezier nam ik de uitnodiging van de redactie aan om terug te kijken op mijn tijd als hoofdredacteur bij het Tijdschrift voor Psychoanalyse (2002-2008). Herinneringen ophalen aan een inspirerende tijd is altijd prettig, helemaal als ik dat samen doe met Petra Kaas, de drijvende kracht achter vier opeenvolgende hoofdredacteuren. In de oude, ongeëmancipeerde tijd kon je nog zeggen dat achter elke sterke man waarschijnlijk een sterke vrouw stond; die onevenwichtigheid is gelukkig voorbij. Het is dan ook opmerkelijk dat juist bij een psychoanalytisch tijdschrift, met bevrijding van het denken en emancipatie hoog in het vaandel, tot nu toe de hoofdredacteuren altijd mannen en de figuren erachter steeds vrouwen waren. Petra Kaas was dat vanaf het begin tot 2016 en sindsdien is het Romana Goedendorp.
Toen ik in 2000 namens de toenmalige Nederlandse Psychoanalytische Vereniging in de redactie kwam — Hans Reijzer was toen hoofdredacteur — voorzag ik niet hoe belangrijk het lidmaatschap van de redactie voor me zou worden. Om u een indruk te geven van hoe het eraan toe ging: internet kwam nog maar net op gang en de communicatie met de redactie verliep per post. We schreven allemaal onze beoordeling van een artikel en stuurden die naar Hans Reijzer, die er vervolgens een handgeschreven samenvatting van maakte. Die faxte hij naar Petra Kaas, zij typte dit uit, stuurde het nog ter controle naar Hans, verbeterde de tekst, ging dan naar de kopieerwinkel; ruim voor de vergadering ontvingen wij een envelop met ieders beoordelingen. Eerlijk, ik verheugde me er altijd op om elkaars meningen te lezen. De stukken werden geanonimiseerd beoordeeld, waardoor we soms een artikel van een geleerde collega als een ‹studentenproduct› wegzetten of zeer streng waren over een artikel van een mederedacteur. Het lukte ons steeds weer tot een gezamenlijk standpunt te komen, waarna de hoofdredacteur een brief aan de auteur schreef namens de redactie. In de redactie nam ik kennis van artikelen die ik anders wellicht niet gelezen zou hebben en brachten de vergaderingen verdere verdieping. Wat een leerzame periode, waarin ik inspirerende collega's leerde kennen. Van hen is Ad Boerwinkel helaas al jaren geleden overleden.
In 2002 volgde ik Hans Reijzer op als hoofdredacteur. We grepen die wisseling aan om nog eens na te denken over de invulling van het Tijdschrift en formuleerden het streven om in elk nummer, naast boekrecensies en congresverslagen, steeds een klinische bijdrage, een artikel over toegepaste psychoanalyse en een metapsychologische beschouwing te publiceren. Het vinden van klinische bijdragen was lang moeilijk, omdat menig potentieel auteur uit oogpunt van discretie huiverig was om over patiënten te berichten: als je schrijft, ben je voor de patiënt niet meer te vertrouwen. Natuurlijk organiseerden we ook een themanummer over dat thema. Tegenwoordig wordt daar gelukkig genuanceerder over gedacht en afgaande op het toegenomen aantal gevalsbeschrijvingen in het Tijdschrift heb ik de indruk dat dat we hier toch een weg in hebben gevonden. Sommige auteurs kiezen voor een ‹verzonnen› casus en anderen gaan ver in het anonimiseren van een casus, bijvoorbeeld door een man in een vrouw te veranderen. Ze belichten een specifiek aspect van de casus en nemen dan op de koop toe dat seksespecifieke duidingen niet meer gerapporteerd kunnen worden. In deze tijden van internet is ook het aloude pleidooi om als therapeut naar buiten toe zo onzichtbaar mogelijk te blijven goeddeels achterhaald. Onze patiënten googelen ons, zien waar we spreken en schrijven, in welke maatschappelijke hoedanigheid we actief zijn en hoe hoog onze hypotheek is. De rubrieken Histories, Scènes en Naast de bank zouden pas later komen.
Steeds letten we erop dat er jaarlijks een evenwicht was tussen Vlaamse en Nederlandse bijdragen, want de aard van hun bijdragen verschilde vaak enorm. Bij wijze van spreken: vooral Lacan en Bion van Vlaamse kant en Freud en Winnicott van de Nederlandse. De kleiniaanse opleving die nu in Nederland gaande is, was nog in geen velden of wegen te bekennen, de intersubjectieve stroming kwam voorzichtig om de hoek kijken. Petra Kaas en ik maakten ons druk over helder taalgebruik: waarom vasthouden aan buitenlandse termen, alsof die in de oorspronkelijke taal al van zichzelf een diepere lading hebben dan dezelfde woorden in het Nederlands? Discussies met auteurs over waarom owning one's feelings niet gewoon ‹je je gevoelens toe-eigenen› kon zijn, of dat taalkundig gezien ‹trauma› de schade is die resteert na een traumatiserende gebeurtenis en niet de gebeurtenis zelf. Petra, als eindredacteur verantwoordelijk voor de spelling, moest flink in discussie om de schrijfwijze ‹analysant› in plaats van ‹analysand› erdoor te krijgen. Na het verschijnen van de nieuwe Freudvertaling bij Boom werd de daarin gehanteerde taal voorgeschreven: citaten in het Nederlands, en we gebruikten ‹Ik› en ‹boven-Ik›. Indachtig Bettelheims kritiek op de Engelse vertaling van Freuds werk kwamen ‹ego› en ‹superego› er niet meer in. Hoewel, in 2008 schreef ik in mijn laatste redactioneel: ‹Mijn strijd met de auteurs om voor belangrijke concepten Nederlandse termen te gebruiken, is nog lang niet gestreden.›
In die tijd speelde in Nederland het thema van psychoanalyse versus psychoanalytische psychotherapie, een van thema's die in 2005 tot de oprichting van de Nederlandse Psychoanalytische Groep leidde, maar in de redactie gingen we rustig verder. Er verschenen artikelen over de psychoanalytische identiteit en in 2009 werd ook de NPAG in de redactie opgenomen.
Wel hadden we discussies over een naar buiten gerichte koers of niet. Zo is het mij toen niet gelukt om een website voor het Tijdschrift te realiseren. We waren verdeeld over de wenselijkheid of we wel gevonden wilden worden en of we niet de discretie van auteurs zouden schenden door hun casuïstiek met terugwerkende kracht voor de buitenwereld beschikbaar te stellen. Dat iedereen sowieso een abonnement kon nemen en alles kon lezen, was niet overtuigend genoeg. Jaren later is die website er toch gekomen, toen Uitgeverij Boom daartoe het initiatief nam en alle voorgaande edities in India liet scannen.
Een andere naar buiten gerichte activiteit was het instellen van een prijsvraag, die na een aantal keren ter ziele ging wegens gebrek aan inzendingen. We riepen lezers op een essay te schrijven over het raakvlak tussen psychoanalyse en maatschappij: waar kon de psychoanalyse verdieping bieden die in het maatschappelijke debat werd gemist? Als redactie hadden we het geluk dat in 2006 de nieuwe vertaling van Freuds Werken bij Boom verscheen. Om onze blik te verbreden haalden we een gastredacteur binnen van buiten de verenigingen die het Tijdschrift hadden opgericht. Mijn bedoeling was die plek in de redactie elk jaar te laten wisselen, maar dat is er niet van gekomen. Het gastredacteurschap werd een plek voor wisselende collega's uit het Gentse; ook inspirerend. Helaas is het mij toen niet gelukt om onderzoeksartikelen in het Tijdschrift te krijgen. In de redactie was er geen interesse voor tabellen en statistiek, en wetenschappers wilden of konden geen artikelen aanbieden zonder die hulpmiddelen. Dat het thema nog leeft, blijkt wel uit het themanummer over onderzoek dat recent verscheen. In mijn laatste Redactioneel constateerde ik berustend dat de resulterende weemoed daarover nu eenmaal inherent is aan het koesteren van ambities.
De toekomst van het Tijdschrift ligt me na aan het hart. Niet alleen als oud-hoofdredacteur, maar ook als psychoanalyticus en psychoanalytisch psychotherapeut. Het Tijdschrift is een belangrijk platform, waar iedereen die zich ‹psychoanalytisch› vindt bij elkaar kan komen. Twee gedachten bij die toekomst: De recente naamsverandering van Tijdschrift naar Tijdschrift voor Psychoanalyse en haar toepassingen geeft wellicht een spanningsveld weer dat ik ken in de Nederlandse psychoanalytische gemeenschap. Ik ben wel benieuwd naar de discussie die is gevoerd over de keus om twee zelfstandige naamwoorden wel en één geen hoofdletter te geven. Ik neem aan dat het gaat om het spanningsveld van de tegenstelling tussen de psychoanalytische kuur als een van de behandelingen in een continuüm van psychoanalytische methoden, versus de psychoanalytische kuur als ‹psychoanalyse› en daarnaast van de psychoanalyse afgeleide toepassingen. Anderen noemen wellicht de tegenstelling tussen psychoanalyse als een innerlijke reis naar zelfkennis versus psychoanalyse als behandelmethode voor psychische klachten. Of misschien de zienswijze op psychoanalyse als identiteit versus de psychoanalytische kuur als een van de methoden die een psychoanalyticus/psychoanalytisch psychotherapeut in zijn pakket heeft. Dergelijke zienswijzen hebben grote gevolgen voor opleiding, indicatiestelling, behandelmethode en positionering in het maatschappelijke speelveld. Het is de vraag in welke richting het Tijdschrift zal evolueren en wie zich daardoor genoeg aangesproken zal voelen om abonnee te blijven. Mijn persoonlijke hoop is op een brede inbedding, waarin verschillende opvattingen zonder oordelen naast elkaar kunnen bestaan.
Afgelopen zomer was ik op het congres van de Neuropsychoanalysis Society in Brussel, waar vrijwel alle sprekers van te voren aangaven dat ze een te strakke tijdsplanning hadden. Dat klopte inderdaad en ik dacht wat venijnig: ‹Doe daar dan van tevoren wat aan, in plaats van ons met jouw merkbare onrust op te zadelen.› Die tijdsdruk werd naar mijn idee steevast veroorzaakt doordat ze eerst de geschiedenis van hun onderwerp bij Freud, Klein en anderen weergaven, en pas daarna aan hun eigen bevindingen toekwamen. Het deed me denken aan een van mijn Redactionelen waarin ik erover klaagde dat we weinig aanbod hadden. Ik deed de lezers een suggestie met de intentie de drempel om te publiceren te verlagen: ‹Beperk u tot de hedendaagse literatuur en verwijs voor de historische noot naar een van de duizenden samenvattingen waarmee vrijwel ieder psychoanalytisch artikel wordt opgetuigd.› Met zo'n enigzins polariserende uitspraak probeerde ik aan te geven hoe onze creativiteit gedood wordt als alles wat wij schrijven of doen vanuit schatplichtigheid ingebed wordt in de psychoanalytische canon. Mogelijk vindt u, lezer, dit een wel erg pragmatische insteek, die botst met de ook gebruikelijke filosofische benadering van de psychoanalyse. Dat klopt, en ik zou willen dat dit cultuurverschil binnen het Tijdschrift mogelijk blijft. Bij mijn hartelijke afscheid van de redactie kreeg ik het ontwerp voor de omslag van een nummer dat er nooit zou komen: I am not your Freud. Dat was wel duidelijk geworden in die zes jaar hoofdredacteurschap en dat belemmerde onze samenwerking totaal niet. Moge het ons Tijdschrift goed blijven gaan.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden