MENU
  • Home
  • Actueel
    • Nieuws
    • Agenda
  • Inhoud
    • Laatste nummer
    • Archief
    • Rubrieken
    • Redactioneel
    • Artikel
    • Boekessay
    • Naast de bank
    • Scènes
    • Histories
    • Verslagen
    • Boeken
  • Auteurs
    • Overzicht auteurs
    • Auteursrichtlijnen
    • Artikel indienen
    • Gebruik van artikelen
  • Abonnementen
    • Abonnement aanvragen
    • Proefabonnement
    • Voorwaarden en wijzigingen
  • Over TvPa
    • Redactie
    • Adverteren
    • Open Access
    • Links
    • Contact
  • Reacties
    • Van lezers
Inloggen
Inhoud
Inhoudsopgave jaargang 25 (2019) / nummer 4
PDF  

Een psychoanalytische container voor de Lage Landen

Michel Thys
12 december 2024

Samenvatting

De wereld is klein. Zeker de psychoanalytische wereld. Zeker de psychoanalytische wereld in de Lage Landen. Die laatste is trouwens steeds kleiner geworden. Dat is de schuld van het Tijdschrift. ‹Wat is de wereld klein!›, is de bekende uitroep als we aangenaam verrast zijn wanneer een onbekend persoon met wie we in contact komen een connectie blijkt te hebben met iemand die we goed kennen, iemand van onze ‹eigen› wereld, bijvoorbeeld als familielid, vriend of collega. Zo heeft het Tijdschrift het al kleine analytische wereldje in onze contreien nog kleiner gemaakt. Vele voorheen ver-van-mijn-divan onbekende collega's zijn vooral de laatste 25 jaar alsmaar dichterbij gekomen en vertrouwder geworden. En hoe dichter bij elkaar, hoe kleiner de ruimte die we gezamenlijk innemen. Als die inkrimping zo doorgaat, blijft er van die analytische wereld op den duur niets over of dreigt hij althans erg bekrompen te worden. Dat wil het Tijdschrift toch niet op haar geweten hebben. Ik vermoed overigens niet dat dat de bedoeling was met de oprichtingsvergaderingen in 1994, waar ik als zuiderse vreemdeling aan mocht deelnemen. Integendeel.

Eigenlijk is ‹de wereld is klein› toch een vreemde uitdrukking. Is het niet vreemd dat we haar gebruiken op momenten waarop de wereld juist groter wordt? Is de analytische wereld in de Lage Landen sinds de oprichting van het Tijdschrift voor Psychoanalyse niet juist groter geworden? Hoe meer mensen, in casu analytische soortgenoten, ik leer kennen, hoe ruimer mijn blikveld, mijn horizon immers wordt. Dat de ander zich op minder verre afstand van mij bevindt, is precies omdat ik verder kan kijken. De ervaring van verte en de mogelijkheid van naderbij komen gaan hand in hand. Hoe kleiner de wereld, hoe groter hij wordt en vice versa.

Gedurende de twintig jaar dat ik actief bij het Tijdschrift betrokken was en de jaren nadien is dat in elk geval mijn ervaring geweest: het Tijdschrift heeft mijn analytische horizon verruimd. Ontstaan uit het voormalige Psychoanalytisch Forum van het toenmalige Nederlands Psychoanalytisch Genootschap, dat twaalf jaargangen kende, wilde het nieuwe Tijdschrift inderdaad een ruim forum bieden voor alles wat er in ons taalgebied analytisch reilt en zeilt. Na de uitbreiding van het Genootschap naar de andere analytische verenigingen in Nederland, waren de noorderlingen zo genereus om ook de zuiderlingen, ‹de Belgen›, in een vroeg stadium bij het verruimingsproject te betrekken. Deze verruiming impliceerde natuurlijk dat er zich meer spelers op het veld gingen begeven, wat tot gevolg had dat de complexiteit van de interacties er niet eenvoudiger op werd. De dynamiek — tussen de verschillende analytische strekkingen en tradities en tussen de participerende analytische verenigingen — werd rijker én moeilijker. Wanneer je iemand die van ver in je vizier komt herkent als soortgenoot — ziedaar, nog een mens, of ziedaar, nog een analytisch therapeut —, kunnen bij het nog dichterbij tot zeer dichtbij komen, in een close-up, juist ook de verschillen zich op de voorgrond dringen. Een in eerste instantie ver kijken wordt dan misschien een zich verkijken. Deze dynamiek tussen herkenning en vreemdheid, tussen verknoping en in de knoop geraken, tussen zich willen profileren tegenover dan wel verbinden met de ander, was en is nog steeds de uitdaging van het Tijdschrift, op gang getrokken door eerste stichtingsvoorzitter Daan Daniëls en eerste hoofdredacteur Hans Reijzer.

Als we het Tijdschrift nu eens opvatten als een container in de bioniaanse betekenis van het woord, een container waarin allerhande psychoanalytische inhouden uit de Lage Landen — gedachten, ervaringen, vraagstukken, controversen, enzovoort — kunnen worden ‹geprojecteerd›. Containen is geen simpelweg opnemen, absorberen of integreren in een vastliggend recipiënt; het is evenmin de holding van Winnicott, die een per definitie steunend en veiligheid biedend vasthouden of omarmen is. Containing is een dynamische interactie tussen container en contained waarvan de uitkomst niet zeker is, het is per definitie een spanningsveld. Een container is een levende sfeer in beweging, een organisme, het Tijdschrift, waarin psychoanalytische ervaringen neergelegd, geobserveerd, onderzocht en getransformeerd kunnen worden. Het gecontainde, het geheel aan publicaties, getuigt van en komt in contact met de mentale ruimte van auteurs en lezers, dit alles ter bevordering van hun denken en hun mentale, analytische groei. In het beste geval ontwikkelt er zich een constructieve wisselwerking waar beide, het Tijdschrift en haar consumenten, ‹beter› van worden, er hun mentale voordeel uit halen.

In die zin is een tijdschrift/container meer dan een naast elkaar plaatsen van uiteenlopende schrijfsels — ook dát is natuurlijk al heel wat —, maar ook een podium voor debat, een collectieve scène die te denken geeft, die inspireert en confronteert. Gebeurde dat in de voorbije jaren niet te weinig? Daarom is het recente initiatief van de redactie om meer dialoog op gang te brengen rond klinische ervaringen alleen maar toe te juichen. Hopelijk blijft het containen van deze onderlinge therapeutische slagvaardigheid in de toekomst gecontinueerd.

‹Psychoanalyse›, dat weten we, is ondertussen zelf een containerbegrip — ja, een heus containerschip — geworden, een vlag die uiteenlopende ladingen dekt. Ook dat komt tot uiting in de opeenvolgende jaargangen van het Tijdschrift. De meest uiteenlopende therapeutische toepassingen van de psychoanalyse komen er aan bod: de zogenaamde ‹klassieke kuur› (hoogfrequent, liggend), allerlei vormen van psychoanalytische individuele en groepspsychotherapie (minder frequent, zittend, eventueel kortdurend), psychoanalytisch geïnspireerde residentiële settings met allerhande populaties en problematieken. Al deze toepassingen kunnen op hun beurt bezield zijn door diverse psychoanalytische denkstromingen, gaande van de freudiaanse drifttheorie tot de fonagyaanse gehechtheidstheorie, met daartussen de kleiniaanse en postkleiniaanse objectrelatietheorie, de hier door mij losjesweg gehanteerde bioniaanse denk- en transformatietheorie, de zelfpsychologie, het hele — op zich ook weer gedifferentieerde — veld van de intersubjectiviteit, MBT-behandeling, om nog te zwijgen van het lacaniaanse structuralisme (bedoel je de vroege of de late Lacan?) en ga zo maar door. Alleen al een concept als ‹projectieve identificatie› — waarom kies je dát er nu precies uit? — geeft aanleiding tot eindeloze discussies over wat het inhoudt en wat je er al dan niet mee aankunt (ja, ook concepten zijn soms lastige containers).

Menig lezer zal zich bij het doornemen van een tijdschriftnummer weleens afvragen: ‹Is dat nog psychoanalytisch?›, of ‹Die drifttheorie is toch alweer passé›, of: ‹Wat heeft dat nog te maken met de kliniek?›, maar ook: ‹Al die nadruk op de intersubjectiviteit verdoezelt de eigenheid van het specifiek analytische›. En kan de psychoanalyse nu gezien worden als een soort ontwikkelingspsychologie of moet ze dat vooral juist niet zijn? Wat winnen we nu eigenlijk met het toenemende belang dat sommigen toeschrijven aan de neurowetenschappen? De ene collega voelt geen enkele gehechtheid aan de gehechtheidstheorie, de andere heeft lak aan Lacan. De ene wil een lans breken voor wetenschappelijk onderzoek en maatschappelijke erkenning en legitimering, de ander breekt er zijn hoofd niet over. Maar naast een dergelijke kritische attitude kunnen lezers ook welwillend kennismaken met analytische zaken zonder zich er daarom ook zelf op te moeten toeleggen. Zo biedt elk tijdschriftnummer een kleurrijke analytische collage, waardoor de lezer zijn eigen vertrouwde toepassingsgebied in een bredere context kan plaatsen.

Bovendien is de psychoanalyse meer dan klinisch werk en in die zin was het een goede zet om van bij de aanvang de stichting Psychoanalyse en Cultuur in het project op te nemen. Zo worden de clinici onder ons minstens driemaandelijks uitgenodigd verder te kijken dan hun spreekkamer lang is en krijgen de ‹culturalisten› ruimschoots de gelegenheid om bij hun filosofische, sociaalpsychologische, maatschappelijke, literatuurwetenschappelijke en andere esthetische beschouwingen de cruciale klinische inspiratiebron niet uit het oog te verliezen.

Dit alles tezamen is wel heel wat voor een container om te bevatten. Al die verschillende invalshoeken en uitgangspunten zijn niet altijd met elkaar te verzoenen (als dat al zou moeten), maar kunnen soms interessante spanningsverhoudingen opleveren die in het beste geval nieuwe, verrassende denkpistes genereren. Bij sommige bijdragen waar we niets mee hebben kunnen we ons geraakt voelen in onze ‹analytische identiteit›, maar als we ervoor openstaan kunnen toch onverwachte raakvlakken opdoemen. Niemand is uiteraard verplicht over alles even enthousiast te zijn en iedereen, auteur of lezer, heeft recht op zijn dosis selectieve onverschilligheid en al dan niet bedachtzame kritiek. Het is aan de container — en uiteindelijk zijn we dat allemaal — om die spanningen in beweging en in leven te houden en niet te laten scleroseren of verbrokkelen in een steriele kramp van analytische fragmenten waar alle leven uit is verdwenen. Als container blijft het Tijdschrift eindeloos voor de uitdaging staan een dynamisch evenwicht te behouden tussen aan de ene kant rigiditeit en aan de andere kant explosiviteit. Als de container te rigide is, te samengeknepen, wordt het contained statisch en steriel, ontdaan van zijn kwaliteiten. Het genereren van betekenis en mentale groei neemt af in plaats van toe. Anderzijds kan de container ook te open liggen en alles zonder onderscheid toelaten zodat hij barst en zijn functie niet meer kan vervullen. Ook dan kan het contained zijn betekenis niet realiseren omdat het in bizarre partikels explodeert in de niet meer afgebakende ruimte. Beide uitersten zijn destructief voor de verdere ontwikkeling van het psychoanalytische denken in onze Lage Landen.

Alle participerende verenigingen hebben hun eigen signatuur, gevoeligheden en sterke kanten. Zij dragen allemaal hun — al dan niet turbulente — geschiedenis met zich mee. Onvermijdelijk zullen elementen daarvan ook in het samenwerkingsverband van het Tijdschrift terechtkomen en hun effecten sorteren. En, zoals de Vlaamse socioloog Luc Huyse (2006) een van zijn boeken titelde: Alles gaat voorbij, behalve het verleden. Wat intern institutioneel moeilijk is te denken of te verwerken laat zich misschien wel onderbrengen in de interinstitutionele container van het Tijdschrift die er zijn transformationele potentie op kan uitoefenen. Het gegeven dat mensen ‹Goed zijn in het niet-willen-weten› en nogal eens ‹een soort slaperigheid ontwikkelen wanneer er geen innerlijke of sociale ruimte is om een problematiek te denken›, zoals de Nederlandse socioloog Abram de Swaan (2015) in een heel andere context stelt, is even goed van toepassing op de psychoanalytische mensensoort. Een slaperigheid — geen bioniaanse rêverie —, denk ik dan, ten aanzien van waar de ‹anderen›, die van de andere vereniging of strekking, mee bezig zijn. De container kan de aandacht voor de anderen aanwakkeren en de onderlinge spanningen misschien een constructieve wending geven of op z'n minst draaglijk maken. Maar een container is ook maar een mens en kan op zijn beurt het strijdtoneel of de belichaming worden van een geïmporteerd interinstitutioneel conflict. Zo is omwille van de lastige verhouding in het verleden tussen de analytische wereld en de jungianen in Nederland ook de Vlaamse jungiaanse vereniging uit de boot gevallen, ook al waren haar contacten met de andere analytische verenigingen verre van lastig en juist heel positief. Om weer andere redenen is het niet gelukt de ‹Gentse lacanianen› in het project te betrekken, wat gedeeltelijk is goedgemaakt door het gewaardeerde engagement van verschillende Gentse gastredacteuren. Collega's van beide groepen zijn overigens via hun publicaties aanwezig in het Tijdschrift.

Is de recente naamsverandering tot Tijdschrift voor psychoanalyse en haar toepassingen een voorbeeld van de transformationele kracht van het tijdschrift als container? Op een van de stichtingsvergaderingen in 1994 werd zonder veel omhaal besloten tot de benaming Tijdschrift voor Psychoanalyse, bedoeld als een breed forum voor alles wat onder de psychoanalytische paraplu onderdak kan vinden. Het complexe en hardnekkige spanningsveld tussen de ‹klassieke› psychoanalyse en de psychoanalytische psychotherapieën heeft er echter toe geleid dat hun gemeenschappelijk forum een naamstransformatie is aangegaan. Voor zover de klassieke analyse evengoed een therapeutische toepassing is van het analytisch gedachtegoed, kan men zich afvragen of de naamsverandering geen overbodige omslachtigheid is die meer verwarring dan verheldering oplevert.

Hoe het ook zij, de container is noch verkrampt noch geëxplodeerd en het schip vaart verder, nu eens in rustige dan weer in onrustige wateren. Laten we niet vergeten dat hoe klein de wereld van ons lage taalgebiedje ook is, het twee wereldhavens bevat die toegankelijk zijn voor grote containerschepen vol analytische grondstoffen en stukgoederen. In dezelfde regio ligt de Zuiderzee, waarvan de drooglegging — zeker door de huidige klimaatverandering — nog niet voor morgen is. Psychoanalytische cultuurarbeid blijft eindeloos boeiend.

Vorige Inhoudsopgave Volgende
Twitter Facebook Linkedin
Delen Print PDF

Literatuur

  • Huyse, L. (2006). Alles gaat voorbij, behalve het verleden. Amsterdam: Van Gennep/Leuven: Van Halewyck.
  • Swaan, A. de (2015). Compartimenten van vernietiging. Over genocidale regimes en hun daders. Amsterdam: Prometheus/Bert Bakker.

© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x


De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:


Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

Jaargang 31, nr. 1, maart 2025

Neem een ABONNEMENT Laatste editie Archief

Nieuwsbrief Boom Psychologie

Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.

Aanmelden

Boeken

Diagnostiek in de praktijk
Frans Schalkwijk
€ 39,50
Meer informatie
Positieve psychologie - De toepassingen
Fredrike Bannink
€ 24,95
Meer informatie

Privacy policy

Algemene voorwaarden

© 2009-2025
Boom uitgevers Amsterdam

Redactieadres

Romana Goedendorp

Miquelstraat 131

2522 KN  Den Haag
tvpsychoanalyse@gmail.com

Klantenservice

Boom uitgevers Amsterdam B.V.

Postbus 15970

1001 NL Amsterdam

Nederland

088-0301000

klantenservice@boom.nl