A Place to Live
Samenvatting
Wonen op drift is een bespreking van de gelijknamige studiedag, georganiseerd door het Vlaams-Nederlands initiatief Stichting Psychoanalyse en Cultuur in december 2018, met de medewerking van Archipel Vzw en Universiteit Hasselt. De stichting brengt de psychoanalyse in dialoog met verschillende disciplines, vooral uit de sociale en culturele sector. In 2018 is er gekozen om in gesprek te gaan met de architectuur. Twee boeken hebben aanleiding gegeven voor de studiedag, namelijk The sense of an interior: Four rooms and the writers that shaped them van Diana Fuss en Form follows libido van Sylvia Lavin. Het boek is evenwel uitgebreider dan de studiedag door bijkomende interessante bijdragen. Door het boek heen lezen we hoe psychoanalytici en architecten werken met concepten als de tijd, met het zich thuis voelen, de dynamiek tussen binnen en buiten en de betekenis van begrippen als ‹leegte› en ‹ruimte›. Elke spreker vertrekt vanuit zijn eigen expertise en interesse. Het boek is opgedeeld in veertien hoofdstukken waarvan ik er hier een aantal kort bespreek.
Bespreking van
Trees Traversier, Marc De Kesel & Sjef Houppermans (red.). (2019). Wonen op drift — Psychoanalyse en architectuur. Antwerpen/Apeldoorn: Garant. ISBN 9789044136944, 240 pp., € 25,90
Cultuur wordt op allerlei manieren betrokken bij de lezingen. Zo vertrekt Marc De Kesel vanuit Kafka's korte verhaal Het hol om een ietwat complexe, lacaniaans interpretatie te geven over hoe de mens zich tracht staande te houden in de leegte, door enerzijds een fysiek ‹hol› te bouwen rond een leegte en anderzijds door op een bepaalde manier in de taal te wonen in functie van de subjectwording. Hij stelt dat taal onze architectuur is. De klassiek Romeins-Latijnse liefdeselegies worden door classica Nadia Sels aangehaald om de relatie te bespreken tussen deze dichtkunst en architecturale elementen, waarbij de domina, meesteres van het huis, centraal staat. Peter Verstraten schrijft over de betekenis van de architecturale ruimtes in de films van de jaren veertig tot en met zestig van de vorige eeuw, met het werk van Hitchcock als vertrekpunt. Hij focust zich voornamelijk op de rol van het huis in paranoid woman-films, films waarin de vrouw vreest dat haar man haar wil vermoorden.
Sjef Houppermans laat zich in zijn bijdrage (Un)heimliche bouwwerken inspireren door de Italiaanse psychoanalyticus Cosimo Schinaia's boek Psychoanalysis and architecture — The inside and the outside. Deze stelt dat psychoanalyse en architectuur beide meervoudig ruimtelijk bepaald worden en de auteur betrekt architectuur nauw bij het denken over de geestelijke gezondheidszorg. In beide disciplines komt de vraag naar voren: ‹Voelen wij ons ergens thuis?›, waarbij de psychoanalyse de focus legt op het creëren van een innerlijke ruimte die vrijheid mogelijk maakt. Hoe kan de architectuur dit proces beïnvloeden? Houppermans haalt onder meer Samuel Beckett en David Lynch aan als artiesten die in hun werk met het (Un)heimliche spelen.
Tijdens de studiedag zijn er twee casestudies, twee architecturale projecten, voorgesteld. Bij de eerste presentatie volgen we het project van architect Wim Goes, Refuge II, waarin hij in opdracht van een patiënt met amyotrofische lateraalsclerose (ALS) een tijdelijke woning heeft ontworpen die samen met de ziekte evolueert. Toegankelijkheid is voor Goes niet enkel praktisch, nog belangrijker is de mentale toegankelijkheid waarbij het vieren van het leven samen met vrienden en familie centraal staat. Een bouwproject als een creatief ziekenbezoek. De bijhorende foto's geven een eerbiedwaardig beeld weer van dit aangrijpende project. De tweede casus werd aangebracht door architect Jan De Vylder die ons meeneemt in het restauratieproject van enkele paviljoenen van het PC Caritas Melle. Ook hier zien we hoe architectuur en sociale thema's elkaar beïnvloeden. Er is zoveel mogelijk behouden van de oude villa's, waarbij moderne elementen worden toegevoegd met aandacht voor openheid. Glazen ruimtes worden ontworpen in functie van zorgvragers en -verleners. Of, zoals Nadia Sels in de plenaire discussie zegt: ‹Een gebouw dat toelaat te denken: jij bent ook onaf, dat kan en mag› (p. 239).
Het interview van Trees Traversier met architect Paul Robbrecht wordt gestructureerd door vier filmfragmenten, die elk een seizoen voorstellen. Het is heerlijk lezen hoe hartstochtelijk Robbrecht spreekt over zijn vak, waarbij geschiedenis en natuur prominente rollen innemen. En het belang van het spel en het plezier die architectuur kan bieden. Niet enkel het creatieproces voor de architect, maar de functies die creaties uiteindelijk kunnen bieden aan mensen.
In het laatste hoofdstuk onderzoekt Trui Missinne in een helder klinisch-theoretisch stuk drie hoofdvragen waarbij het woordpaar binnen-buiten centraal staat. De eerste gaat over ‹buiten›, namelijk hoe kan de analysant gebruikmaken van het externe, materiële kader in diens psychoanalytisch proces? En wat vertellen de architectuur en de architecturale elementen van een kabinet ons over de psychische structuur van de analyticus? Bion zou beweren dat de materiële omgeving ons verblindt en een obstakel vormt voor de weg naar O; onze diepste bron van mentaal leven. Echter, de vlakke, witte projectieschermen van weleer veranderen naar een meer persoonlijke invulling. Zowel psychotherapeut als architect geeft bij het vormgeven van zijn werk iets bloot van zichzelf. Hoe kunnen deze elementen tijdens een therapie bijdragen aan het weer bewoonbaar maken van de binnenwereld? De andere kant — ‹binnen› — wordt in het tweede deel van de tekst onderzocht. Hoe geeft de analysant zijn eigen ruimte vorm vanuit zijn levensgeschiedenis? In het laatste deel bekijkt ze het samenspel tussen binnen en buiten. Hoe resoneren zij samen binnen een analyse?
Wonen op drift is een rijke en gevarieerde bundel die poogt een verwantschap tussen psychoanalyse en architectuur duidelijk te maken. De lezer hoeft het boek niet in numerieke volgorde af te werken en kan rustig te tijd nemen voor elk hoofdstuk. Niet alle bijdragen zijn even toegankelijk; enige voorkennis is welkom om bepaalde teksten voldoende te begrijpen. Echter, de diversiteit van de bijdragen zorgt ervoor dat het boek recht doet aan de veelzijdigheid van een psychoanalytisch en architecturaal proces. Of, zoals Hera van Sande het boek van Sylvia Lavin beschrijft: ‹Zoals bij alle goede boeken, blijft de lezer achter met een drang naar meer informatie› (p. 73).
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden