De monsters van Thys: een sterk (s)taaltje
Samenvatting
‹Dr. M. Thys is klinisch psycholoog en gepromoveerd in de filosofie, psychoanalytisch psychotherapeut en psychoanalyticus. Hij was werkzaam in een Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg en heeft een eigen praktijk. Hij was hoofdredacteur van het Tijdschrift voor Psychoanalyse.›
Bespreking van
Michel Thys (2021). Op de rand van het menselijke — Filosofisch-psychoanalytische impressies. Antwerpen: Gompel & Svacina. ISBN 9789463712910, 268 pp., € 29,90
Deze omschrijving van Michel Thys is een visitekaartje in zakformaat, zakelijk, de lading dekkend. Maar met zijn boek Op de rand van het menselijke — Filosofisch-psychoanalytische impressies laat Thys een sterker staaltje van zichzelf zien.
Deze ‹staalkaart› bestaat uit twaalf hoofdstukken, waarvan de meeste eerder als los essay in diverse tijdschriften en bundels zijn verschenen. De hoofdstukken verwijzen naar elkaar, maar kunnen ook afzonderlijk gelezen worden. De gemeenschappelijke deler bestaat uit het aftasten van de grenzen van het menselijke. Thys' stelling is dat juist daar het menselijke tot zijn recht komt: randverschijnselen behoren tot het wezen van het mens-zijn. Ervaringen op de rand van het menselijke kunnen zowel vernietigend traumatisch zijn als bron van nieuwe perspectieven. Op deze rand komt het subject onder druk te staan: het denken wordt stilgelegd, de taal en het symbolische worden aangetast. Maar tegelijkertijd kunnen deze randverschijnselen op een overrompelende manier inspireren: ze halen je uit je gewone doen, op een wijze waardoor je je als subject er niet van los kunt maken. De randverschijnselen waar Thys in dit boek over spreekt verwoordt hij zelf als volgt: ‹Het onvoorstelbare, het metaformosemotief, de fascinatie, het Unheimliche, het stoffelijk overschot, het «uit een stuk» willen zijn, het wankele onderscheid tussen het psychische en het fysieke, tussen subject en ding, het zijnsverlangen, het zelfverlies, trauma, de aantasting van het talige, van het symbolische, van narratieve coherentie› (p. 17).
Door gebruik te maken van voorbeelden uit de psychoanalytische praktijk, schilderkunst, literatuur, poëzie en Griekse tragedies, en deze te verbinden met gedachtegoed uit de filosofie, poogt Thys taal te geven aan toestanden waarin het talige onder druk staat. Dit levert bloemrijke verhandelingen op over onder andere de schilderkunst van Hopper, de tragedie van Polynices en Antigone, de kever Gregor van Kafka, Charlie Chaplin en het monster van Frankenstein.
Frankenstein schiep een monster: het vreemde object waarin hij zichzelf projecteerde. Dit monster is daarmee een staalkaartje van Frankenstein zelf. Op vergelijkbare wijze schept Thys zijn eigen staalboek met monsters. Op de rand van het menselijke is een toonbeeld van de brede achtergrond van de auteur. Uit ingrediënten van al zijn werelden maakt hij nieuwe creaties. Het gebruik van taal is hierin een belangrijk medium. Thys is een ware woordkunstenaar. Wat te denken van zinsneden als ‹Juist door uit één stuk te willen zijn, vallen we, als een ruïne, in stukken uiteen›, ‹Als alles te zien is, is er niets meer te zien›, ‹We balanceren voortdurend tussen heling en deling›, en ‹Verwonding en verwondering zijn op een bizarre manier met elkaar verknoopt›? Het boek staat vol met spitsvondige woordspelingen die een extra dimensie geven aan reeds bestaande en vertrouwde woorden.
Met het tonen van zijn staalkaart stuiten we tegelijkertijd op de beperkingen van Thys' project. Het wordt goed zichtbaar wie zijn psychoanalytische en filosofische inspiratiebronnen zijn: Freud, Klein, Bion, Lacan, Spinoza, Kant, Sartre, Merleau-Ponty. Grote namen, belangrijke grondleggers voor het hedendaagse denken. Ook leunt het boek in belangrijke mate op het proefschrift dat Thys in 2006 schreef over fascinatie.1 Mijns inziens zou het boek aan kracht winnen door daarnaast meer plaats in te ruimen voor recentere denkers uit de psychoanalyse en filosofie. Ik ben nieuwsgierig naar ideeën vanuit de neuropsychoanalyse en de intersubjectieve benadering, maar ook vanuit bijvoorbeeld feministische theorieën. Over de plaatsbepaling van het lichamelijke in psychoanalyse, de relatie tussen het lichaam en trauma, de onderlinge plaatsbepaling tussen affecten en voorstellingen zijn de laatste jaren boeiende nieuwe inzichten ontwikkeld.
Een monster is een proefstuk om te oordelen over de kenmerken en kwaliteiten van een product. ‹Proeven› is een woord dat voor mij uitstekend past bij dit boek: een buffet, een rijk gevulde dis, waar we kunnen kennismaken met Thys' producten, creaties van een vruchtbare kruisbestuiving. We kunnen er losse hapjes van nemen, of de hele maaltijd nuttigen. Het is ‹food for thought›. Bij tijd en wijle is het boek best een hele kluif. Aandachtig herkauwen door te herlezen levert weer nieuwe inzichten op. Net als voor maaltijden geldt: samen met anderen smaakt het beter. Dit boek is zeer geschikt om gezamenlijk te lezen in bijvoorbeeld intervisiegroepen; het geeft nieuwe taal om ervaringen te delen.
Noot
- 1.Thys, M. (2006). Fascinatie — Een fenomenologisch-psychoanalytische verkenning van het onmenselijke. Amsterdam: Boom.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden