De psyche als kunstwerk
Samenvatting
In 2019 vond de zevende studiedag van de Belgische Vereniging voor Psychoanalyse plaats ter ere van de psychoanalytica Joyce McDougall (1920-2011). Deze psychoanalytica uit Nieuw-Zeeland woonde in Londen en Parijs en heeft een schat aan originele concepten geïntroduceerd, die als kralen aan een ketting in de bewerkte lezingen van deze bundel figureren. Ze is bekend geworden als expert op het gebied van psychosomatiek en seksuele identiteitskwesties. Ze had een bijzondere interesse voor de kunsten en behandelde vele kunstenaars. Als niet-ingewijde raakte ik snel onder de indruk van deze vrouw, die geroemd wordt om haar respectvolle houding tegenover de creatieve oplossingen voor psychische nood van haar patiënten. Ze komt zelf op mij over als een soort kunstenares, die tegendraadsheid en originaliteit vierde, met beide voeten in de klinische klei. In Groot-Brittannië kan ze gerekend worden tot de Independents en in Parijs, waar ze vervolgens naartoe verhuisde, werd ze aanvankelijk verleid door de lezingen van Lacan, waar ze zich vervolgens toch van distantieerde.
Bespreking van
Trui Missinne & Christine Franckx (red.) (2021). Eros op de scène — Psychoanalytische en artistieke beschouwingen. Antwerpen: Gompel & Svacina. ISBN 978946371281, 172 pp., € 28,00
In de bloemlezing Eros op de scène — Psychoanalytische en artistieke beschouwingen worden verschillende gedaantes van Eros ten tonele gevoerd. Franckx geeft in haar inleiding historische context en legt onder andere uit dat Eros bij McDougall zowel verwijst naar menselijke seksualiteit als naar de kracht die het psychisch leven voortstuwt. Bij Freud moet de levensdrift de kracht van de doodsdrift verzwakken. McDougall stelt in 1995 dat geweld en transgressie op een bepaalde manier wel nodig zijn om een nieuwe gedachte, een fantasie, droom of nachtmerrie in de wereld te brengen. Om dit te kunnen is het noodzakelijk dat iemand zich zowel zijn vrouwelijkheid als zijn mannelijkheid toe-eigent.
Dan komt deel 1, dat ingaat in op de klinische praktijk. Labbé grijpt terug op de psychoanalyse van het 9-jarige autistische jongetje Sammy, om de eclectische houding en creativiteit van McDougall mee aan te tonen. De gebeurtenissen in de speelkamer zijn duizelingwekkend, de interpretaties ook. Een tekening toont een moeder ‹die zijn penis met haar borsten wil afrukken›. De psychoanalytica toont een grote ontvankelijkheid voor dit kind, met wie ze nieuwe woorden verzint en dat ze melk te drinken geeft. De Rijdt haakt aan op McDougalls stelling dat seksualiteit inherent traumatisch is. Ze beschrijft een casus van een adolescente bij wie een homoseksuele relatie een psychose afwendt. Tijdens de behandeling probeert patiënte de vrouwelijkheid van haar analytica als het ware ‹te stelen›, om zo geleidelijk aan haar eigen vrouwelijke identiteit te bemachtigen. De dromerige afbeelding van twee elkaar omarmende vrouwen, een aquarel van Schiele, op de omslag van het boek vormt hier een mooie verwijzing naar. In een volgend hoofdstuk bespreekt Vermote verschillende vormen van liefde. Hoewel hij begint te schrijven dat het moeilijk is om over liefde te spreken, volgt daarna toch een vloeiende uiteenzetting over verschillende vormen van liefde (romantische, langdurige en mystieke). Deze zet hij vervolgens in een model, ‹dat gelukkig veel mysterie verdraagt›, want de liefde laat zich uiteindelijk niet vatten.
Missinne vervolgt op een andere centrale stelling uit McDougalls werk, namelijk die van de universeel menselijke psychische biseksualiteit. Een zich al te snel schikken naar ‹man› of ‹vrouw› zijn brengt het risico met zich mee gevangen te raken in een te strak, schijnbaar neurotisch pak, zo schrijft ze. Dit kan leiden tot blokkades op intellectueel en creatief vlak, en bovendien tot seksuele problemen. Perversies werden door McDougall liever neoseksualiteiten genoemd, uit ontzag voor de eindeloze en creatieve ‹oplossingen› achter rigide seksuele scenario's. Verrijkt met fraaie afbeeldingen in kleur, vormt dit hoofdstuk een duidelijke opmaat naar deel 2 van dit boek, waarin gesprekken staan met gerenommeerde kunstenaars, waarover straks meer.
Een van McDougalls credo's was dat verslaving een middel tot zelfgenezing is, waarvan de betekenis onderzocht moet worden. Faoro-Kreit behandelt vervolgens ‹de addictieve psychische economie›, ontstaan wanneer een moeder als het ware een verslavende relatie met haar kind tot stand brengt, dat zo nooit het vermogen om alleen te zijn ontwikkelt. In verslavingsgedrag zelf kan een afrekening gezien worden met verschillende falende interne objecten.
Hebbrecht gaat in zijn bijdrage in op emotionele verdoving, een toestand die er in de klinische praktijk toe kan leiden dat de behandelaar zich al snel (dood)verveelt. Schijnbaar normaal met weinig tekenen van psychopathologie, noemde McDougall deze patiënten wel normopathen.
De volgende titel is Stille kreten, geschreven door Lecoq, over psychosomatische problematiek. Preverbaal is de communicatie van het kind onvoldoende opgemerkt en dus niet bewerkt. Droombeelden moeten nog opgebouwd worden, terwijl een ‹preverbaal spreken in tekens› zich soms ook niet laat horen binnen de analytische relatie. De patiënt kan zich namelijk ook verdedigen tegen ontwikkeling en liefde. Zo kunnen psychosomatische ziekten alsnog verschijnen als een laattijdige schreeuw die de stilte doorbreekt.
Deel 2 ten slotte vormt het bruisende slotakkoord, met een weergave van ontmoetingen (dit woord doet deze gesprekken eer aan; het zijn naar mijn idee geen ‹interviews›, omdat deze teksten zoveel meer kleur en diepte geven) met drie kunstenaars, van wie Alain Platel de eerste is. Hij is regisseur en choreograaf, orthopedagoog van origine, die per toeval in het artistieke milieu is terechtgekomen. Verschillende concepten die in de voorgaande hoofdstukken behandeld werden komen hier als vanzelf spelenderwijs terug. Lichamelijkheid, fluïde seksualiteit, leven en dood, kunst maken: alles komt voorbij. Op de vraag wat goede kunst nou eigenlijk is, moet hij het antwoord schuldig blijven.
Reinhilde Decleir is actrice en theatermaakster. Zij vertelt over haar samenwerking met mensen die een achterstandspositie hebben, door armoede of psychische ziekte. De authenticiteit en eerlijkheid van deze mensen die het beste in zichzelf naar boven halen, daar kunnen beroepsspelers niet tegenop, zo vertelt ze.
Ook het laatste gesprek, met Berlinde De Bruyckere, is zeer de moeite van het lezen waard. Haar kunst is een raadsel op zichzelf. In Parijs belandde ik eens op een donkere Museumnacht onverhoeds in een galerie waar een installatie van haar stond, een met paardenvellen op ladders gedrapeerd, in zacht schemerlicht. Eerst een zinnelijke aanblik en dan een doodsheid … Ik stond even aan de grond genageld. Even gefascineerd als door deze bundel, die ik zeer kan aanbevelen.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden